Direct naar artikelinhoud
getuigenis

"In drie weken was ik 55.000 euro kwijt aan online wedden op voetbalmatchen"

Joeri kon zijn gokverslaving lang verborgen houden voor zijn partner Debora.Beeld Bob Van Mol

Joeri Verbraeken getuigt over een leven als gokverslaafde. "Ik zette om 3 uur ’s nachts enkele duizenden euro in op een wedstrijd uit de Braziliaanse derde klasse."

Debora Putteman: “Ik leerde Joeri in de zomer van 2008 kennen. Liefde op het eerste gezicht. We gingen snel samenwonen, ons eerste kind kwam er en we bouwden een huis. Ons geluk leek onaantastbaar. Joeri had me ooit verteld dat zijn vader hem in zijn tienerjaren uit cafés was komen halen waar hij bingo speelde, maar dat leken stoere jeugdherinneringen.”

Joeri Verbraeken: “Twintig jaar geleden, op mijn 18de, begon het al mis te gaan. Mijn loon verdween in de bingo­kasten op café. Vandaag ben ik veertien maanden clean en sta ik even lang droog. Want in combinatie met het gokken had ik ook een drank­probleem ontwikkeld. Ik zat in een vicieuze cirkel. Op nuchtere momenten zag ik de afschuwelijke ellende die ik mezelf en mijn gezin aandeed. Dus dronk ik om te vergeten en begon ik weer te spelen. Door de drank verloor ik alle controle tijdens het spel.”

Debora: “We woonden een tijdje samen toen ik aanmaningen kreeg voor onbetaalde rekeningen van Joeri. Hij had daar een uitleg voor, ik schreef het geld over en alles leek oké. In 2012 begon hij zich ’s nachts raar te gedragen. Hij kon niet slapen, lag te woelen en verdween continu uit bed. Hij zat voortdurend achter de computer en ik begon me zorgen te maken.”

‘Als echte voetbalfan dacht ik dat ik genoeg kennis bezat om het spel te doorzien. Toen begon de ellende pas echt’
Joeri Verbraeken

Joeri: “Ik had online­gokken ontdekt én de Nationale Loterij. Ooit kocht ik voor 600 euro Euromillions-formulieren om al mijn verliezen te compenseren. Ik was ervan overtuigd dat ik in één klap rijk zou zijn. Ik dook enthousiast in het onlinesportgokken omdat ik als fervente voetballiefhebber geloofde dat ik genoeg kennis bezat om het spel te doorzien. Toen begon de ellende pas echt.”

Krantenwinkel = gokkantoor

Debora: “Online sportgokken wordt bijna voorgesteld als een onschuldig tijdverdrijf. Maar die gokspellen worden zwaar opgedreven en er wordt gul met bonussen getrakteerd. Joeri joeg er online tienduizenden euro’s door. Echt onschuldig is dat niet.

“Ik vond een zak met 1.500 euro aan Win for Life-krasbiljetten in Joeri’s auto. Ik checkte onze spaar­rekeningen en zag dat hij ze geplunderd had. Eerst ontkende hij, maar toen leek het alsof hij zich bewust werd van zijn probleem en zijn leven wou beteren. Hij liet zich vrijwillig op de lijst van uitgesloten spelers van de Kansspelcommissie zetten. Dat was een pak van mijn hart. Nu kan hij nergens meer gokken, geloofde ik.”

Joeri: “Met mijn identiteitskaart raakte ik niet meer op de goksites, dus pikte ik die van Debora. Als dat niet meer zou lukken, kon ik nog altijd naar de krantenwinkel. Daar is toch geen controle. Vandaag is elke krantenwinkel een gokkantoor. De operators zetten er ‘live betting terminals’ waar je geen identiteitskaart hoeft in te steken.

‘Goed nieuws’

“Er stond 60.000 euro op de rekening van mijn zaak. Bijna al dat geld vergokte ik in drie weken tijd non-stop online aan voetbalmatchen. Ik sliep amper. Er bleef 5.000 euro over. Ik zette die om 3 uur ’s nachts in op een wedstrijd in Brazilië uit derde klasse, om er vanaf te zijn. Ik won 80.000 euro en was dolgelukkig. Ik maakte Debora wakker om haar het ‘goede nieuws’ te vertellen. Zij was diep teleurgesteld, want voor de zoveelste keer had ik mijn belofte gebroken om niet meer te gokken.”

