“Tiental Syriëgangers wil terug naar België komen, zonder slechte bedoelingen”

© if

Het OCAD heeft momenteel weet van een tiental Syriëgangers - vooral vrouwen - die zonder slechte bedoelingen naar ons land zouden willen terugkeren. Denk aan mensen die ziek, ongelukkig of gedegouteerd zijn door wat ze daar meemaken. “Geconsolideerde aanwijzingen dat er mensen aan het terugkomen zijn met foute bedoelingen zijn er momenteel niet”, aldus OCAD-topman Paul Van Tigchelt.

sdv

“Nu ISIS onder druk staat, zouden sommigen willen terugkeren. Momenteel hebben we informatie over een tiental mensen die vrijwillig zouden willen terugkeren”, zei Van Tigchelt woensdag in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. “Ik bedoel dan mensen die vrijwillig en zonder dat ze gestuurd zijn vanuit (ISIS-bolwerk) Raqqa willen terugkeren. Bijvoorbeeld omdat ze ziek, ongelukkig, gedegouteerd zijn of omdat hun kind problemen heeft.”

© Photo News

Terugkeren is niet evident voor de betrokkenen, onderstreepte de topman van het OCAD, het orgaan voor de dreigingsanalyse dat de dynamische databank met ‘foreignt terrorist fighters’ beheert. “Want ISIS laat hen uiteraard niet zomaar vertrekken en ziet hen als deserteurs of verraders. Ze riskeren strenge straffen, daar moet ik geen tekening bij maken.”

Hoe de Belgische inlichtingen- en veiligheidsdiensten daarmee omgaan? Van Tigchelt vroeg begrip voor het feit dat hij daarover niet in detail kon gaan. “Maar ik kan u zeggen dat de diensten op dat vlak de nodige coördinatie waarborgen.”

Wel gaf hij nog kort een totaalbeeld van het aantal ‘foreign terrorist fighters’. De dynamische databank van het OCAD telt er momenteel 632, waarvan er 273 - al dan niet nog levend - ter plaatse zouden zijn. In lijn met eerdere cijfers zouden onder de 632 ook een honderdtal vrouwen zijn.

"OCAD soms als hefboom gebruikt"

Het OCAD, het orgaan voor de dreigingsanalyse, is in het verleden soms als hefboom gebruikt om bepaalde maatregelen te forceren. Die opvallende uitspraak heeft OCAD-topman Paul Van Tigchelt woensdag gedaan in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. Concrete voorbeelden gaf hij niet.

Van Tigchelt onderstreepte in het parlement meermaals het belang voor het OCAD om onafhankelijk het dreigingsniveau te kunnen bepalen. "Ben ik niet langer onafhankelijk, dan ben ik niet langer geloofwaardig. Dan ben ik dood", zo formuleerde hij het.

In het verleden bleek die onafhankelijkheid echter niet altijd absoluut, leek Van Tigchelt te laten verstaan. "Het OCAD is verantwoordelijk voor de dreigingsanalyse, niet voor de maatregelen die daaraan gekoppeld worden. Het OCAD is in het verleden soms wel gebruikt om bepaalde maatregelen te forceren. Als het OCAD niveau 3 zou afkondigen, dan zouden bepaalde maatregelen mogelijk worden."

Concrete voorbeelden volgden niet. Wel benadrukte Van Tigchelt meermaals dat er geen rechtstreekse of automatische link bestaat tussen een bepaald dreigingsniveau en de veiligheidsmaatregelen die daaruit volgen. "Het ene niveau 3 is het andere niet", klonk het. Bovendien werkt de organisatie enkel rond terrorisme en extremisme.

De OCAD-topman illustreerde dat onder meer met de brandstichting deze zomer in het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). "Het NICC zei dat ze geen bijkomende maatregelen genomen hebben na de brand, omdat het OCAD had gezegd dat er geen niveau 3 gold voor hen. Maar dat is niet correct. Het OCAD doet niet aan technopreventief advies van gebouwen. Het spreekt voor zich dat een gebouw als het NICC gevoelig is voor inbraak of brandstichting door criminelen. Maar dat is geen dreigings- maar een risicoanalyse, en die maak ik niet."

Concreter dan dat werden de voorbeelden niet. Wellicht zal de vraag echter volgende week al terugkeren, wanneer de onderzoekscommissie Van Tigchelts voorganger André Vandoren wil uitnodigen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen