Direct naar artikelinhoud
Interview

De favoriete rapper van Lukaku: "Als je niet overweg kunt met homo’s, hoor je hier niet thuis"

De vragen van Proust
Beeld Stefaan Temmerman

De Franse schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Twintig directe vragen, ­evenzoveel openhartige antwoorden. Vandaag: TheColorGrey (23). Zijn grootste fan: Romelu Lukaku. Wie is deze rapper in het diepst van zijn gedachten?

en

1. Summertime sadness, kent u dat gevoel?

“Neen, tot nog toe heb ik enkel gelukkige zomers achter de rug. Ik ben nooit jaloers op wat anderen aan het doen zijn. Het gevoel iets te ­missen ken ik niet. Ik kan heel goed op mezelf zijn. Ik kan perfect een week niemand zien, een beetje lezen, muziek maken. Mijn broers en zussen zijn veel ouder en ik ben, zeg maar, opgegroeid als enig kind. Ik ben het dus gewoon om op mijn eentje te zijn en mijn plan te trekken.

“Deze zomer speel ik op een hele reeks festivals en zal ik dus heel druk bezig zijn, maar voordien waren mijn zomers relaxed, chill. Toen ik nog op school zat en in Boom woonde, speelden we tot heel laat ­buiten, we voetbalden op het pleintje, hingen rond, zaten met ­vrienden op een bankje, te praten, te lachen.”

Wie is TheColorGrey?

* geboren in 1994 als Will Michiels

* Antwerpse rapper/­songwriter/producer

* speelde voetbal bij de jeugd van Westerlo

* discografie: 2016 Do the Right Thing (EP), 2017 Rebelation, 2017 In between Phases (EP), 2018 For What It’s Worth

* grootste hit: ‘You Got to Show Me’

* artist in residence van Trix

* speelde vrijdag op Couleur Café

* deze zomer onder meer nog te zien op 8/7 Gent Jazz Festival, 20/7 Borgerwood Borgerhout, 4/8 Lokerse Feesten en 1/9 Laundry Day Antwerpen.

2. Wat vindt u een belangrijke eigenschap van uzelf?

“Mijn zelfvertrouwen. Ik twijfel niet snel aan mezelf. Sommigen ­zouden dat arrogantie durven noemen, maar ik noem dat gewoon zelfvertrouwen. Ik sta sterk in mijn schoenen.

“In de lagere school in Antwerpen, waar ik ben opgegroeid, was dat nog helemaal niet het geval. Dat kwam, denk ik, omdat ik toen een van de weinige gekleurde kinderen was. Kinderen van Afrikaanse afkomst gingen bijna allemaal naar het stedelijk onderwijs, terwijl ik op een katholieke school zat met bijna exclusief blanke kinderen. Al die ­grapjes over mijn huidskleur vond ik echt niet fijn. Soms was dat enkel om mij te plagen, maar soms was het ook pesten om te kwetsen. Pas toen ik op mijn elfde naar Boom verhuisde, ontmoette ik jongens zoals ik, jongens met een andere huidskleur, van wie enkelen echte ­boezemvrienden geworden zijn. Dat gevoel van samenhorigheid heeft me sterker gemaakt.

'Ik twijfel niet snel aan mezelf. Sommigen ­zouden dat arrogantie durven noemen, maar ik noem dat gewoon zelfvertrouwen'
TheColorGrey

“Ik ben echt wel een stads­jongen, maar voor mijn persoonlijke ­ontwikkeling van puber naar volwassen man is die verhuizing een goede zaak geweest. In Antwerpen leefde ik geïsoleerd, in Boom is er een nieuwe wereld voor mij opengegaan. Op mijn 19de ben ik terug­gekeerd naar Antwerpen om journalistiek te studeren. Sindsdien voel ik me hier wel thuis, omdat ik een veel sterkere persoonlijkheid ben geworden dankzij het talent dat ik intussen in mezelf heb ontdekt.”

3. Wat is uw passie?

“Muziek, uiteraard. Ik zing, rap en produce zelf. Dag en nacht ben ik met muziek bezig, aan het repeteren in de studio of aan het ­componeren in mijn hoofd.

“Als jonge gast wilde ik profvoetballer worden, want ik heb op hoog niveau gevoetbald, of muzikant. Maar toen ik begon te studeren, heb ik die voetbaldroom opgeborgen. Er was enkel nog tijd voor school en muziek, en ik wist dat ik voor dat laatste wel talent had. Daarom dacht ik: laat ik een EP’tje maken met een vijftal nummers en toen zijn er ineens platenfirma’s interesse gaan tonen. Zo is het gelopen.

