Rode Kruis trekt 71 medewerkers terug uit Jemen om veiligheidsredenen

71 internationale medewerkers van het Rode Kruis die aan het werk waren in Jemen zijn overgebracht naar Djibouti in de Hoorn van Afrika. Dat komt neer op meer dan de helft van het internationale Rode Kruis-personeel dat actief was in het door oorlog geteisterde land. 

De hulporganisatie neemt de beslissing na een "reeks incidenten en bedreigingen". "De laatste weken zijn onze activiteiten gehinderd en zijn onze medewerkers bedreigd en als doelwit geviseerd", zegt het Rode Kruis. Twee maanden geleden werd nog een Libanese hulpverlener doodgeschoten toen gewapende mannen het vuur openden op zijn auto. 

Het Rode Kruis, dat sinds 1962 aanwezig is in Jemen, roept alle strijdende partijen op om concrete en echte veiligheidswaarborgen te bieden, zodat het zijn medische hulpverlening en zijn voedsel- en waterprogramma kan voortzetten.

Het conflict in Jemen is al drie jaar aan de gang. Troepen die trouw zijn aan de Jemenitische president Abd Rabbo Mansour Hadi, krijgen (lucht)steun van de militaire coalitie onder leiding van buurland Saoedi-Arabië. De sjiitische Houthi-rebellen krijgen de steun van Iran, aartsvijand van de Saoedi's.  

Het conflict escaleert opnieuw nu pro-regeringstroepen de havenstad Hodeida willen veroveren op de Houthi's. Hodeida aan de Rode Zee is één van de belangrijkste havens in het land en een levensnoodzakelijke bevoorradingsroute voor voedsel, brandstof en medicijnen. Als de stad geblokkeerd wordt, dreigen miljoenen mensen te worden afgesneden van de toevoer van levensmiddelen. Oxfam schat dat 8,4 miljoen Jemenieten nog maar een stap zijn verwijderd van de hongersnood. 

In Jemen woedt volgens de Verenigde Naties de ergste humanitaire crisis ter wereld. Meer dan 22 miljoen mensen, of zowat 75 procent van de bevolking, hebben nood aan humanitaire hulp. De cholera-epidemie die vorig jaar uitbrak, trof meer dan 1 miljoen mensen. 2.200 mensen kwamen om door de ziekte.