Debora: “We zijn een paar keer uit elkaar geweest. Hij vertelde zijn familie dat er met mij niet viel samen te leven. Niemand wist wat er écht aan de hand was. Ik zweeg, want ik schaamde me. Hij was vaak maanden weg. Tot hij weer op de drempel stond. ‘Nu is het de laatste keer’, zei ik dan voor de zoveelste keer. Maar ik zie hem graag en we hebben samen twee kinderen.”

Joeri: “Ik zakte steeds dieper weg, tot ik besefte: er móét iets gebeuren. Ik smeekte Debora om hulp en een week later zat ik in een privé­afkick­kliniek in Zuid-Afrika.”

'Het vertrouwen in Joeri is de voorbije veertien maanden teruggekomen, maar bankkaarten krijgt hij niet'
Debora

Debora: “Twee maanden moest hij daar verblijven. Ik was opgelucht dat hij weg was.” (lacht)

Joeri: “In Vlaanderen is de expertise over gokverslaving niet bijster groot en de wachtlijsten zijn enorm. De kliniek in Afrika is gespecialiseerd in gokverslaving en er werken veel ervaringsdeskundigen. Die aanpak heeft mij gered, want zij weten wat ik heb doorgemaakt. Ik volg nu een driejarige opleiding om zelf later als ervaringsdeskundige anderen te helpen.”

Debora: “Het vertrouwen in Joeri is de voorbije veertien maanden teruggekomen, maar bankkaarten krijgt hij niet. Als hij geld nodig heeft, moet hij het vragen.”

Joeri: “Ik ben ook bang om te hervallen. Die schrik houdt me alert, want ik wil nooit meer terug naar af.”

Joeri en Debora willen lotgenoten helpen. Check fellowsupport.be.   

-------------------------------

Voetbal is de nieuwe gokverslaving, vooral onder twintigers

Reclame voor Unibet op de Sporza-site.Beeld VRT

Het WK voetbal zorgt voor hoogspanning in wedkantoren en op goksites. Intussen boomt in de hulpverlening het aantal jonge probleem­gokkers. "Ik heb meer vertrouwen in wedden op sport dan in de rente die ik bij de bank krijg."

Hulpverlener Ronny Willemen van het Centrum voor Alcohol- en andere Drugproblemen (CAD) Limburg krijgt dagelijks mensen met een gokverslaving over de vloer. “Vroeger waren ze verslaafd aan bingo en elektronische roulette”, zegt hij, “nu aan sportwedden. Online wordt er vooral gespeeld door zeer prille twintigers, want live betting via de smartphone is hip. Die weddenschappen zijn de voorbije jaren zo opgepept dat ze op casino­spelen lijken. De spelers kennen ­meteen het resultaat en zetten direct weer in.

“Toen sportgokken nog enkel in wedkantoren plaatsvond, was het relatief onschuldig. Je zette in vóór de match en pas nadien kende je het resultaat. Nu zet je tijdens de wedstrijd op alles en nog wat in, en is de spanning extreem hoog. Spelers raken in een rush, hebben geen oog meer voor de match, alleen voor winst of verlies. Eén op de vijf online­sportgokkers ontwikkelt zo een gokprobleem. De meesten zijn nog geen 29.”

In de aanloop naar het WK voetbal organiseerde de Kansspel­commissie een preventiecampagne voor online­sportwedden­schappen. De campagne kwam er op initiatief van minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Wie liever geen lid van de voetbalclub FC Losers wordt, gokt volgens #Fanvanverliezen best enkel met geld dat hij kan missen. Bijna tezelfdertijd lanceerde de belangenvereniging van de kansspelsector BAGO (Belgian Association of Gaming Operators) haar eigen preventie­campagne #Play­safe. Met haar vijf leden (Ardent Group, Napoleon Games, Golden Palace, Unibet en Bet­First) vertegenwoordigt BAGO 70 procent van de Belgische gokindustrie. ‘Laat het spel niet met jou spelen. Speel verantwoord’, luidt het advies.

Tijdens het WK gokten tot hiertoe dagelijks 110.000 Belgen online tijdens de wedstrijden

Sportwedden is booming business, zeker nadat in 2011 onlinegokken in België officieel werd toegelaten. In 2015 werd er in ons land voor ruim 206,4 miljoen euro op sportwedstrijden gewed: 60,9 miljoen online en 145,5 miljoen offline – 22,4 procent meer dan het jaar voordien. In 2015 was er nochtans geen EK of WK voetbal. In vergelijking met 2011 steeg het sportgokken zelfs met 276,74 procent.

Volgens onderzoek van de UC Leuven-Limburg waagde 51,5 procent van de Vlaamse jongeren tussen 12 en 20 jaar in 2016 al eens een gokje offline. 23,5 procent gokte online; de meesten op sportwedstrijden. Bijna 4 procent vergokte ­minstens wekelijks online zijn zakgeld.

Tijdens het WK gokten tot hiertoe dagelijks 110.000 Belgen online tijdens de wedstrijden. Een verdubbeling tegenover eind mei, toen dagelijks ongeveer 50.000 spelers actief waren. Op de ­openingswedstrijd van de Rode Duivels tegen Panama werd er door 123.000 mensen online gewed; 9.341 nieuwe spelers registreerden zich die dag, tegenover 2.000 op een gewone dag begin mei.

In totaal telt België nu meer dan 800.000 geregistreerde spelers. Uit een studie van het internationale onafhankelijke onderzoeks­bureau Gambling Compliance bedroeg in 2015 de totale omzet van de privégoksector in ons land 5,3 miljard euro. Met de 1,2 miljard euro van de Nationale Loterij erbij, vergokken we samen jaarlijks 6,5 miljard.

‘Ik ken tieners die de ene week 5.000 euro winnen en de week erna komen bedelen om 100 euro van me te lenen’
FrederikOnlinegokker

Frederik (26) zette op zijn zesde zijn eerste stapjes in de wondere wereld van het sportwedden. “Mijn ouders namen me mee naar de paardenkoers. Wat niet wil zeggen dat ik toen al gokte. Pas rond mijn twaalfde mocht ik vlak voor de laatste koers de naam van mijn favoriete paard tegen mijn vader zeggen. Als het won, kreeg ik een euro.”

Vandaag verdient Frederik naar eigen zeggen een extra inkomen met wedden op sportwedstrijden. De preventiecampagnes van de Kansspelcommissie en BAGO vindt hij belachelijk. “Het zijn eerder reclame­campagnes.”

Speelt u voor grote bedragen?

Frederik: “Soms investeer ik meer dan 1.000 euro, soms 50. Ik heb meer vertrouwen in weddenschappen dan in de 2 procent rente bij de bank. De kunst is blij te zijn met een bescheiden winst. Met 20 euro extra koop ik de volgende dag brood en beleg.”

U bent niet bang om verslaafd te raken?

“Nee, ik kan gerust wedstrijden bekijken zonder te gokken. Ik ken de verhalen van mensen die kopje onder gingen. Je moet weten wanneer je best stopt en dat leer je enkel door ervaring.

“Ik maak mij zorgen over al die jonge gasten die niet met verlies om kunnen en nog minder met winst. Sportgokken is vandaag voor iedereen toegankelijk; in wedkantoren zijn zelfs minderjarigen welkom, terwijl de toegangsleeftijd er op 18 ligt. Ik ken tieners die de ene week 5.000 euro winnen en de week erna komen bedelen om 100 euro te lenen. Uitbaters van kantoren knijpen een oog dicht omdat justitie te laks is. In Engeland krijgen gokproviders miljoenenboetes opgelegd als ze de wet overtreden. Alleen verdienen ze die boetes ook zeer snel weer terug.”

Voetbalgokken op de sofa

Psycholoog Tony van Rooij van het Nederlandse Trimbos-instituut voert onderzoek naar game- en gokverslaving. In 2015 onderzocht hij in samenwerking met de UGent gokgedrag in België. “Hoe sneller het spel, hoe groter de kans op verslaving”, zegt Van Rooij. “Een loterij verloopt langzaam, maar een fruit­automaat gaat razendsnel. Er zijn meer mensen die worstelen met pro­blemen door het gebruik van digitale fruit­auto­maten dan door het kopen van een loterijlotje.

“Ik interviewde Vlamingen die online op voetbalwedstrijden gokten. Sommigen konden dat moeilijk onder controle houden, anderen dan weer wel. Ze deelden allemaal dezelfde zorg: tijdens het voetbalwedden werden ze continu verleid om over te stappen naar riskantere gok­spel­len zoals digitale roulette. De operators tracht­ten hen met bonussen en andere trucs in hun fuik te vangen om ze vervolgens naar gevaar­lijker, winstgevender gokwateren te leiden. Bij onlinevoetbalgokken zitten de spelers thuis op de bank, met de smartphone in de aanslag. Als er ook nog bier gedronken wordt, kan dat het spelgedrag beïnvloeden. Want dan vallen grenzen weg, verliezen spelers controle en nemen ze soms gevaarlijke financiële ­beslissingen.”

‘Als er ook nog bier gedronken wordt, vallen grenzen weg en nemen spelers soms gevaarlijke financiële beslissingen’
Tony van RooijPsycholoog Trimbos-instituut

Moet online­gokken dan niet verboden worden? “Nee, want dan ontstaat er een illegaal circuit”, zegt Van Rooij. “Bij kansspelen is het verstandiger om mensen te kanaliseren naar een aanbod waarin de overheid eventueel kan ingrijpen. In Nederland is online­gokken illegaal, en toch belanden veel probleem­spelers in afkick­klinieken. Wie per se online wil spelen, vindt altijd wel een manier om de wet te omzeilen.”

Sp.a-volksvertegenwoordiger Peter Van­velt­hoven is het daar niet mee eens: “Er moet wél een verbod op online­gokken komen. Kinder­porno­sites zijn ook buiten de wet gesteld, waarom zouden we goksites dan wel tolereren?”

Als eerste stap diende Vanvelthoven op 17 mei een wetsvoorstel in voor een verbod op reclame voor online­gokken. “We willen ook een verbod om bonussen aan spelers toe te kennen. Op de lijst van uitgesloten spelers van de Kansspel­commissie prijken 329.000 namen. Dat zijn voornamelijk mensen die door het gokken in zware financiële moeilijkheden geraakt zijn. Dat wijst er toch op dat we gok­verslaving niet mogen onderschatten? Binnenkort voeren we gesprekken met internetproviders en kredietmaatschappijen om te onderzoeken hoe we een totaal­verbod op online­gokken kunnen organiseren. Maar eerst moet dat reclame­verbod er komen. Want ik geloof nooit dat de sector zichzelf zal reguleren. Er valt te veel geld mee te verdienen.”

Wim Cox is directeur online van Betcenter, dat met 52 wedkantoren, 12 franchise­houders, 16 dagblad­handelaars en een onlinewed­terminal marktleider in sportwedden is in Vlaanderen. “Peter Vanvelthoven vergist zich”, vindt Cox. “In Nederland wil de overheid van het verbod op online­gokken af. Want ondanks dat verbod wordt er ontzettend veel gespeeld. De Neder­landers vinden makkelijk de weg naar internationale grote kansspel­providers. Of ze gaan illegaal, zonder bescherming. Vanvelt­hoven lijkt ook te vergeten dat de overheid door een algemeen verbod veel inkomsten zal verliezen.”

Gokken is voor de overheid qua belastingen minstens even interessant als roken en alcohol?

Wim Cox: “Ik vergelijk ons daar niet graag mee, maar dat is inderdaad zo. Dankzij het WK is het in onze wedkantoren nu zeer druk. Het vertrouwen in de Rode Duivels is groot en wij profiteren daarvan. Wij gingen pas in 2015 online, in tegenstelling tot de meeste andere kansspel­providers, die in 2011 al het digitale pad kozen.

“Een wedkantoor is een sociale plek waar ­mensen samen koffie drinken en discussiëren over voetbal. Er wordt geen alcohol geschonken. Dat is bij wet verboden en ik vind dat prima, want zo blijven mensen op hun hoede.”

Jongeren onder 18 zijn er niet welkom. Worden identiteitskaarten stelselmatig gecontroleerd?

“Nee. Overal is goed geafficheerd dat toegang onder 18 verboden is. We hebben er alle belang bij om minderjarigen te weren, want door hen kunnen we onze licentie verliezen.”

Tegengestelde belangen

Psychiater Frieda Matthys van het UZ Brussel werkte mee aan een recent advies van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) over gok­stoornissen. Een van de aanbevelingen luidt: verbied alle gok­reclame.

“Nu zien we net het omgekeerde”, zegt ze. “Er wordt alleen maar méér reclame voor gokken gemaakt. Terwijl gokken en gokverslaving in de lift zitten. De HGR wil dat het zorgaanbod uitgebreid wordt, want het loopt achter op de groeiende groep probleemgokkers. Er is ook een gebrek aan cijfermateriaal. De kansspel­sector heeft die informatie, maar houdt ze liever voor zichzelf. Een overheidsinstelling als de Kansspel­commissie zou die sector moeten controleren en de spelers beschermen, maar ze faalt omdat ze veel te dicht bij de industrie staat. Op haar website staat dat ze er is om de belangen van zowel aanbieders als spelers te behartigen. Onzin, want gokkers en de kansspelsector hebben tegengestelde belangen.”

Peter Naessens, directeur van de Kansspel­commissie, is geen voorstander van een verbod op gokreclame. “Het risico is te groot dat spelers dan net als vroeger hun toevlucht zoeken bij illegale goksites. Dan zijn we alle controle kwijt en creëren we een vals gevoel van veiligheid. Er was afgesproken met de kansspel­sector dat ze geen reclame zou maken rond de wedstrijden van de Rode Duivels op het WK. Jammer genoeg werd er na de eerste wedstrijd tóch reclame uitgezonden. De sector heeft beloofd dat ze die fout wil herstellen, en ik vind dat heel positief. De gereguleerde kansspel­sector neemt meer haar verantwoordelijkheid dan de frisdrank- of alcoholsector.”

De Kansspelcommissie zou veel te dicht bij de kansspel­aanbieders aanleunen. Ze wordt zelfs de UNIZO van de goksector genoemd.

Peter Naessens: “We zijn niet de belangen­organi­satie van de kansspel­sector, maar het rode kruis dat tussenkomt bij zware problemen. Er zitten zes ministers in onze commissie; zij weerspiegelen de belangen die wij behartigen. Wij worden geacht rekening te houden met Justitie, Binnen­landse Zaken, Economie, de Nationale Loterij en Volksgezondheid.”

De kritiek klopt dan toch dat u tegengestelde belangen moet verdedigen: de economische van de gokindustrie en de gezondheid van de spelers?

“Wij verdedigen de belangen van de industrie niet. Zij is niet vertegenwoordigd in de Kansspel­commissie.”

Komt ze bij jullie lobbyen?

“Ja, maar wat is het beste antwoord op ­lobbyen?”

Lobbyisten de deur wijzen?

“Toch niet, want dan kloppen ze aan bij mensen die geen kennis hebben. Wij hebben die wel en kunnen de zinvolle van de niet-zinvolle informatie onderscheiden.”

Hebt u écht al die kennis in handen? Onlinegokoperators hebben de voorbije jaren een goudmijn aan kennis over spelers verzameld. Delen ze die informatie met u?

“Nee. Het is inderdaad frustrerend dat niet alle informatie wordt vrijgegeven. Wij vragen sinds 2011 om meer middelen en meer personeel. Dat is ons ook toegezegd en minister van Justitie Koen Geens steunt ons, maar tot hiertoe is daar niets van in huis gekomen.”

Zou het kunnen dat er op andere ministeries gelobbyd is om de Kansspel­commissie vleugel­lam te houden?

“In het verleden wou men zeker geen sterke regulator die de vinger aan de pols houdt en boetes oplegt. Toch kregen we de voorbije jaren het gevoel dat Geens ons wél goedgezind is. Alleen moeten we vaststellen dat we na zeven jaar nog steeds niet genoeg mensen hebben mogen aanwerven. De vraag is dus misschien terecht: willen ze eigenlijk wel een sterke Kansspel­commissie?”

* Frederik is een schuilnaam.