“Ik zie mezelf als een entertainer, wat niet betekent dat ik makkelijke muziek wil maken. Het artistieke staat voor mij voorop. Ik wil geen sell-out zijn. Ik zou nooit een extreem commercieel nummer willen maken. In de eerste plaats wil ik mezelf bevredigen, zeg maar.”

4. Wat is uw zwakte?

“Mijn nonchalance. Ik ben heel nonchalant, behalve op het vlak van muziek, want voor mijn passie doe ik alles. Maar daarbuiten ben ik echt een heel slordige, nonchalante jongen, soms onbekommerd.”

5. Wat is uw grootste angst?

“De dood. Of liever: jong sterven. Mijn nichtje is overleden toen ze 7 was. Op Pasen is ze doodgereden. Dat meisje heeft geen leven gehad. Als je 7 jaar bent, wat heb je dan eigenlijk meegemaakt? Ik ben nu 23 en wil nog zoveel in mijn leven doen. Ik heb familie in Congo die ik nog nooit gezien heb. Elk jaar hoor ik dat er een familielid gestorven is. Dat boezemt mij angst in.

'Internet­dating en al die shit, dat is niets voor mij, neen, neen. Ik hou meer van natuurlijke, spontane ­ ontmoetingen'

“Ik denk veel te veel na over doodgaan, het is zelfs een tijdje ongezond geweest. Ik ging slapen, lag in bed, stond op en dacht telkens ­obsessief aan hetzelfde: fuck, op een dag ga ik dood. Ik geloof niet in het hiernamaals, als je dood bent, is het over.

“Mijn vader is een overtuigde atheïst. Toen ik nog een kind was, zei hij: ‘Als je dood bent, is er niets, alles is zwart’. Ik ben over die uitspraak blijven nadenken. Wat is dat, niets? Wat gebeurt er dan met mijn lichaam, mijn geest? Die vragen houden mij bezig.”

6. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Vorig jaar, toen mijn vriendin en ik een punt gezet hebben achter een relatie van vijf jaar. Ik had haar leren kennen op mijn 17de. We ­woonden samen en dachten dat we voor altijd bij elkaar zouden ­blijven. Ik vind het jammer dat het niet is gelukt, maar tegelijk denk ik: so be it. We hebben een mooie tijd gehad samen, maar nu gaan we apart verder.

“Nee, ik zit niet op Tinder nu. (lacht) Internet­dating en al die shit, dat is niets voor mij, neen, neen. Ik hou meer van natuurlijke, spontane ­ontmoetingen.”

7. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?

“Dat kan ik mij echt niet herinneren. Ik ben vrij kalm, ja. Ik kan wel boos worden, maar nooit op een manier dat ik daarna moet denken: oei, ik ben hier serieus in de fout gegaan.”

8. Waar schaamt u zich soms voor?

“Zoals ik al zei, voor mijn nonchalance en onbekommerdheid.

“Mijn moeder woont nog in Boom. Ik hou zielsveel van haar, en toch laat ik soms een maand niets van mij horen. Waarom bel ik haar niet een keer per week? Dat zou haar super­blij maken. En toch, ik vergeet het.”

9. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik heb al heel lang vrede genomen met mijn lichaam. (snel) Alleen, ik ben geen fan van mijn haar. (lacht) Voor de rest ben ik blij met alles wat ik heb gekregen. Maar dat haar, dat staat naar alle kanten. Ik zou liever van dat echt Afrikaans haar gehad hebben.

“Ik heb heel lang gevoetbald op hoog niveau, nu doe ik het nog voor het plezier, op heel laag niveau. En ik ga af en toe naar de fitness en that’s it.

“Om te rappen is het wel belangrijk om in goede conditie te zijn. Je moet gezond leven, je stem oefenen, je ademhaling trainen, in goede shape verkeren.”

TheColorGrey: "Ik ben geen fan van mijn haar. Dat staat naar alle kanten. Ik zou liever van dat echt Afrikaans haar gehad hebben."Beeld Stefaan Temmerman

10. Wat vindt u erotisch?

“Het vrouwenlichaam vind ik heel erotisch. Het naakte ­vrouwen­lichaam. Ik vind dat mooi.” (lacht)

11. Wat is uw goorste fantasie?

“Ik heb wel al wat gedaan in mijn leven, ik zal het zo zeggen. Op dit moment heb ik niet echt een zotte fantasie die ik nog wil ­verwezen­lijken.”

12. Wat betekent liefde voor u?

“Of het nu gaat om een liefdesrelatie met je moeder, je zus, je partner of je vrienden, je moet altijd volledig jezelf kunnen zijn, vind ik. Geen twee gezichten hebben, dat is, denk ik, wel liefde. En de ander volledig kunnen vertrouwen.

“Op dit moment is er geen plaats in mijn leven voor een serieuze liefdesrelatie. Mijn carrière staat nu voorop.”

‘Ik vind religie fucked up. Hoe kun je daar nog in geloven? Als je niet overweg kunt met homo’s of anders­denkenden, hoor je niet thuis in een democratie’

13. Welk dier zou u willen zijn?

“Ik zou graag een grote roofvogel willen zijn, een arend of zo, zodat ik zelf geen prooi ben. (lacht) Een roofvogel met het brein van een mens, dat lijkt me fantastisch.”

14. Hoe is de relatie met uw ouders?

“Mijn ouders steunen me heel erg in wat ik doe en ik zie ze allebei heel graag. Toen ik 11 was, zijn ze gescheiden, maar ze zijn altijd goede vrienden gebleven. Ik woonde vast bij mijn moeder en om de twee weken kwam mijn vader op bezoek. Om mijn rapport te bekijken, en alle nota’s in mijn agenda, en dat waren er veel. (lacht)

“Mijn moeder reisde bijna elk jaar in de grote vakantie voor een aantal weken naar Congo om haar familie te bezoeken. Ik heb daar nog nonkels en tantes en neven en nichtjes. Ik heb ze al gehoord via de telefoon en gezien op foto’s, maar ooit wil ik ze heel graag ontmoeten. In Congo ligt dus een deel van mijzelf dat ik nog moet ontdekken.”

15. Hoe kijkt u naar religie?

“Ik geloof totaal niet. En, euhm, ik vind religie fucked up. Religie is duizenden jaren geleden verzonnen om het volk bang te maken en in toom te houden. Maar hoe kun je daar vandaag nog in geloven? Als je niet overweg kunt met homo’s of anders­denkenden, dan vind ik dat je niet thuis­hoort in een democratie.

“Gelukkig is het merendeel van de gelovigen gematigd en als je met hen praat, zullen ze altijd zeggen dat het basis­principe van hun geloof is: ‘Wees goed voor de ander’. Maar ik heb geen religie nodig om goed te zijn voor de ander.

“Mijn moeder is heel religieus. Mijn beste vrienden geloven allemaal in een god. Als je uit religie kracht kunt putten voor jezelf zonder ­anderen tegen de schenen te schoppen, doe gerust. Maar zodra je fanatiek wordt, heb je een probleem, vind ik. Met mijn vrienden heb ik soms hevige discussies over geloof, maar daarna gaan we gewoon verder. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn. Zolang we elkaar maar respecteren.”

‘Als puber ben ik nooit naar festivals gegaan. Ik had het geld niet, én ik dacht: als ik naar een festival ga, wil ik er zelf optreden'

16. Hebt u zichzelf ooit betrapt op racistische gevoelens?

“Hm. Racistische gevoelens. Ik denk het niet. Mijn vader is blank, mijn moeder is zwart. Bijna al mijn vrienden zijn van een andere afkomst. Als je goed opgevoed bent, als je van jongs af aan al die verschillende culturen leert kennen, kan dat bijna niet, zou ik denken. Dus neen. Gelukkig.

“Ieder kind met een andere huidskleur heeft al met racisme te maken gehad en dat is heel jammer, maar het is wel de realiteit. Momenteel heb ik daar minder last van, omdat ik mijn leefwereld nu voor een groot stuk zelf bepaal.

“Ook mijn fanbase is divers, maar ik vind het jammer dat zwarte jongeren veel minder naar concerten gaan dan blanke. Zeker hier in Vlaanderen. In Nederland is het percentage kleurlingen veel groter. Ik weet wel dat ik fans heb met een andere huidskleur, maar die luisteren vooral thuis, die komen niet naar een concert. Zelf ben ik als puber ook nooit naar festivals gegaan. Eén: ik had er het geld niet voor. En twee, dat is misschien een beetje arrogant, maar ik dacht: als ik naar een festival ga, dan wil ik er zelf optreden. (lacht)

“Die barrière is niet enkel financieel, denk ik. Bij ons heb je weinig gekleurde rolmodellen met wie mensen zich kunnen identificeren. In Nederland komen rolmodellen als Humberto Tan of Jörgen Raymann meer uit voor wat ze aan positiefs meekregen van de cultuur van hun ouders. Ze erkennen daarmee ook dat die cultuur bestaat en mag bestaan, dat die band niet helemaal doorgeknipt hoeft te worden, en dat is erg belangrijk voor jongeren. In Vlaanderen lopen we op dat punt nog wat achter, want hier is het nog altijd wachten op de eerste zwarte persoon die een cultuur­programma op tv mag maken, waar die dubbele identiteit prominent en op een positieve manier aan bod kan komen.”

TheColorGrey: "Bij ons is het nog altijd wachten op de eerste zwarte persoon die een cultuur­programma op tv mag maken."Beeld Stefaan Temmerman

17. Wat is voor u de hel op aarde?

“Persoonlijk: dat ik doof zou worden, of ineens geen muziek meer zou kunnen maken.

“Maatschappelijk: ergens leven waar je jezelf niet kunt zijn, waar je niet vrij mag denken, waar journalisten worden opgesloten omdat ze een andere mening hebben, waar vrouwen of homo’s niet mogen uiten wie ze zijn.”

18. Wat is uw vreselijkste ­vakantie­-herinnering?

“Ik heb die niet, want ik ben als kind nooit op vakantie geweest, omdat wij daarvoor het geld niet hadden. Pas op mijn 18de heb ik voor het eerst gereisd, met vrienden naar Kreta, en ik heb daar alleen maar goede herinneringen aan.

“De enige vakantieherinneringen die ik heb, was toen het weer ­september werd en alle kinderen op school vertelden waar ze op vakantie waren geweest terwijl wij thuis zaten. Vond ik dat erg? Ik snapte dat mijn ouders dat niet konden betalen. Erg vond ik het niet, maar het was wel een beetje confronterend.”

'Ik weet dat ik na de zomer dankzij de vele festivals voor het eerst een mooi bedrag op mijn ­rekening zal hebben staan en dat stelt mij gerust'

19. Wat betekent geld voor u?

“Geld is belangrijk en onbelangrijk tegelijk. Voor een liedje heb ik ooit geschreven: ‘Money can’t buy you happiness, but happiness won’t pay the bills.’ Ik heb heel lang geen geld gehad en ik was gelukkig, ik maakte plezier met vrienden. Maar op een gegeven moment zijn er rekeningen te betalen en het is gewoon leuk dat je je daar geen zorgen over hoeft te maken. Dat je die gewoon zonder stress kunt betalen en als het nodig is ook nog eens de rekeningen van je mama.

“Vorig jaar heb ik voor mijn mama een nieuwe koelkast gekocht. Ik had toen net mijn platencontract getekend en een paar optredens achter de rug. Toen was ik trots, snap je. Ik ben bijlange niet rijk, soms heb ik zelfs nog moeilijke maanden, maar ik weet dat ik na de zomer dankzij de vele festivals voor het eerst een mooi bedrag op mijn ­rekening zal hebben staan en dat stelt mij gerust.”

20. Aan wie zou u eens ongezouten uw gedacht willen zeggen?

(lacht) “Ik denk aan mijn klastitularis van het vijfde middelbaar. Ik vond dat echt een cunt. Toen was ik geen makkelijke jongen, ik geef dat eerlijk toe. Ik wilde voetballen, muziek maken en ging niet zo graag naar school, maar als klas­titularis is het je job om mij te motiveren, om mij te helpen en zeker niet om mij af te kraken en te zeggen: ‘Kijk, die dromen die jij hebt, voetbal en muziek, berg die maar op. Jij zal nooit iets betekenen. Jij zal nooit ergens geraken in je leven. Je bent gewoon crapuul.’ Ik herinner me nog dat ik toen uit de les ben gelopen. Ik nam mijn boekentas en hup, ik was weg.

“Dat is wel iets wat mij sterk is bijgebleven. Want kijk, ik doe nu wel iets positiefs met mijn leven, maar voor hetzelfde geld was ik een jongen die volledig ontspoord was, die eraan kapot was gegaan. Oké, ik was geen goeie student, dat weet ik, maar om mij zo de grond in te boren, dat snap ik niet. Ik was helemaal geen crapuul, ik was gewoon een jongen die het toen even moeilijk had.”