Jordaniërs komen voor de derde nacht op rij op straat tegen belastingwet
In Jordanië zijn voor de derde nacht op rij duizenden mensen op straat gekomen om te protesteren tegen een geplande belastingverhoging van de regering. Het zijn de grootste demonstraties in jaren in Jordanië, een van de weinige Arabische landen waar het de jongste tijd rustig bleef. Afgelopen nacht zette de politie in de hoofdstad Amman traangas in tegen de betogers.
De betogers protesteren tegen een geplande belastinghervorming die de steun heeft van het Internationaal Muntfonds (IMF). Het behelst onder meer een belastingverhoging met minstens 5 procent op lonen van burgers. Ook de taksen voor bedrijven gaan omhoog.
De betogers zeggen dat de belastinghervorming het leven duurder zal maken, en dat nadat de btw eerder dit jaar al was verhoogd.
Het protest startte woensdag met een demonstratie van de vakbonden. Het zwol donderdag nog aan toen de regering ook hogere energieprijzen bekendmaakte. Vrijdag kondigde koning Abdullah II dan wel aan hij de prijzen voor elektriciteit en brandstof zou bevriezen, het mocht niet baten: het protest blijft duren.
De betogers eisen dat koning Abdullah premier Hani Mulki ontslaat, maar Mulki zei gisteren nog dat hij niet bereid is om zijn plannen te wijzigen. Het wetsontwerp moet nog worden goedgekeurd door het parlement. "Het parlement zal beslissen of de hervorming er komt of niet", zei hij.
Vooral in de hoofdstad Amman verliep het verzet afgelopen nacht fel. Het kwam tot confrontaties tussen de betogers en de politie, die wegversperringen opwierp en traangas inzette. Ook in andere steden kwam het tot onlusten.
Volgens de Jordaanse regering is de belastinghervorming nodig om de staatsschuld te verlagen, publieke voorzieningen te betalen en belastingontduiking tegen te gaan.
In tegenstelling tot veel buurlanden in het Midden-Oosten heeft Jordanië zelf geen olierijkdom of andere natuurlijke grondstoffen. De schuldgraad komt uit boven 90 procent van het bbp. Jordanië engageerde zich bij het IMF, dat in 2016 een krediet van 723 miljoen dollar toekende, om de schuldenberg te verkleinen. In ruil voor het IMF-krediet moet de schuldgraad tegen 2021 zakken naar 77 procent van het bbp.
Ook de opvang van duizenden vluchtelingen uit de buurlanden, vooral uit Syrië, weegt zwaar op het land.