Direct naar artikelinhoud
Arbeidsmarkt

Kritiek op vacatureplan Michel: "Vaag en weinig versterkend"

Premier Charles Michel (MR) en Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA).Beeld photo_news

Om de 140.000 openstaande vacatures sneller in te vullen, wil premier Charles Michel een arbeidsdeal afsluiten met de deelstaten. Het gevolg is een spelletje pingpong.

Premier Charles Michel (MR) wil snel concrete maatregelen afspreken met de deelstaten om werkzoekenden naar de vele vacatures in ons land toe te leiden. Dat heeft de premier verklaard na afloop van het overlegcomité tussen de verschillende regeringen. De komende dagen zullen de verschillende voorstellen worden opgelijst in werkgroepen, en bekeken op vlak van kostprijs en haalbaarheid. 

Het laatste kwartaal van 2017 telde ons land bijna 140.000 vacatures. Daarmee voert België het klassement aan binnen de eurozone. "Het is een rem op bijkomende potentiële groei", stelde Michel, die het dossier een topprioriteit noemt. Hij pleit daarom voor "stevige en duidelijke maatregelen."

Lees ook:

Overleg rond vacatureplan van Michel start onder slecht gesternte

Hij legde als aanzet een nota op tafel, waarin een rist aanbevelingen staan om het probleem aan te pakken. Centraal staan onderwijs, opleidingen en stages, samenwerkingen met het bedrijfsleven en de arbeidsbemiddelingsdiensten.

'Eigen maatregelen'

Zowel Vlaams minister van Werk Philippe Muyters als minister-president Geert Bourgeois – beiden N-VA – toonden zich weinig enthousiast over de werknota van de premier. Muyters legde zelf een aantal zaken op tafel. Zo wil hij dat ontslagen werknemers zich sneller moeten inschrijven bij de VDAB. Nu is dat pas na de opzegtermijn. Ook stages in bedrijven zouden niet fiscaal afgestraft mogen worden, nu verliezen sommigen een deel van hun uitkering. Het zijn maar enkele van de Vlaamse voorstellen. Opvallend: het gaat daarbij haast unaniem over federale bevoegdheden. 

Naast de lauwe reactie van N-VA is ook bij Open Vld weinig enthousiasme te merken. Het liberale Kamerlid Egbert Lachaert vreest dat het too little, too late is. "De startnota wordt begraven in werkgroepen. Ik blijf op mijn honger zitten", zegt Lachaert. Eerder liet zijn voorzitster Gwendolyn Rutten ook al verstaan dat er een versnelling hoger geschakeld mocht worden, wat haar betreft. 

Professor Stijn Baert (UGent) ziet vooral een pingpongspel. "De federale regering zegt wat de regio's zouden moeten doen, maar zwijgt in alle talen over de eigen bevoegdheden. Daarop legt de Vlaamse regering een waslijstje voor, veelal met federale materies. Zo komen we er niet natuurlijk", stelt Baert.

'De federale regering zegt wat de regio's zouden moeten doen, maar zwijgt in alle talen over de eigen bevoegdheden. Daarop legt de Vlaamse regering een waslijstje voor, met federale materies. Zo gaan we er niet komen natuurlijk'
Stijn Baert (UGent)

De nota van de premier mag dan wel een aanzet zijn tot discussie, inhoudelijk struikelt Baert over het feit dat dit meer weg heeft van een 'communicatiestrategie' dan van een tewerkstellingsbeleid. "Het is niet alleen vrij vaag, maar het is ook weinig versterkend. Geen woord over wat de federale regering zélf, met haar bevoegdheden kan en wil doen." Baert somt een rist voorbeelden op: de sterke koppeling van lonen met anciënniteit die ouderen uit de arbeidsmarkt drijft; of de werkloosheidsuitkeringen die niet beperkt zijn in de tijd. "Dat is voor mij zeker geen probleem, maar daarnaast zijn ze ook slechts beperkt degressief, zodat de prikkel om een baan te aanvaarden minder sterk is dan wat zou kunnen." Ook het luik pensioenen, met inbegrip van vervroegd pensioen, komt niet aan bod. "Daarnaast opmerkelijk: men heeft het voortdurend over activeringsmaatregelen gericht op werklozen, over inactieven spreekt men niet, terwijl daar de grote latente arbeidsreserve zit."

'Vlaamse zelfgenoegzaamheid'

Dat valt ook arbeidsmarktdeskundige Jan Denys op. "Terwijl de echte winst net in dergelijke zaken zit. We kampen met zeer veel langdurige werkloosheid, en de uitstroom vanuit die werkloosheid naar de arbeidsmarkt is veel te laag in vergelijking met andere landen." Denys en Baert ergeren zich evenwel aan de Vlaamse zelfgenoegzaamheid die Muyters en Bourgeois volgens hen etaleren. "In vergelijking met Brussel en Wallonië doen we het inderdaad niet slecht, maar op Europees niveau zijn we ook maar een middelmatige speler op het vlak van de werkzaamheidsgraad", schampert Denys. "Men doet uitschijnen alsof we hier klaar zijn, maar dat is helemaal niet zo." 

Denys stelt dat de plannen van Michel kleine stapjes lijken in de goede richting zijn. "Echt grote nieuwe dingen zal je niet meer kunnen uitvinden, maar de bestaande maatregelen kun je verfijnen, evalueren en verbeteren waar mogelijk. Daarmee win je enkele procentpunten."