Bloed geven mag nu ook na uw 71ste
Minister voor Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) heft de leeftijdsbeperking op voor bloeddonoren. Tot nu mochten mensen maar tot hun 71ste bloed doneren. Die maximumleeftijd valt nu dus weg. "Met deze maatregel versterken we de bloedvoorraad om levens te redden", zegt De Block.
De ministerraad keurde het opheffen van de maximumleeftijd afgelopen vrijdag goed. De nieuwe regelgeving is belangrijk voor wie ouder is dan 71. Mensen boven die leeftijd mochten in ons land tot nu geen bloed, plasma of bloedplaatjes doneren. Nu mogen ze dat wel. Op voorwaarde tenminste dat ze al voor hun 66ste verjaardag al eens bloed gaven, en op voorwaarde dat de laatste donatie niet langer dan drie jaar geleden is.
Er was geen enkele wetenschappelijke basis om de leeftijdsgrens van 71 nog te blijven hanteren, aldus De Block. In het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada doen ze het trouwens al langer zo. In Canada is zowat 1,5 procent van alle donaties afkomstig van donoren die ouder zijn dan 70. Door de leeftijdsgrens op te heffen kunnen in ons land 8.000 gekende donoren, die onder de oude regelgeving hadden moeten stoppen, gewoon blijven doneren. “Dankzij deze maatregel worden 15.000 extra donaties op jaarbasis verwacht”, zegt Philippe Vandekerckhove, gedelegeerd bestuurder van Rode Kruis-Vlaanderen. “Vaak gaat dit over zeer trouwe donoren die jaarlijks meerdere keren bloed geven.”
Rode Kruis beslist
Dat de bovengrens wegvalt, wil niet zeggen dat iedereen zomaar onbeperkt tot op hoogbejaarde leeftijd bloed kan doneren. Het Rode Kruis kan beslissen dat iemand niet geschikt is. “De donorarts van Rode Kruis-Vlaanderen zal oordelen tot wanneer iemand bloed mag en kan geven”, zegt minister Maggie De Block. “De individuele gezondheidstoestand van de donor is essentieel om te bepalen of hij/zij in staat is om op een veilige manier bloed te geven.”
Voor Pierre Gysen (71) uit Hoeilaart is de nieuwe regelgeving goed nieuws. Pierre had door zijn leeftijd normaal moeten stoppen. Dat hoeft nu niet. “Ik geef al bloed sinds 1975”, zegt hij. “Die eerste keer was dat nog ingegeven door gierigheid: mijn vrouw was zwanger, en de dokter moest mijn bloedgroep kennen. Van mijn schoonbroer wist ik dat zo’n onderzoek veel geld kostte, dus besloot ik bloed te gaan doneren – dan kwam ik m’n bloedgroep ook te weten.”
Eenmaal daar raakte Gysen doordrongen van de grote noodzaak aan bloeddonoren: hij is altijd blijven gaan. “Het Rode Kruis zocht donoren. Dus waarom niet? Het duurt maar een paar minuten, en ik ben er nooit ziek van geweest. Ik ken mensen die flauwvielen als ze bloed geven. Ikzelf heb nooit enige last ervaren. Ook voor mezelf vond ik het nuttig: je bloed wordt gecontroleerd, en als er iets niet oké is, word je verwittigd. Je staat onder dokterstoezicht.”
Zelf heeft hij nooit een bloedtransfusie nodig gehad. “Ik ben gezond, ik ben nooit iets tegengekomen. Maar andere mensen hebben dat bloed wél nodig. En ik op een dag misschien ook.”
Gysen gaf in totaal al 127 keer bloed, goed voor 57 liter. Normaal had het daar gestopt. Maar met de nieuwe regelgeving van De Block hoeft dat dus niet. “Ik ben daar blij om. Ik doe het graag en zie het als een positief gebaar waarmee ik anderen kan helpen.”
Tweede keer
In 2011 trok de regering de leeftijdsgrens voor gekende bloeddonoren ook al eens op. Tot dan lag die vast op 66 jaar. De regering maakte daar in 2011 71 jaar van, tenminste voor die mensen die in het verleden ooit al eens bloed gaven. Die wetswijziging zorgde toen jaarlijks voor meer dan 20.000 extra donaties.