© BELGA

Moeder en oma van ondervoede baby voor rechter: “Niet genoeg melk in huis? Dan maar water erbij”

De strafrechtbank buigt zich over een zaak tegen een moeder en een oma die een baby zodanig slecht hebben gevoed dat het kindje verschillende keren ondervoed werd opgenomen in het AZ Turnhout. Het Openbaar Ministerie (OM) eist voor beide vrouwen voor 12 maanden cel.

Marc Helsen

Volgens meester Bart D’Haene die de verdediging van Brigit (22) en Rita C. voor rekening nam gebeurde de ondervoeding niet opzettelijk, maar “uit nonchalance”.

Dat was niet de mening van openbaar aanklager Ellen De Ketelaere. Die schetste uit het strafdossier een ontluisterende gang van zaken. De baby was amper vier maanden oud toen het jongetje op 30 januari 2016 een eerste maal in het AZ Turnhout werd binnengebracht. “De moeder werd toen aangespoord om haar kind genoeg eten te geven”, aldus het OM.

Maar toen het intussen acht maanden oude jongetje op 19 april 2016 alweer in het ziekenhuis verzeilde, woog het nog altijd maar 5 kilo. Op 25 april was er opnieuw een opname. Toen werd een aerosol voorgeschreven, maar die werd nooit toegediend. Op 4 mei wachtte nog een opname, nadat een medewerkster van Kind en Gezin bij een thuisbezoek had vastgesteld dat het kindje ernstig ondervoed was. Het jongetje was toen suf en reageerde niet meer.

In de loop van het daarop opgestarte gerechtelijk onderzoek stelde een arts, die als expert werd aangesteld, vast dat er geen medische oorzaken waren voor al deze ziekenhuisopnames: het lag aan het gebrek aan voeding. “Volgens de expert was er sprake van ‘sociale deprivatie’ (het ontzeggen van sociale contacten en interacties, red.). “Het kind ging alsmaar achteruit, maar de moeder en de oma ervan gingen er vanuit dat het wel zou beteren”, aldus het OM. “Maar eigenlijk deden ze geen van beiden iets. Als er bijna geen melk meer in huis was, werd die verdund met water, voor de papfles. Beide vrouwen zijn verantwoordelijk, het kind ondervindt blijvende schade van de ondervoeding. Ik vorder twaalf maanden cel en een geldboete.”

“Financieel niet breed”

Volgens meester Bart D’haene, de raadsman van beide vrouwen, was er echter geen sprake van het opzettelijk onthouden van voedsel aan het kind: “Er waren problemen tussen de grootmoeder en haar dochter. In de opvoeding van het kind ging het er nonchalant aan toe. Moeder en oma hadden het financieel niet breed.”

Volgens de advocaat worden jonge kinderen wel eens vaker in het ziekenhuis opgenomen. “Bij zo’n opname gingen er knipperlichten aan, maar nooit werd er een opnamedossier gestart bij de jeugdrechtbank.”

De advocaat vond wel dat de moeder en de oma van het kind het beter hadden moeten doen, maar hij achtte de opzettelijkheid van het onthouden, van voedsel geenszins bewezen en vroeg daarom de vrijspraak. Ondergeschikt verzocht hij om een straf met probatieuitstel, zodat een justitieassistent kan controleren of het kind de nodige medische consultaties ondergaat.

Baby J. verblijft nu in een stabiele omgeving bij zijn opa, die apart leeft van de moeder en grootmoeder van het kind. Meester Ariën werd eerder al aangesteld als voogd ad hoc voor de kleine. Zij vroeg als burgerlijke partij 2.500 euro morele schadevergoeding voor het kind.