Direct naar artikelinhoud
Extremisme

Experts luiden alarmbel: deradicaliseren is niet gelijk aan improviseren

Fouad B.Beeld Eric de Mildt

Het lijkt absurd, maar veel burgemeesters weten vaak niet eens wanneer hun geradicaliseerde inwoners de gevangenis zullen verlaten. Even fundamenteel is dat bij de begeleiding van deze extremisten de improvisatie nog overheerst. "We zijn veel te intuïtief bezig."

en

Met 28 zijn ze. De geradicaliseerde gevangenen die dit jaar het cachot verlaten. Wellicht zijn het er meer, want er kunnen er nog voorwaardelijk vrijkomen. Op die manier zijn het afgelopen jaar in totaal 76 gevangenen met een radicaal profiel vertrokken uit de gevangenis. Dit zijn slechts de toppers, de extremisten van de zwaarste categorie. Allemaal staan ze op de lijst van het antiterreurorgaan (OCAD) of de interne dienst van de gevangenis die extremisten in de gaten houdt (CelEx). 

Zoals een Jean-Louis Denis, samen met Fouad Belkacem de beruchtste IS-rekruteerder in ons land. Denis zit nu nog in een aparte 'Deradex'-vleugel, maar komt normaliter eind dit jaar vrij. Of Semir Mujovic, een Bosnische Serviër uit Zonhoven, die in januari van dit jaar uit zijn cel mocht. Midden april moest hij al opnieuw achter de tralies omdat hij in chats dreigde met een aanslag op seksclub Casa Rosso op de Walletjes in Amsterdam. 

En dan is er nog Mustapha Bouyabaren, die afreisde naar Somalië en er vocht bij Al Shabaab. De andere namen zijn minder gekend bij het grote publiek. "Het gaat om de eerste lichting van jihadisten", zegt een politiebron. "Zelfs wanneer zij monsterlijke misdaden hebben begaan, kun je hen niet eeuwig en drie dagen vasthouden. Eigenlijk zouden we veel van die figuren constant moeten kunnen schaduwen, maar dan heb je honderden extra agenten nodig."

Hou ze achter slot en grendel

Deze lijst van de Staatsveiligheid geeft geen volledig beeld. In werkelijkheid zullen er nog veel meer geradicaliseerden klaar zijn met hun straf die niet op allerlei lijsten staan. Zo schat de Brusselse gemeente Sint-Gillis in dat er alleen al uit haar gevangenis binnenkort 22 geradicaliseerden op vrije voeten komen. 

Uiteraard zijn er even logische als radicale oplossingen voor deze jihadisten. 'Houd ze achter slot en grendel', is er zo eentje. Justitieminister Koen Geens (CD&V) besliste donderdag dat alle uitgaansvergunningen (geldt voor 16 uur) en penitentiaire verloven (36 uur) van alle mogelijke extremisten zijn afgeschaft. De minister kan zich na de drie moorden van Benjamin Herman in het centrum van Luik geen 'noodlottige vergissing' meer permitteren. Geens kan die verloven en vergunningen natuurlijk geen decennia opschorten. Wanneer de risico-inschatting van deze gedetineerden beter geregeld is, zullen ze weer buiten kunnen. 

Het voorstel van een enkelband voor alle geradicaliseerden heeft ook op tafel van de regering gelegen na de aanslag op de Bataclan in Parijs. Politiek was er een akkoord, maar het voorstel botste op juridische obstakels. Zo'n enkelband geeft ook slechts een vals gevoel van zekerheid. Wanneer een jihadist een bom kneedt of een aanslag pleegt zal die niet beginnen piepen.  

'De initiatieven schieten nu als paddenstoelen uit de grond. Maar wie controleert of er daar geen charlatans tussen zitten?'
Khalid Benhaddou, Gentse imam

Oppositielid Hans Bonte (sp.a), burgemeester van Vilvoorde, herhaalt constant dat jihadisten na hun straf ter beschikking moeten staan van de justitieminister. Die kan dan beslissen of ze in de gevangenis moeten blijven of niet. Wat de socialist er echter niet bij vertelt, is dat de rechter deze vrijheidsbeperking al moet neerschrijven in het vonnis. Voor alle extremisten die nu vrijkomen, is dat dus geen oplossing. "Je kunt gewoon niet en cours de route beslissen dat iemand in de cel moet blijven," luidt het binnen de regering. "Wanneer je zoiets probeert, dan zorgen de Sven Mary's van dit land ervoor dat zo'n extremist binnen het uur op straat staat." N-VA-partijvoorzitter Bart De Wever kwam vorige week met nog een ander voorstel: houd alle geradicaliseerden vast tot IS helemaal verpulverd is. Geens liet meteen weten dat Guantanamo niet in België ligt, en zelfs binnen zijn eigen partij wordt het voorstel van De Wever niet echt serieus genomen. "Wat Bart zegt, is moeilijk uitvoerbaar", luidt het in de partijtop. 

Tussentijdse conclusie: hen opsluiten en de sleutel weggooien kan niet. “Elk voorstel om geradicaliseerden langer vast te houden, is te begrijpen omdat we de samenleving willen beschermen en die mensen maximaal willen straffen. Maar het echte probleem schuif je zo voor je uit," zegt Jessika Soors, de deradicaliseringsambtenaar van Vilvoorde. Vroeg of laat komen gedetineerden sowieso vrij. Volgens Soors komt het erop aan om de opvolging meer sluitend te maken. “In België gebeurt veel, maar het is nog allemaal zo intuïtief. Er moeten duidelijke richtlijnen komen voor wie zich bezig houdt met deradicalisering, onderbouwd met methodologie." 

'Er moeten duidelijke richtlijnen komen voor wie zich bezig houdt met deradicalisering, onderbouwd met methodologie'
Jessika Soors, deradicaliseringsambtenaar Vilvoorde

In Mechelen ergeren ze zich eveneens aan de slechte opvolging. "Natuurlijk bestaat er geen toverformule die iemand plotsklaps weer in de samenleving schuift", zegt burgemeester Bart Somers (Open Vld). "Maar de re-integratie is nu veel te zwak georganiseerd." In Gent waarschuwt imam Khalid Benhaddou dat de improvisatie dringend moet plaats maken voor een meer professionele aanpak. "De initiatieven schieten nu als paddenstoelen uit de grond," meent hij. "Maar wie controleert of er daar geen charlatans tussen zitten?"

IJsje tijdens de ramadan

Zowel experts als burgemeesters geven aan dat de begeleiding best al in de gevangenis begint. Nu zijn er 27 islamconsulenten voor 4.000 moslims en 2 deradicaliseringsexperts voor heel Vlaanderen. Vilvoorde gaat, vermoedelijk als enige in België, het contact al aan met geradicaliseerden in de cel. “Laatst ging een medewerker met een politieagent een gedetineerde bezoeken en die was daar niet mee opgezet”, zegt Soors. “Die agent heeft dan uitgelegd dat hij hem echt wil leren kennen, zodat hij zich na zijn vrijlating niet enkel moet baseren op zijn juridisch dossier. Het is dus in beider voordeel. Dat we hen dat in de gevangenis al kunnen uitleggen, is in zekere zin een luxe."

Maar wat doen die plaatselijke 'deradicaliseerders' nu? Zijn het 'duiveluitdrijvers' of sociale werkers? Eigenlijk beide, en nog veel meer. Ze helpen met praktische zaken rond woonst, werk en welzijn, maar voeren ook gesprekken over het privéleven of de actualiteit. Bombardementen in Syrië of Irak of aanslagen zoals in Luik roepen bij een terugkeerder vaak hevige emoties op, die de lokale begeleiders proberen temperen. 

Bijkomend probleem is dat veel 'zware gevallen' lak hebben aan deze praatsessies. "Deze personen zijn draaideurcriminelen die al heel vaak begeleiding hebben gehad en de knepen van het vak heel goed kennen", zegt Ilyas Zarhoni van het Antwerpse Ceapire, een expertisecentrum voor radicalisme en extremisme. "Ze geven de instructies vaak online door aan anderen, zodat hun kompanen de hulpverlening kunnen manipuleren." 

Een voorbeeld: een jihadist vertrouwt de ene hulpverlener iets toe, en als hij enkele weken later ontdekt dat die een andere begeleider daarover heeft ingelicht, kan hij de sessies laten opschorten omdat de geheimhouding is geschonden. "In een jaar tijd merk je dan dat die mannen maar zes of zeven gesprekken hebben gehad", besluit Zarhoni. "Daar zou de rechter veel nauwer op moeten toezien." 

Vaak is het ook moeilijk in te schatten hoe geradicaliseerd een persoon werkelijk is. Een dag voor de aanslag at de Luikse schutter nog een ijsje in de tuin van zijn vader. Overdag, in volle ramadan. Fouad B. voorspelde deze week een nieuwe aanslag terwijl hij dubbele whisky's achterover sloeg. Sommigen nemen niet eens de moeite om hun begeleiders in het ootje te nemen. Diezelfde Fouad B. vertelde deze week nog dat hij zijn deradicaliseringstraject gewoon geweigerd had en 'die rotzakken konden doodvallen'. “Maar even goed had ik laatst een gedetineerde die me spontaan opbelde voor begeleiding”, zegt Soors. “Hij zei dat hij dankbaar was dat we hem niet hadden afgeschreven.” 

Tien uur deradicaliseren

Imam Khalid Benhaddou startte vorige maand in alle stilte een proefproject met een andere bekende imam, Saïd Aberkan. Wie voorwaardelijk vrij is, kan verplicht worden bij hen een traject van minstens tien uur te volgen. Voor deze begeleiding kregen ze 174.000 euro van Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V). Alle twaalf medewerkers zijn imams of islamconsulenten en kregen een screening van de Staatsveiligheid. Deze begeleiders hebben ervaring met gedetineerden en genoeg theologische bagage om zware discussies aan te kunnen met jihadisten. "In het begin gaan we zoveel mogelijk informatie over de persoon verzamelen", zegt Benhaddou. "Kan hij zelf boeken in het Arabisch lezen? Of volgt hij enkel Engelstalige predikers op het internet? Is hij helemaal ingebed in de islam of is zijn geloof slechts een dekmantel?" 

Daarna proberen ze zijn gedrag te veranderen. "Eerst zal de jihadist ontkennen dat hij fouten begaan heeft of de schuld elders leggen", zegt Benhaddou. "Via kritische vragen proberen we hem dan aan het wankelen te brengen. "Wanneer hij, bijvoorbeeld, opwerpt dat in de Koran staat dat de joden en de christenen onze vijanden zijn, zullen wij andere verzen citeren", legt Benhaddou uit. "Hopelijk leidt dat ertoe dat hij zijn gedrag aanpast en weer de draad van zijn eerdere leven oppakt. Een terugval is niet uit te sluiten, we kunnen niet honderd procent garanderen dat onze aanpak bij iedereen aanslaat."

'De opvolging en coördinatie van de geradicaliseerde gedetineerden gebeurt elders efficiënter'
Brussels Parlementslid Brigitte Grouwels (CD&V)

Zoals de deradicalisering professioneler kan, moet ook de samenwerking tussen de betrokkenen veel hechter. "Alle schakels in de ketting moeten in elkaar haken," zegt Benhaddou. De gemeentes hebben wel hun Task Forces en Lokale Integrale Veiligheidscellen, maar klagen de stenen uit de grond dat ze niet genoeg info krijgen van de hogere overheden. "Er is daar een fundamentele breuk," zegt Vilvoords burgemeester Bonte. 

In het Brussels Gewest zou de opvolging al helemaal te wensen overlaten. Vilvoordenaars zouden zelfs naar Brussel verhuizen, omdat ze daar makkelijker kunnen onderduiken. "Ik heb gehoord van ex-gedetineerden die een verbod krijgen van rechters om zich in Brussel te vestigen omdat ze hier zo gemakkelijk van de radar verdwijnen", zegt Brussels Parlementslid Brigitte Grouwels (CD&V). "De opvolging en coördinatie van de geradicaliseerde gedetineerden gebeurt elders efficiënter." 

Maar het probleem is breder dan Brussel en haar directe hinterland. De burgemeester van Verviers moest deze week toegeven dat ze niet wist dat Fouad B. al zes maanden vrij was met een enkelband. En dus ook niet of hij in die periode een deradicaliseringstraject heeft gevolgd. “Als iemand met een radicaal profiel vrijkomt, is de burgemeester meestal de laatste om dat te weten”, zegt Muriel Targnion (PS), burgemeester van Verviers. 

Garanties op papier

De deradicaliseringsdienst van Vilvoorde pakt het daarom anders aan. Die begeleidt zes Vilvoordenaars in de cel en een 80-tal families in de gemeente zelf. Dat verlaagt de kans dat iemand vrijkomt zonder dat de gemeente op de hoogte is. “Door die rechtstreekse contacten zijn we alleszins beter ingedekt, maar eigenlijk zou het niet mogen afhangen van informele contacten”, zegt Jessika Soors van Vilvoorde. “Er moeten ook structuren komen en garanties op papier.” 

Bonte heeft een wetsvoorstel ingediend dat de gevangenisdirecteur zou verplichten om zowel de zonechef van de politie als de burgemeester vooraf in te lichten over de (al dan niet tijdelijke) vrijlating. Een oppositievoorstel dus, maar een dat misschien wel bijval kan krijgen bij de meerderheid. “Een jaar of desnoods zes maanden voor deze extremisten vrijkomen, zou de Lokale Integrale Veiligheidscel (waarin ook de burgemeester zit, red.) geïnformeerd moeten worden”, zegt Mechels burgemeester Bart Somers (Open Vld). “Dan kunnen we al in de gevangenis met hen aan de slag gaan en een traject op maat maken. Door die omkadering kunnen we de gevaren inperken. Want veel van die mensen zijn aanstokers of rekruteerders."