‘Recht op gezinshereniging komt in het gedrang’

© myria.be

Het federaal migratiecentrum Myria beveelt aan om de ‘buitengewone omstandigheden’ die toelaten een aanvraag gezinshereniging in te dienen bij een Belgische gemeente, in regelgeving te verankeren.

rdc

Myria stelde dinsdag zijn rapport ‘Migratie in cijfers en in rechten 2018’ voor op een colloquium in de Senaat. Volgens het centrum blijkt dat familiale redenen nog steeds een belangrijk motief zijn voor het afleveren van verblijfstitels in België. Maar bij hervormingen in 2011 werden de toegangsvoorwaarden tot het recht op een gezinsleven verscherpt. Dat heeft zich volgens Myria vertaald in een daling van gezinsherenigingen met Belgen en gezinsherenigingen van Turkse en Marokkaanse onderdanen. ‘Het recht op gezinshereniging komt in het gedrang’, luidt de conclusie.

© myria.be

Daarom pleit het centrum er in zijn aanbevelingen voor om de criteria voor buitengewone omstandigheden die toelaten een aanvraag gezinshereniging op de gemeente in België in te dienen, 'best in regelgeving te verankeren, zoals minderjarige kinderen, een zorgwekkende medische of humanitaire situatie, Buitenlandse Zaken die reizen naar het land van terugkeer afraadt, de onmogelijkheid van terugkeer die buiten de wil van de betrokkene ligt...'. Daarnaast moet de mogelijkheid opengehouden worden om ook in andere situaties te besluiten tot het bestaan van die buitengewone omstandigheden.

Myria stelde ook vast dat het gebrek aan documenten de afgelopen jaren al te vaak een obstakel vormt voor de gezinshereniging. Het beveelt daarom onder meer aan om het asielrelaas als bewijs te laten gelden voor de gezinsband, het bestaande cascadesysteem inzake documenten breder toe te passen, en de garanties rond leeftijdsbepaling te versterken door onder meer bij twijfel over de leeftijd het voordeel van de twijfel aan de aanvrager toe te kennen.

Recht om gehoord te worden

In het kader van een gedwongen terugkeer moet een vreemdeling ook het recht hebben om gehoord te worden voor hem een bevel tot het verlaten van het grondgebied wordt overhandigd, vindt Myria. Het advies van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen over het risico van mishandeling dient ook bindend te worden.

Myria dringt er ook op aan om vormingen te organiseren voor diplomaten en personeel van privéfirma’s aan wie de visumdiensten werden uitbesteed. Gemeenteambtenaren die zich bezighouden met nationaliteitskwesties, zouden ook best een specifieke opleiding krijgen over de toegang tot de Belgische nationaliteit en de procedures. Volgens Myria is de gemeente immers een cruciale eerstelijnsactor inzake het verblijf van vreemdelingen. Vaak vormt ze de enige toegangspoort tot de autoriteiten.