Direct naar artikelinhoud
reportage

Het leven zoals het is met een prothese, of net zonder: "Ik hoef aan geen enkel schoonheidsideaal te voldoen"

Anaïs Van Ertvelde werd geboren zonder rechteronderarm.Beeld Jef Jacobs

Misschien ben je wel een van die mensen die hen bij mooi weer ­nastaren, wanneer ze de trein uitstappen – met hun prothese, of juist zonder. "Als je er niet mee om kunt, vind ik je sowieso geen ­aangenaam persoon."

In de winter konden we de confrontatie nog uit de weg gaan, met laagjes kleding op strategische plekken. Maar in de zomer worden we geconfronteerd met ons lichaam zoals het is – ­willen of niet. Hoe warmer het wordt, hoe meer we onszelf onder ogen moeten komen. Voor wie een lichaamsdeel heeft verloren, tijdens een ongeval of het moest afstaan door aanslepende medische complicaties, is dat weerzien niet altijd even vanzelfsprekend.

Joëlle Detollenaere werd geboren met een klompvoetje en bracht haar jeugd grotendeels in ziekenhuizen door. Doordat ze nauwelijks gevoel had in haar voet, kreeg ze voortdurend wondjes die algauw tot ontstekingen leidden. “Ik moest elk jaar minstens drie maanden op krukken rondlopen, maar het ergste aan die hele periode was niet eens het fysieke ­ongemak”, herinnert ze zich. “Wanneer je er als kind anders uitziet, kunnen tieners ongemeen hard zijn.” Joëlle vertelt over hoe haar voet er jarenlang voor zorgde dat ze door haar leeftijdsgenoten gemeden werd. Op haar zeventiende besliste ze dat haar leven er een pak gemakkelijker zou uitzien zonder dat blok aan haar been. “Ik was fysiek en mentaal ­volledig op. De amputatie was de beste beslissing die ik ooit heb gemaakt. Ik ben heel sportief, en het was fantastisch om plots weer ­zorgeloos te kunnen fietsen, wandelen en snowboarden. Mijn voet was een grotere beperking voor ik hem liet amputeren.”

'Wanneer je er als kind anders ­uitziet, kunnen ­tieners ongemeen hard zijn'
Joëlle Detollenaere

Het zelfbeeld van Joëlle kwam niet ongehavend uit haar kindertijd, maar het vrijwilligerswerk dat ze bij het dieren­asiel en het Rode Kruis doet, zorgde ervoor dat ze een deel van haar zelfzekerheid terugwon. “Het was zo betekenisvol om mijn eigenwaarde niet langer uit mijn eigen lichaam te ­moeten halen, maar door op andere manieren te laten ­merken dat ik iets kon betekenen voor anderen.”

De onzekerheden waar ze als kind mee kampte, voelt ze nu vooral nog tijdens haar zoektocht naar een partner. “Ik weet nooit wanneer ik het onderwerp ter sprake moet brengen, áls ik dat al moet doen. Ik wil geen potentieel lief wegjagen. Normaal doe ik ’s avonds mijn prothese uit, maar mijn vorige lief reageerde niet zo goed op mijn kunstvoet. Hij heeft het onderwerp nooit ter sprake gebracht, maar ik merkte dat het voor hem een blokkade vormde om verder te gaan met onze relatie”, vertelt ze terwijl ze met haar hand over de lichtroze kunststof van haar prothese wrijft. “Tant pis, denk ik nu. Ik weiger me nog slecht te voelen omdat andere mensen zich niet in mijn situatie kunnen of willen verplaatsen.”

Joëlle Detollenaere: "Ik wil mijn prothese niet ­verbergen, ze zorgt ervoor dat ik me nu volledig kan smijten op mijn vrijwilligerswerk bij het Rode Kruis."Beeld Jef Jacobs

Daten met een arms dealer

Dat daten met een prothese niets is om onbezonnen aan te beginnen, werd enkele weken geleden nog maar eens ­bevestigd. Toen ging de gevatte Tinder-bio van een meisje dat schalks lachte om haar geamputeerde arm plots viraal. “Arms dealer”, schreef ze in haar omschrijving op de dating-app. Columniste Anaïs Van Ertvelde, zelf geboren zonder ­rechteronderarm, vond het vooral wrang dat we moeten lachen met een beperking om die bespreekbaar te maken, om de ongemakkelijkheid bij anderen weg te nemen.

Ze weigert een prothese te dragen. Dat zorgt geregeld voor gestaar. “Het is niet mijn arm die vermoeiend is, wél de ongemakkelijkheid bij anderen. Ik kan daar over het algemeen goed mee om en praat er heel open over, maar je kunt nooit zeggen: vandaag heb ik geen zin om blikken te trotseren of om mensen te ­moeten geruststellen dat het best oké is om zonder onderarm door het leven te gaan.”

Anaïs probeert haar kortere arm – zo omschrijft ze hem zelf graag – niet te verbergen. Tijdens het praten gesticuleert ze enthousiast om haar woorden kracht bij te zetten. “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een lichaamsdeel mis. Van al mijn vriendinnen voel ik me zonder twijfel het best in mijn lichaam. Mijn beperking heeft me een vrijkaart gegeven om aan geen enkel schoonheidsideaal te hoeven voldoen, omdat ik daar per definitie al niet aan beantwoord. Ik wist al snel: of ik ga me afzetten van die drang naar perfectie die de ­samenleving ons oplegt, of ik ga mijn hele leven ongelukkig zijn.”

'Mijn beperking heeft me een vrijkaart gegeven om aan geen enkel schoonheidsideaal te hoeven voldoen'
Anaïs Van Ertvelde

Al voegt ze daar snel aan toe dat die situatie vaak anders ligt bij mensen die een lichaamsdeel verloren tijdens een ongeval, wanneer er een trauma rond het geamputeerde lichaamsdeel hangt.

Auto-ongeluk

Dat overkwam Samy Meziani. Hij verloor zijn arm tijdens een auto-ongeval, inmiddels vijf jaar geleden. Toen hij na een feestje met een vriendin mee naar huis reed, knalde de auto in volle snelheid op een vrachtwagen. “Mijn beste vriendin kwam er ongeschonden uit, maar ik heb het heel moeilijk gehad om haar dat ongeval te vergeven. In één klap was ik zowel mezelf als mijn hartsvriendin kwijt. De existentiële ­crisis die daarop volgde, heeft jaren geduurd.”

Samy is een van de eersten in België bij wie artsen een ­bionische prothese hebben kunnen uittesten. Dat wil zeggen: een prothese die je kunt besturen als een echte arm. Toch zit Samy voor me met een huidkleurige variant met heel wat ­minder mogelijkheden.

“Het zit zo...” aarzelt hij, “ik wil niet dat mensen kijken. Deze prothese kan veel minder, maar zo ontkom ik op z’n minst aan al die starende blikken. Ik wou dat ik die kon ­afzetten. Ik hoef geen medelijden, ik wil dat mensen me leuk vinden om wie ik bén, niet om wat ik heb meegemaakt.”

Samy Meziani: "I hoef geen medelijden, ik wil dat mensen me leuk vinden om wie ik bén."Beeld Jef Jacobs

Hij vertelt over de littekens die zijn borst sieren, een constante herinnering aan het ongeval, en hoe hij ze nu probeert te ­verbergen met tatoeages. “Ik was vroeger best tevreden met mijn lichaam, maar dat viel volledig weg na het accident. Ik ben een poëziebundel geworden en wil enkel nog maar méér tatoeages. Maar ik heb liever dat mensen naar de teksten op mijn lichaam kijken dan wanneer ze afgeleid zijn door mijn prothese of door de littekens.” Op zijn schouderbladen liet hij ‘tiny doors’ en ‘big boxes’ tatoeëren. Waar die woorden precies voor staan, wil hij niet kwijt, maar ze zijn een herinnering aan zijn vorige relatie. “Mijn lief vond me mooier zonder prothese. Dat heeft wonderen gedaan voor mijn zelfbeeld.”

Het auto-ongeval mag dan vijf jaar geleden zijn, op het strand lopen met ontblote borstkas zal dus nog niet voor deze zomer zijn. “Mijn vrienden weten dat ze me niet mogen ­fotograferen wanneer ik geen prothese aanheb, maar ik durf nu al T-shirts te dragen. Dat vind ik al een behoorlijke ­vooruitgang. Het onbeschaamd tonen van mijn arm zal denk ik pas lukken wanneer ik de situatie volledig heb ­geaccepteerd. Daar ben ik nog niet.” 

'Ik durf nu al T-shirts te dragen. Dat vind ik al een behoorlijke ­vooruitgang'
Samy Meziani