Onderzoekers waarschuwen voor opwarming van Belgische steden: “Hittegolven kunnen weleens de norm worden”

© Hollandse Hoogte / Paul van Riel

Onze steden kunnen de komende jaren weleens onaangenaam heet worden. Tenminste: als stadskernen blijven vasthouden aan het model van aaneengesloten lage bebouwing. Dat blijkt uit onderzoek van de UGent en VITO. “We krijgen nu al te maken met hittegolven, maar over pakweg 80 jaar kunnen zij weleens de norm worden”, zegt onderzoekster Marie-Leen Verdonck.

Op warme dagen is het puffen in de Vlaamse steden: het is er gemiddeld drie graden warmer dan buiten de stad. Steden worden dan ook beschouwd als hitte-eilanden: beton en asfalt absorberen de hitte, die in de stad moeilijk weg kan door de compacte bebouwing. En met de verwachte temperatuurstijgingen in de komende jaren zou het in de stad wel eens onaangenaam heet kunnen worden.

“We zien dat er al inspanningen gebeuren om steden voor te bereiden op temperatuurstijgingen, bijvoorbeeld door meer groen en water in de stad te installeren”, zegt Verdonck. “Maar de Vlaamse visie op stedelijke hitte is vaak niet gebaseerd op onderzoekscijfers, zodat ze haar doel mist.” Met data over verschillende klimaatzones in Antwerpen, Gent en Brussel ontwikkelde de onderzoeker een model.

“Compacter wonen”

“We moeten compacter gaan wonen, in gebouwen van drie tot negen verdiepingen”, luidt de conclusie. “Tussen die gebouwen moet open ruimte komen, zoals bijvoorbeeld groenzones en waterpartijen, zodat er voldoende ruimte is voor afkoeling.” Oude energie-inefficiënte gebouwen worden ten slotte beter afgebroken dan gerenoveerd. “Enkel zo zullen we onze steden écht kunnen afkoelen tijdens langdurige hittegolven.”

© UGent

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen