Cheffou werd op donderdag 24 maart omstreeks 18 uur opgepakt vlak bij de gebouwen van het federaal parket omdat de speurders er op dat moment van uitgingen dat hij de “man met het hoedje” was die na de aanslag van 22 maart uit de luchthaven Brussels Airport was kunnen ontkomen. Vier dagen later, op 28 maart, werd de man al vrijgelaten omdat onderzoek had uitgewezen dat hij niet de man in kwestie was. Cheffou bleef wel in verdenking gesteld voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep, terroristische moorden en poging tot terroristische moorden, ook al werd de echte “man met het hoedje”, Mohamed Abrini, korte tijd laer opgepakt.

Flesje water en twee bananen

Volgens Cheffou kreeg hij in de 41 uren dat hij vastgehouden werd in de lokalen van de federale gerechtelijke politie (FGP) in de Koningsstraat niets te eten. Een politieman zou hem wel een flesje water en twee bananen gegeven hebben. Cheffou zegt ook dat hij er geen probleem mee heeft dat hij een naatktfouille onderging en dat zijn kleren in beslag genomen werden voor onderzoek, aangezien hij een overall kreeg om zich aan te kleden. Maar toen hij zich rond 21 uur begon op te winden en de camera in zijn cel bedekte om uitleg te krijgen over zijn dossier, zouden een zevental agenten hem in het donker in elkaar geslagen hebben tot hij het bewustzijn verloor, waarna hij de nacht naakt moest doorbrengen, al bracht een agent hem na enkele uren wel een deken.

Zaterdagochtend 26 maart werd de man overgebracht naar de gevangenis van Vorst, maar toen hij bij die overbrenging niet meteen gehoorzaamde, zou hij opnieuw slagen hebben gekregen en zou men hem zelfs een geladen pistool tegen het hoofd hebben gezet. Nog volgens Cheffou was er in de eerste maaltijd die hij in de gevangenis kreeg, duidelijk gespuwd, zodat hij besloot helemaal niets meer te eten tijdens zijn verblijf.

Comité P

Omwille van de feiten waarvoor hij in verdenking was gesteld, de mediatisering van het dossier en het gevaar dat hij andere gedetineerden zou opruien, nam de gevangenisdirectie bijzondere maatregelen voor Cheffou. Zo werden alle gevaarlijke voorwerpen verwijderd en werd de man continu in de gaten gehouden. Volgens Cheffou liet een bewaker hem wel een scheermes achter en liet hem duidelijk verstaan wat hij daarmee kon doen. Ook zouden de cipiers om het kwartier het licht aangestoken hebben en lawaai gemaakt hebben om hem het slapen te beletten.

Zonder zich uit te spreken over de situatie van Fayçal Cheffou, die desgevallend door het Comité P zal onderzocht worden, verduidelijkt de woordvoerder van de federale politie dat er geen bijzondere richtlijnen zijn voor terreurverdachten. De veiligheidsmaatregelen hangen af van de potentiële risico’s, klinkt het. In terreurdossiers zijn die dan ook strenger. Volgens de federale politie krijgen de arrestanten ook eten op de normale uren, ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds.

Kathleen Van De Vijver, woordvoerster van het Gevangeniswezen, spreekt zich ook niet uit over de zaak van Cheffou maar verduidelijkt dat de veiligheidsmaatregelen geval per geval worden beoordeeld en dat de cipiers ‘s nachts de gevangenen niet wakker maken.

“Het personeel is opgeleid om te zien of de gevangene een reflex vertoont, of die ademt of beweegt”, klinkt het.