De Europese staats- en regeringsleiders bereikten vannacht na uren onderhandelen een migratieakkoord. Nieuw is de oprichting van zogenaamde 'controlecentra' in de lidstaten rond de Middellandse Zee, waar de migranten die op zee zijn gered, naartoe gebracht zullen worden. Bedoeling is om er economische migranten snel te scheiden van migranten die in aanmerking komen voor asiel, waarna ze op vrijwillige basis verdeeld worden over de andere lidstaten. Dat moet frontlijnstaten als Italië ontlasten.

Ons land is voorlopig evenwel niet van plan om asielzoekers op te nemen uit de zogenaamde 'controlecentra' die in Zuid-Europa zullen worden opgericht. Dat zegt premier Michel. 'Er is nu geen crisis wat het aantal mensen betreft dat naar de EU komt, er is dus geen vraag om dat te doen en het behoort nu niet tot de orde van de dag', zegt hij.

Daarmee zit hij op één lijn met staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA). Die verwees vanmorgen op Radio 1 naar de 15 migranten van het schip Lifeline die ons land wel gaat opnemen. Dat was eenmalig, aldus Francken. 'Ik heb dat in het parlement gezegd en daar blijf ik bij.' De premier is het daar duidelijk mee eens.

Premier Michel legt de link met de hervorming van de Dublin-regels, die er wat hem betreft 'zo snel mogelijk' moet komen. Dublin bepaalt dat het land waar een migrant het eerst asiel aanvraagt, verantwoordelijk is. Zolang er geen hervorming van die regels is, blijven ze gelden, vindt Michel.

Europa besliste eigenlijk al na de asielcrisis van 2015 om de Dublin-verordening te hervormen, maar onder meer de Visegrad-landen Polen, Hongarije, Slovakije en Tsjechië liggen dwars. Zij willen niet weten van verplichte quota voor asielzoekers. Op aandringen van lidstaten zoals België en Duitsland is vannacht afgesproken dat die hervorming een prioriteit blijft voor de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz, die op 1 juli tijdelijk voorzitter wordt van de EU.

Francken: grote lijnen zijn positief

Op Radio 1 toonde Francken zich redelijk tevreden met het vannacht bereikte akkoord. 'Er zijn in grote lijnen stappen vooruitgezet. De grote lijnen zijn positief. Maar we zijn er nog niet.'

De grote vraag is of Noord-Afrikaanse landen als Tunesië en Libië wel zin hebben in de 'ontschepingsplatforms' waarover sprake in het akkoord. In het verleden toonden deze landen zich daar immers niet echt happig op.

Maar staatssecretaris Francken is daar vrij gerust in. ‘We zullen hen een beter aanbod moeten doen.’ Welk aanbod? ‘Die onderhandelingen gaan we niet om acht uur ’s morgens op de radio voeren. Maar wie geloofde er in 2016 in dat er een deal kon gesloten worden met Turkije?’

Francken wees er onder meer op dat die Noord-Afrikaanse landen een toekomst zoeken voor de vele jonge landgenoten met een diploma en zonder werk. ‘U maakt me niet wijs dat de sterkste, grootste en rijkste economie van de wereld geen akkoord zou kunnen sluiten met deze Noord-Afrikaanse landen.’ Lees: het gaat dus ook over geld.