© luc daelemans

“Olifanten zet je niet een schoenendoos”

Na zes jaar op en neer reizen naar Detroit, kriebelde het vorige week om voor de eerste keer de Detroit Zoo te bezoeken, net na de opening van mijn tentoonstelling. Ik ben in dierentuinen altijd op mijn hoede. De meest verschrikkelijke zoo’s heb ik al gezien. Het Tibetaanse Lhasa spande de kroon, het is soms schokkend hoe grote dieren als tijgers, apen, olifanten en ijsberen worden behandeld en opgesloten.

Koen Vanmechelen, kunstenaar

Maar olifanten en ijsberen heb ik in Detroit Zoo niet gevonden. Dat wilde de directie van de zoo ook niet. Olifanten horen niet thuis in een dierentuin, zo bleek ook uit wetenschappelijk onderzoek. In 2005 stuurden ze hun laatste Indische olifanten, Winky en Wanda, naar een nieuw thuis in het ARK 2000 Sanctuary in Californië. Daar is het warmer, hebben de dieren dertig keer meer ruimte, en hoeven ze geen lange periodes meer binnen. Meer op maat dus van het grootste landzoogdier ter wereld.

Olifanten zet je immers niet een schoenendoos, vond directeur Ron Kagan. En gelijk had hij, dacht ik terwijl ik ijsbeerwaarts naar de Arctic Ring of Life wandelde. Dieren hebben een natuurlijke habitat nodig om emotioneel en fysiek te gedijen. Maar van Tundra, de oude ijsbeer, was geen staart te zien. Ook de veel jongere Talini en Nuka waren spoorloos. En dat vond ik eigenlijk wel prima. Het was niet omdat ik zin had in hen, dat zij zin moesten hebben in mij. Misschien dat ze bij een volgend bezoek wel present zouden geven. Op andere plaatsen, zoals in het National Amphibian Conservation Center, de Great Apes of Harambee en het nieuwe Polk Penguin Conservation Center het grootste pinguïncentrum ter wereld, was er genoeg te ontdekken. En omdat we in La Biomista in Genk ook wolven zouden willen houden, keek ik vanop een respectabele afstand met meer dan normale nieuwsgierigheid naar de Wolf Wilderness, een natuurlijke habitat voor wolven.

Directeur Kagan mag dan in zijn lange carrière een hoge prijs betaald hebben voor zijn visionaire filosofie rond dierenwelzijn, vandaag blijkt dat hij het altijd bij het rechte eind had. Dierentuinen hoeven niet allemaal dezelfde soorten te presenteren. Iedereen zijn specialismen, dat is beter voor dier en mens. Centraal in een zoo staan dieren en aan hen is een zoo meer verplicht dan aan bezoekers. Dierentuinen, laten we wel wezen, zijn arken van genen geworden. Ze moeten de juiste schakel zijn tussen mens en natuur. Een plaats voor educatie. Binnen en buiten de zoo, de graadmeter van een maatschappij. In deze filosofie zie ik ook La Biomista.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer