Direct naar artikelinhoud
DM Sessies

’t Hof van Commerce op De Morgen Sessies: koning van de heuvel en het gekeuvel

’t Hof van Commerce op De Morgen Sessies: koning van de heuvel en het gekeuvel
Beeld Damon De Backer

De meeste mensen dromen van een triootje, maar doen het daarom nog niet, las u onlangs in De Morgen. Het driemanschap dat op De Morgen Sessies een onderonsje belegde, zorgde evenwel voor soezerig voorspel én hitsige hoogstandjes. ’t Hof Van Commerce tekende daarmee voor een broeierige tour de force in Brussel.

Aaaah, 't is zo gjistig voor oes te zin!", klonk het net voor de bisronde in de Beursschouwburg. Daar viel inderdaad wat voor te zeggen. De drie hiphoppers van ’t Hof dreven in Brussel een amusant handeltje in snedige oneliners en bindteksten, dat haarscherp pendelde tussen zachte zelfspot en zelfbevlekking. 

De ene keer vierde eigenlof de teugels, een andere keer haalden de drie zichzelf met een levensgrote grijns door de mangel. “Ik had toch iets méér spektakel verwacht”, grijnsde Flip Kowlier bijvoorbeeld in de richting van dj 4T4 toen ‘Voe de Show’ met een stokkende reggaegroove naar een eind sjokte. “Maar we zijn nog aan het warm draaien, deze ochtend.” Waarop 4T4 in een saillant Limburgs accent riposteerde: “Zoals de aarde, hè... Ja, ik ben de grappige van de groep.”

Beurtzang

Later zou Kowlier ook een loopje nemen met zijn eigen freestyle-finesse (lacherig liet hij “iedereen doet mee” rijmen op “ukelele” voor 'Stuntmann’), of loofde hij zijn eigen eerlijkheid na toegegeven foutjes in zijn rhymes, om dan monkelend te vervolgen dat het jammer was dat ze geen merchandise hadden meegebracht. De meest superieure stok in eigen wielen? Die blijft Kowlier zelf.

Dat bleek ook bij zijn bindtekst over hoe het refrein van hun doorbraakhit ‘Dommestik en Levrancier’ in Japan onlangs op doodse stilte werd onthaald. Niemand die een beet Nederlands, laat staan Izegems, verstond in het land van de rijzende zon. Aan de andere kant van de wereld leek het volgens hem alsof tumbleweed doorheen het publiek tuimelde. 

De meest superieure stok in eigen wielen? Die blijft Flip Kowlier zelf

Die apathische ontvangst stond in schril contrast met de opgewonden beurtzang tijdens De Morgen Sessies – u blijft ons verbazen als geabonneerd lezerskluitje! Zelfs al bleek slechts één aanwezige het Izegemse dialect van de twee rappers machtig, dan nog werden de meeste songs uit volle borst mee gescandeerd. Of het WK dat koorlustig enthousiasme heeft aangezwengeld, kunnen we niet met zekerheid stellen. Maar in Brussel leek een kampioenschap unisono rappen in elk geval in uw voordeel beslecht.

Beurtzang
Beeld Damon De Backer

In het begin van de set maakte nochtans een ochtendlijke gemoedelijkheid de dienst uit, terwijl de set stotterend maar loeihard op gang kwam met ‘South of Heaven’ van Slayer. 

Maar vanaf ‘Bam!’ – what’s in a name – zette hun concert het op een knallen. De scratch-solo’s van 4T4 krasten nerfjes in je trommelvlies, terwijl de moddervette subbassen hooguit overstemd werden door de tweeledige raps van Serge Buyse en Flip Kowlier.

Springkasteel

Voor de matinee van de groep had u overigens heel wat over. Een treinstaking, afgesloten of dichtgeslibte tunnels, een hittegolf die als een blok lood op je harses viel? Zelfs bij die omstandigheden vonden bijna tweehonderd De Morgen-lezers zich in Brussel bereid de temperatuur tot een infernaal niveau op te drijven tijdens deze DM Sessie. 

‘t Hof van Commerce liet zich evenmin onbetuigd. Tijdens ‘Wupperbol’ dwongen ze het publiek tot een bouncen alsof je op de hoogste verdieping van de Beursschouwburg in een springkasteel was beland. En tijdens het episch opgevatte ‘Kom mor ip’ ging het dak er net niet af.

In een recente Belpop-aflevering over Flip Kowlier noemde zijn kompaan Serge Buyse ’t Hof meermaals “Kings of the hill”. Vast wel tongue-in-cheek bedoeld, maar in Brussel geloofde je echt even dat ’t Hof de meest hoogstaande hofleveranciers van de hiphop zullen blijven in ons land. Muzikaal stuiterde de groep tussen vintage, anachronisme en futurisme. 

En het gekeuvel tussen de songs door bleek net zo onderhoudend. Zeg ne kjir oe loat’est? In Brussel leek de tijd zowel stil te staan in de nineties, als ver voorop te lopen op de tijdgeest. Soms kent de tijd méér dan genade.   

Springkasteel
Beeld Damon De Backer