Dit jaar zijn al meer dan 1.000 mensen verdronken op de Middellandse Zee

Het weer is goed, de zee is kalm. Steeds meer boten met vooral Afrikaanse migranten en vluchtelingen proberen vanuit Libië de oversteek te maken.  Zo onderschepte een schip van de Libische kustwacht woensdag 301 mensen van wie 46 kinderen en drie vrouwen in twee opblaasbare boten. Ze kwamen uit 12 Afrikaanse landen. Maar veel anderen halen het niet. UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, zegt dat er bij drie schipbreuken meer dan 200 mensen zijn verdronken de voorbije twee dagen. Dat brengt de totale dodentol dit jaar al op meer dan 1000. 

De Hoge Commissaris voor de vluchtelingen is zelf op rondreis in Noord-Afrika. Hij bezocht een detentiecentrum in Libië, van waaruit een aantal kwetsbare mensen werden overgebracht naar buurland Niger.  In de detentiecentra worden zo'n 6500 migranten en vluchtelingen vastgehouden. 

De VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft sinds eind vorig jaar meer dan 1600 mensen kunnen evacueren naar andere landen, meestal naar Niger.  Niger wil als een soort van transitland de geëvacueerden opvangen tot ze door een derde land worden aanvaard.  Grandi dringt erop aan dat meer landen vluchtelingen hervestigen. "Toch is het niet zozeer een kwestie van onwil", zegt hij, "maar de procedures moeten sneller en doeltreffender."

Grandi benadrukt nog eens hoe moeilijk de weg is vanuit hun herkomstlanden naar het noorden van Afrika. "De mensen maken dramatische situaties mee onderweg. Ik heb veel vrouwen gezien die hier zijn bevallen, nadat ze waren verkracht. Er komen ook mensen aan die weinig uitzicht hebben op hervestiging, zij moeten andere opties overwegen. Maar hier in Libië blijven is heel zwaar. "

Over de verdrinkingen op de Middellandse Zee is Grandi geschokt. Hij wil dat er dringend meer internationale actie komt om de reddingspogingen op zee te versterken. Maar ook de grondoorzaken van de migratie moeten worden volgens hem worden aangepakt, net als de schrijnende toestand in Libië en andere landen onderweg.