Direct naar artikelinhoud
reportage luik

Luik reageert aangeslagen op schietpartij: "Dit is een uppercut voor ons"

Luik reageert aangeslagen op schietpartij: "Dit is een uppercut voor ons"
Beeld Tim Dirven

Luide knallen weerklonken in de Luikse straten. Het bleek al snel om het meest gevreesde scenario te gaan. De Vurige Stede werd herleid tot een waakvlam.

Isabelle Labomba – "Oui, La Bomba", glimlacht ze van achter haar pikzwarte zonnebril – woont sinds enkele jaren langs de Boulevard d'Avroy. Die doorkruist het Luikse stadsdeel vlak naast de Maas. Volgens haar heeft het op warme dagen wat weg van de hippe wijken van Zuid-Franse en Spaanse steden. Een wijk met allure.

"Ik stond te wachten op de bus", vertelt ze. "Plots hoorde ik een heleboel schoten, in de buurt van café Aux Augustins. Het leek meer op een mitraillette dan een pistool. Een paar seconden later al beval een agent dat we ons moesten verstoppen. Dat we ons op de grond moesten gooien." Haar lach ruimt plaats voor een grimas.

Isabelle Labomba.Beeld Tim Dirven

"Daarna kwamen er jonge mensen aanlopen", zegt ze. "Die waarschuwden dat iemand twee agentes had aangevallen met een mes en 'Allahoe akbar' had geroepen. Toen wist ik: dit gaat mis."

Witte schermen

Voor elke ooggetuige van het drama zijn er twintig 'oorgetuigen'.  In brasserie Les Terrasses tegenover café Aux Augustins heeft iedereen de knallen gehoord. Snel achter mekaar. Te snel om voetzoekers te zijn, of de graafmachine verderop. Te luid ook.

In een kleine buurtwinkel doet Roberto Anues zijn verhaal in een mengtaal van Spaans en Frans. Het is moeilijk om er veel uit op te maken. Tot hij zegt: "J’ai entendu bang! Bang! Bang! Bang! Bang!" Zijn jongere zus springt bij: "Roberto was verrast. Anders gebeurt hier heel weinig. Soms eens een diefstal of een inbraak ja, maar dit niet."

Roberto Anues en zijn jongere zus.Beeld Tim Dirven

Terwijl de politie rond café Aux Augustins een grote veiligheidsperimeter instelt, blijven de buurtbewoners achter met meer vragen dan antwoorden. Een dertigtal onder hen staart, in het gezelschap van een meute journalisten uit heel Europa, doelloos naar de witte schermen voor het café. Daarachter zijn de forensische experts van de politie begonnen aan hun zoektocht naar sporen. Urenlang blijven ze in de weer. 

De stemming is broeierig. Niet alle bewoners begrijpen waarom het allemaal zo lang duurt. Als een agent in burger de perimeter zonder waarschuwing binnenstapt, krijgt hij zes collega's in zijn nek. Er wordt geschreeuwd en geslagen. De agent in burger blijft achter in tranen.

Barmhartige stad

Jean-Pierre Delville, de bisschop van Luik, komt poolshoogte nemen aan het politielint. "Ik voel me mee verantwoordelijk voor de mensen in deze stad. Het is totaal onbegrijpelijk dat iemand zomaar begint te moorden op straat. Luik is een barmhartige stad. Dit doet pijn. Vanavond zullen we bidden voor de overledenen en hun families."

Ook burgemeester Willy Demeyer (PS) kan slechts zijn afschuw uitdrukken. "Het is een enorm trieste dag voor Luik en de bevolking. We denken aan de slachtoffers", reageert hij via de sociale media. De vlaggen aan het stadhuis en de gemeentelijke gebouwen hangen halfstok, een rouwregister wordt geopend. 

Demeyer heeft een uur lang koning Filip, premier Michel en diens ministers Geens en Jambon ontvangen. De koning noemde de aanslag "een verschrikkelijk incident".

'Blauw doet soms rare dingen met het hoofd van sommige mensen. Als agent leer je daarmee omgaan, maar een aanval in de rug kan altijd'
Een Luikse politieman

Nordine Amrani

Het is niet de eerste keer dat Luik wordt getroffen door blind geweld. Op 13 december 2011 wierp Nordine Amrani – een bekende zware jongen, net zoals Benjamin Herman – granaten naar een bushokje op de Place Saint-Lambert en schoot hij met een automatisch pistool op de bezoekers van de kerstmarkt. Er vielen die dag zes doden op het plein, onder wie een peuter en twee tieners, en 123 gewonden. Amrani was een jaar eerder vrijgekomen na een celstraf wegens samenzwering. Hij pleegde zelfmoord na de aanval.

Een Luikse politieman, die alleen anoniem wil getuigen, zegt aangeslagen: "We zullen onze collega's missen. Dit is een uppercut voor ons. Bij de politie moet je voorbereid zijn op het ergste. De aanslagen van de laatste jaren hebben aangetoond dat we in het vizier lopen. Blauw doet soms rare dingen met het hoofd van sommige mensen. Als agent leer je daarmee omgaan, tijdens de opleiding al. Maar een aanval in de rug kan altijd."

Tegen de avond, als de bewoners van de Boulevard d'Avroy thuiskomen van hun werk, verschijnen ook de eerste bloemen op de stoep. "Het is spijtig dat zoiets moet gebeuren in Luik", zegt Labomba voor ze naar thuis terugkeert. "Als twee politiemensen zich al niet kunnen verweren tegen zo'n gek... Het maakt me bang."