Nick B. uit Leuven belde op 14 maart 2016 even na 9.30 uur naar de politie en naar zijn vader. Hij vertelde dat hij tijdens een ruzie zijn moeder had geslagen en haar keel had dichtgeknepen. De toen 57-jarige vrouw werd in levensgevaar naar het ziekenhuis gebracht. Ze had een hersenvliesbloeding opgelopen, fracturen in het gezicht en kneuzingen in de hals.

Tijdens diverse verhoren herinnerde de zoon zich alleen in vlagen wat er gebeurd was. Het slachtoffer herinnerde zich zelf ook niets van de feiten. Ze kon niet verhoord worden door haar fysieke en mentale toestand. Uit het strafdossier bleek dat de feiten volgden op een ochtendlijke discussie of B. al dan niet zou gaan werken en over het nemen van medicatie in de vorm van een antipsychoticum.

Psychose

Volgens de zus had haar broer twee weken eerder een psychose ontwikkeld. De beklaagde werkte als consultant, maar had geen zicht op een nieuw project en dat leidde tot stress. Nog volgens zijn zus was B. hoogbegaafd en had hij nooit eerder fysiek geweld gebruikt.

De ouders waren gescheiden en de beklaagde verbleef sinds enkele dagen bij zijn moeder. Zij kantte zich tegen het nemen van antipsychotica en verkoos een alternatieve aanpak. De vader is apotheker en drong er bij zijn zoon op aan dat hij de voorgeschreven medicatie moest nemen. Iets wat hij op het moment van de feiten al enkele dagen niet gedaan had.

Geen risico

Uit een eerste verslag van de gerechtsdeskundige bleek dat B. leed aan een psychotische stoornis en hij de verantwoordelijkheid voor zijn gedrag niet kon opnemen. In een tussenvonnis van 3 oktober 2017 kreeg de deskundige een aanvullende opdracht om na te gaan wat de actuele toestand van de beklaagde is. Volgens dat verslag van maart van dit jaar kampt B. nog steeds met een permanente psychische kwetsbaarheid, met risico op recidive. Voor het openbaar ministerie was dat het sein om op de zitting van 8 mei de internering te vorderen.

De beklaagde en zijn raadsman betwistten de noodzaak van die beschermingsmaatregel. De rechtbank volgde hen. Nick B. wordt psychiatrisch begeleid en er bestaat een noodplan bij opkomende psychose. De man woont bij zijn vader en het contact met de moeder is hersteld. Er bestaat momenteel geen risico dat hij opnieuw misdrijven zal plegen. De rechter oordeelde dat B. nood heeft aan begeleiding maar dat dit niet via het strafrecht moet gebeuren.