Direct naar artikelinhoud
Review

Melanie De Biasio beteugelt de blues op Gent Jazz

Melanie De Biasio beteugelt de blues op Gent Jazz
Beeld BAS BOGAERTS

Terwijl de avondzon in onze nek brandt, schroeit Melanie De Biasio ons gemoed dicht op Gent Jazz. Luid klinkt haar fluisterjazz nooit, intens des te meer.

Hoe ze daar op het podium staat: het is haar band en haar show, maar Melanie De Biasio, op blote voeten, dringt zich nooit op de voorgrond. De drummer roffelt voorzichtig het ritme van ‘Let Me Love You’, er klinkt zacht gezoem en De Biasio krult er met haar dwarsfluit kleine melodietjes tussen. De roezemoezende, klingelingende tentgeluiden vallen vanzelf stil – ze heeft geen schreeuw om aandacht nodig, haar intensiteit en overgave aan de muziek volstaan.

Al in song twee, ‘Brother’ uit haar jongste plaat Lilies, heeft De Biasio ons bij het nekvel. Over een stapvoets schuifelend ritme en een doodsklok die aan Nick Caves ‘Red Right Hand’ herinnert, zingt ze: “Brother hits back when he’s hurt / Brother’s like a child who needs to be heard.” Gaat dit over haar ervaringen met bajesklanten die ze leerde hun blues te beteugelen? Of over een toxische relatie? Wat het ook is, op zulke momenten begrijp je de soms wat zweverige uitspraken van De Biasio tijdens interviews, genre “zingen plaatst me in het centrum van wie ik ben”. Of beter: je vóélt wat ze bedoelt.

Op zulke momenten begrijp je de soms wat zweverige uitspraken van De Biasio tijdens interviews, genre 'zingen plaatst me in het centrum van wie ik ben'

Afdaling in de ziel

Met ‘Gold Junkies’ komt er een stuwing in het concert die niet meer stopt. De Biasio gebruikt haar ademstoten als extra percussie in de pulserende krautrockgroove, en zingt “we’re digging deeper / we’re damn deep”. Intussen daalt ze ook echt af in de mijnschachten van haar ziel, én verkent ze alle hoeken en kanten van haar songs.

In ‘Blackened Cities’ zit een stuk met alleen windgeluiden, dwarrelende piano en haar stem – je bedenkt er zo een Charleroi-foto van Stephan Vanfleteren bij. ‘Lilies’ krijgt meer kleur dankzij een twangy gitaar van de man die achteraan op het podium allerlei instrumenten bedient, en in het ronduit prachtige ‘Afro Blue’ dempen een ingehouden swingend ritme en De Biasio’s troostende dwarsfluit de donkerblauwe weemoed.

In ‘With All My Love’ komt Nick Cave weer langs: de manier waarop De Biasio “I’ll put all my anger aside” zingt, doet denken aan Koning Kraai die een vol Sportpaleis eerst muisstil en dan uitzinnig krijgt. Ze belichaamt pure onthechting: alles wat haar dwars zit, lijkt van haar af te glijden als ze op een podium staat, en dat slaat over op het publiek. De man of vrouw die vlak na afloop van deze song luid niest, verklankt de opluchting van de hele tent.

Zo mogelijk nog intenser is ‘All My Worlds’, dat majestueus-treurig begint als ‘Song to the Siren’ van This Mortal Coil, een ommetje maakt langs slowcore à la Low of Spain en dan met stuwende kreetjes wordt opgepookt tot een temperaturen die een staaloven waardig. Sprekend beeld: Melanie De Biasio in close-up op het grote scherm, met klauwende vingers en ogen als gloeiende kolen.

Alles wat De Biasio dwars zit, lijkt van haar af te glijden als ze op een podium staat
Afdaling in de ziel
Beeld BAS BOGAERTS

Vingerknippend

In de bissen valt op dat De Biasio ter plekke lijkt te boetseren. Zo herhaalt ze de openingszin van ‘The Flow’ – “what’s that look upon your face” – een paar keer, alsof ze hem nog perfectioneert terwijl ze zingt. In diezelfde song hurkt ze en dicteert ze vingerknippend het ritme, maar de te verwachten climax blijft toch nog uit. In plaats van een vonkende finale krijg je een intiem spel tussen een nauwelijks hoorbaar aangetikte drum en een in zichzelf gekeerde dwarsfluit. Het is duidelijk: De Biasio doet niet aan voorspelbaarheid.

Pas helemaal aan het eind, in ‘No Deal’ en ‘I’m Gonna Leave You’, laat De Biasio de spanning los. Het lijkt alsof ze heeft gewacht tot een onbewaakt moment om uit haar kooi te glippen: ineens danst ze voluit, terwijl ze zingt over verzopen relaties en het wrakhout waar ze zich veel te lang aan vastklampt.

De Biasio speelt het soort muziek dat in geen enkel format past, alles wringt en schuurt tegen, maar één keer passeert toch iets wat op de radio kan: het van ronkende basklanken doortrokken ‘Your Freedom Is the End of Me’. Het levert een ontroerend ballet op van wiegende hoofden en dansende schouders in het publiek. En doet het besef indalen dat er geen betere manier is om een zomers prachtweekend af te sluiten – en de melancholie op afstand te houden – dan met een concert als dit.

Geen betere manier om een zomers prachtweekend af te sluiten dan met een concert als dit