Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Waarom jongeren Frans leren niet belangrijk vinden

De Franse taal sluit niet echt aan bij de leefwereld van kinderen en jongeren.Beeld Aurélie Geurts

Onze kinderen spreken geen Frans meer. En dat moeten we met z’n allen erg vinden. Maar is die Franse taal wel nog zo belangrijk? “We moeten realistisch zijn. Frans hoort niet meer tot de leefwereld van Vlaamse kinderen.”

Vrijdagochtend aan de ontbijttafel. Tienerdochter ziet de krant liggen, met daarin nogal prominent stukken over hoe slecht onze kinderen zijn in Frans. Haar nogal laconieke reactie – denk er van die typische rollende ogen bij –; “So what? Waarom moeten we dat eigenlijk kunnen? Wat is het nut daarvan?”

Ik hoor mezelf het riedeltje afsteken dat Frans erg belangrijk is, dat we nu eenmaal in een tweetalig land wonen, dat ze later in haar werk grote kans loopt Frans nodig te zullen hebben. Waarop al even snel het antwoord volgt: ‘Ik ben toch goed in Engels’. Case closed voor haar.

Je krijgt het aan kinderen en jongeren niet meer uitgelegd waarom Frans belangrijk is. Dat merkt ook socioloog Peter Stevens (UGent). “Frans zit niet in hun leefwereld. Wanneer krijgen ze met Frans te maken? Vaak enkel in de Franse les. Het blijft voor hen iets abstracts. Terwijl Engels heel spontaan hun dagdagelijks bestaan binnensluipt. Kijk alleen al naar het taalgebruik van kinderen. Oh my god is een van de populairste uitdrukkingen.”

'Frans zit niet in hun leefwereld. Wanneer krijgen ze met de taal te maken? Vaak enkel in de Franse les'
Peter Stevens, socioloog (UGent)

Fortnite

Engels is cool en Frans is dat niet?  Stevens: “Die kinderen willen hun computerspelletjes, zoals het populaire Fortnite, kunnen begrijpen. Ze willen de YouTube-filmpjes verstaan. In de lagere school van mijn eigen kinderen werden er onlangs vrijblijvend Engelse lessen aangeboden. Dan zie je dat die lessen heel populair zijn. Er is een duidelijke vraag naar. En als kinderen daar toch zo in geïnteresseerd zijn, kun je er maar beter gebruik van maken. Want elke taal die ze leren is een extra troef.”

Het klopt dat Vlaamse jongeren nog weinig met Frans in aanraking komen, zegt ook arbeidsmarktspecialist Jan Denys. “Wij kwamen vroeger veel meer in contact met dat Frans. Ik herinner me nog dat wij als kind naar Franse films keken op televisie, Louis de Funès was populair. Je hoorde toen ook veel Franse liedjes op de radio.”

En ook de Franse showprogramma’s op televisie waren populair. L’Ecole des Fans bijvoorbeeld, een Idool avant la lettre op zondagnamiddag met de ondertussen overleden presentator Jacques Martin, daar keek in de jaren 80 zowat half Vlaanderen naar. Denys: “We hadden ook maar twee posten op de televisie: 'Brussel Vlaams' en 'Rijsel'. Om maar te zeggen: Frans hoorde er toen gewoon bij.”

Wat vroeger voor Frans het geval was, is dat nu voor het Engels, weet Maaike Billet (17), lid van de raad van bestuur van de Vlaamse Scholierenkoepel. "Wij, jongeren, zitten voortdurend naar Engelse series te kijken op Netflix of Engelse memes te lezen. We leren het gewoon spontaan. Ik merkte zelf op 11-jarige leeftijd plots dat ik Engels verstond, toen bij het bekijken van een Engelstalig filmpje plots de ondertitels wegvielen."

'Ik merkte zelf op 11-jarige leeftijd plots dat ik Engels verstond, toen bij het bekijken van een Engelstalig filmpje plots de ondertitels wegvielen'
Maaike Billet (17), Vlaamse Scholierenkoepel

Eenheidstaal

Is er dan een duidelijke shift bezig van Frans als belangrijkste tweede taal naar Engels? In de academische wereld duidelijk wel. Stevens: “Aan de universiteit wordt steeds vaker Engels gesproken. Als we met Waalse collega’s samenwerken bijvoorbeeld. In plaats van dat de een zich aanpast aan de ander, kiezen we voor Engels als gemeenschappelijke taal. Want ook aan Waalse kant wint die taal aan belang.”

Sinds twee jaar biedt de UGent samen met de VUB ook een volledig Engelstalig programma Political and Social Sciences aan, gericht op lokale en dus Vlaamse studenten. Want als afgestudeerden later in competitie willen gaan met internationale collega’s moeten ze de Engelse taal meester zijn. Engels wordt steeds meer de voertaal bij universiteiten.

Ook op de arbeidsmarkt is een shift te zien. Zeker in de communicatie- en marketingbranche en de IT. Al mogen we volgens Jan Denys absoluut niet denken dat het Engels in alle bedrijven de eenheidstaal wordt. “It's not gonna happen”, klinkt het stellig. “Voor bedrijven in de regio Brussel en aan de taalgrens zal de kennis van het Frans op je cv nog altijd een meerwaarde zijn. Ook in bedrijven die handel voeren met Frankrijk, nog altijd een belangrijke handelspartner voor ons land.”

Dat Frans op de arbeidsmarkt nog altijd heel belangrijk is, bevestigen ook cijfers van de VDAB. In de voorbije twaalf maanden ontving de VDAB 271.215 vacatures. In 23 procent daarvan, bijna een kwart dus, wordt kennis van Frans gevraagd. In 19 procent wordt Engels gevraagd. En nog net geen 2 procent Duits.

In de voorbije 12 maanden ontving de VDAB 271.215 vacatures. In 23% daarvan, bijna een kwart dus, wordt kennis van Frans gevraagd. In 19% wordt Engels gevraagd

Kennis van het Frans blijft dus een niet te onderschatten troef op de arbeidsmarkt. Volgens Denys beseffen kinderen en jongeren dat belang niet meer, hun ouders wel degelijk nog wel. “Dat bewijst het succes van Franse taalkampen. Ik heb daar mijn eigen kinderen ook naartoe gestuurd. Die kampen zijn streng en mijn kinderen vonden het niet leuk. Maar ze hebben er wel degelijk Frans geleerd. Meer dan in een heel jaar op school. Wat veel zegt over ons onderwijssysteem.”

Moeten of fun?

Franse taalkampen. De woorden alleen al doen bij mij thuis gezichten op onweer springen. Tienerdochter heeft er ooit eens, half gedwongen, een gevolgd. Bij een degelijke organisatie, met al even degelijk prijskaartje. Haar kennis van Frans ging er op vooruit ja, maar haar degout voor de taal ook. Vreemd, want haar jongere zusje volgde vorig jaar geheel vrijwillig bij dezelfde organisatie een Engels taalkamp. Omdat ze zo beter de liedjesteksten die ze leuk vindt zou kunnen meezingen.

Frans wordt dus geassocieerd met 'moeten',  Engels blijkbaar met 'fun'. Ook op school merk je dat, weet Maaike Billet. Vorig jaar heeft de Scholierenkoepel jongeren uit het middelbaar bevraagd naar hun ervaringen met bepaalde vakken. "Dan merk je toch een groot verschil tussen de lessen Frans en Engels. In Frans ligt de nadruk heel hard op de theorie en vooral de grammatica. Bij Engels wordt al eens vaker een film bekeken of iets gedaan met songteksten of gepraat over de perikelen met Trump. Het gaat er gewoon losser aan toe."

Als Engels dan toch leuker is en meer in de leefwereld van jongeren ligt dan Frans, zou je toch verwachten dat de kennis van het Engels aan het stijgen is, ten koste van het Frans. Onderwijsexperten wijzen er al een tijdje op dat dat niet het geval is. De kennis van het Engels blijft al jaren stabiel op een 'aanvaardbaar niveau'.  Frans en Engels zijn dus geen communicerende vaten.

Maar volgens socioloog Stevens mogen we het zo niet bekijken. "We moeten stoppen met denken dat het een te koste of ten voordele van het ander gaat. Als je mij vraagt wat ik belangrijker vind: Engels of Frans, dan zeg ik Engels. Maar ik vind dat we niet zouden moeten kiezen. Het moet een en-en-verhaal zijn."