Direct naar artikelinhoud
Column

"Ik heb een hekel gekregen aan grote woorden, ik ben allergisch voor opinies"

Daan Heerma Van Voss.Beeld Bob Van Mol

Daan Heerma van Voss is een Nederlandse schrijver.

Traag beklim ik het trapje dat me de mond van het vliegtuig in leidt; niet ergens heen maar ergens vandaan. De gratis krantjes laat ik links liggen – laat me.

Onlangs werd ik, via via uiteraard, geconfronteerd met de mening van een Vlaamse dichter (v), die vond dat mijn columns wel erg klein waren. Weinig oorlog, weinig opinie, weinig verontwaardiging, en dat terwijl er zo veel was om iets van te vinden, om verontwaardigd over te zijn. Dat ‘onlangs’ is inmiddels weken geleden, en nog altijd denk ik eraan; kennelijk zit ik ermee. Misschien omdat de woorden van dichters zwaarder wegen dan die van zomaar een mens, omdat zij precies weten hoeveel een woord waard is.

Maar ook omdat ze gelijk heeft. Mijn columns zíjn klein. Zo klein als een vliegtuigstoel, een hotelkamer, een gedachte, een boek dat ik aan het lezen ben. Dit is een geleidelijk proces geweest: mijn wereld is kleiner geworden. In plaats van me nog langer met de breuklijnen bezig te houden, de grote verhalen, de gebeurtenissen, ben ik me gaan concentreren op de brokstukken, de kleine gevolgen. Ik ben iemand die de brokstukken verzamelt, steentjes, mineralen; iemand die ze oppakt, bekijkt, bestudeert. Met ijdelheid heeft die verkleining, voor zover ik kan nagaan, niks te maken gehad: ik geloof niet dat mijn leven interessanter is dan dat van een ander, elk leven is universeel. Als ik evenveel wist van andermans leven als van het mijne, zou ik nooit meer over mezelf schrijven.

'Misschien was ik zo bang om een roepende in de woestijn te worden dat ik ben gaan fluisteren'

Op een gegeven moment, vermoedelijk vlak na mijn dertigste levensjaar, nu eenmaal de periode waarop mannen de dingen anders gaan zien, verloor het nieuws, dat amalgaam van schandalen en meningen, een groot deel van zijn waarde voor mij. Dat kwam enerzijds doordat ik merkte dat woorden zelden tot nooit leidden tot verandering; anderzijds doordat het nieuws onbevattelijk werd. IS, Trump, het werd me te groot, te grotesk. Ja, misschien was ik zo bang om een roepende in de woestijn te worden dat ik ben gaan fluisteren. Ik heb een hekel gekregen aan grote woorden, ik ben allergisch voor opinies, ik weiger voor of tegen te zijn.

Deze column beschouw ik als flessenpost: elke week stop ik een in tekst gewikkeld brokstukje in een glazen fles, die ik vervolgens te water laat, richting Vlaanderen.

De wereld draait inderdaad door, er gebeuren dagelijks dingen die je kwaad zouden moeten maken, elke week wordt er wel een wereldoorlog afgewend, en nog altijd is seksegelijkheid een streven, een idee, maar geen feit. Maar die boosheid behoeft geen nadere uitleg, noch ben ik van plan die te voeden door mijn verontwaardiging te herkauwen en voor u uit te braken. Ik ben uitgebraakt.

Boven de wolken, in de nabijheid van een ziedende zon, daar waarvandaan zelfs de grootste bouwwerken op aarde minuscuul lijken, schrijf ik deze laatste zin, die weliswaar niet welluidend genoeg is om ooit te worden opgenomen in een dichtbundel, maar die wel eerlijk is, zuiver zelfs: kleine levens bestaan niet.