Direct naar artikelinhoud
Animatie

Animator Raoul Servais krijgt museumvleugel in Mu.ZEE: "Vandaag ben ik weer een beginneling"

Raoul Servais.Beeld Damon De Backer

De enige Vlaming met een Gouden Palm op zijn conto heeft voortaan ook een eigen museumvleugel in het Oostende Mu.Zee. En daarvoor stond filmmaker en animator Raoul Servais de bewuste trofee af. De Morgen ging met hem kijken hoe de laatste hand aan de zaal werd gelegd. 

Oostendenaren Ensor en Spilliaert hadden er al een, maar voortaan heeft ook Raoul Servais (90) een eigen vleugel in Mu.ZEE. Beroemd in de wereld van film en animatie, maar misschien minder gekend in eigen land. Dat zeggen wij niet, dat denkt hij zelf.

Uit zijn draagtas plukt Servais een pas geprint A4-blad met daarop een summiere biografie en de belangrijkste verwezenlijkingen uit zijn carrière. "Dit is voor u", zegt hij discreet. "Het is mijn cv." Op nederigheid staat geen leeftijd.

Animator Raoul Servais krijgt museumvleugel in Mu.ZEE: "Vandaag ben ik weer een beginneling"
Beeld Damon De Backer

Mooie moeder

Het is vandaag de eerste keer dat de filmmaker zijn eigen permanente plek betreedt. Morgen komt de pers, overmorgen het publiek. Maar vandaag wou hij zelf al eens komen kijken. Hij kent de werken, hij heeft ze zelf uitgekozen en ter beschikking gesteld. Maar ze hier samen zien in een museumvleugel die zijn naam draagt, dat doet iets met een mens.

"Het was een mooie verrassing", zegt hij. "Nooit had ik kunnen denken dat ik naast Ensor en Spilliaert zou hangen." De drie zijn stadsgenoten, maar vooral grote kunstenaars. "Ensor heb ik nog gekend, maar hij had geen aandacht voor mij. Wel voor mijn mooie moeder."

'Ensor heb ik nog gekend, maar hij had geen aandacht voor mij. Wel voor mijn mooie moeder'
Raoul Servais

Meteen bij het binnenkomen, in het midden van de ruimte, staat een sigarendoosje in een glazen kijkkast. "Dat was mijn eerste camera, uit 1948", wijst Servais aan. "Zelf in elkaar gestoken door mijn kunstleraar, want ik had geen geld om een echte camera te kopen. Toen ik mijn eerste pellicule opstuurde naar Agfa-Gevaert, kreeg ik als antwoord: 'Meneer, u moet uw camera grondig nakijken, er zitten splinters in het beeld.' (lacht) Die tekenfilm is jammer genoeg verloren gegaan."

'Servaisgrafie'

Afstand doen van zijn persoonlijke spullen kost de kunstenaar geen moeite. Zelfs de Gouden Palm die hij in Cannes in 1979 kreeg voor zijn kortfilm Harpya staat hier te blinken. "Wat zou ik er nog mee doen?", zegt hij schouderophalend. "Ik heb wel vijftig prijzen gewonnen, geen enkele heeft ooit een prominente plaats gekregen. Maar ook alle tekeningen voor films lagen gewoon in mijn archief. Ik haal ze nooit boven. Als ik klaar ben met een film, is dat voorbij. Ik kijk niet terug." Al betekent dat niet dat hij tevreden is over al zijn films.

'Servaisgrafie'
Beeld Damon De Backer

"Soms denk ik: 'Verdorie, had ik wat meer geld gehad, dan had ik het anders gedaan.' Dat blijft soms wringen. Maar de perfectie bestaat niet." En dan is er nog Taxandria, zijn langspeelfilm uit 1994 waarvan de productie nogal moeizaam verliep. "De producenten kwamen uit live action en begrepen me niet." Maar Servais kreeg ook amper de ruimte om zijn nieuwe techniek – de servaisgrafie – uit te testen. Dat zou hij uiteindelijk wel doen in zijn volgende kortfilm Nachtvlinders. "De servaisgrafie was vernieuwend, maar intussen is de digitale technologie opgekomen. En als ik eerlijk ben: die is beter, hoor."

Onder meer in zijn laatste film Tank uit 2015 ging hij aan de slag met de computer. "Samen met een team ervaren assistenten, want ik ben hier een beginneling in. Ik weet wat ik wil, maar weet de knoppen niet staan. Wat dat betreft ben ik voorbijgestreefd." Hij zegt het allemaal met een zelfrelativerend lachje.

'Servaisgrafie'
Beeld Damon De Backer

'Eigen volk eerst'

Naast voorbereidende tekeningen en effectieve cells uit animatie, stelt Servais ook vrij werk tentoon. En daarin is de kunstenaar opvallend maatschappijkritisch. Niet dat hij het nooit deed in zijn animatiefilms: onder meer Chromophobia (1966) en To Speak or Not to Speak (1970) kunnen als een commentaar worden gezien. Maar het bleef subtiel. Hier hangen schetsen die rechtstreeks verwijzen naar de Holocaust, geplaatst in een Vlaamse context met de slogan 'Eigen volk eerst'. "Ik ben zelf het slachtoffer geweest van fascisme", zegt Servais, verwijzend naar zijn vlucht voor de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. "Dus ik hoop dat hier reactie op komt."

'Eigen volk eerst'
Beeld Damon De Backer

Momenteel bereidt Servais een nieuwe film voor, een mix van live action en computeranimatie, die hij volledig zelf zal regisseren. In augustus loopt er een retrospectieve van zijn films in Hiroshima. En tijdens Filmfestival Oostende zal Rudy Pinceel zijn documentaire over de man voorstellen, een project waar drie jaar aan gewerkt is.

Maar eerst de opening van zijn vleugel. En daarvoor is hij nog in blijde verwachting van de gevleugelde pop uit Harpya, waaraan een restaurateur op dit moment nog de laatste hand legt. Maar echt uitkijken naar de plechtigheden doet hij niet. "Vooral de speeches van ministers, dat verveelt mij." Wat hij zelf gaat zeggen? "Niets." En dan opnieuw dat zelfrelativerend lachje. Want deze ruimte maakt hem zichtbaar gelukkig.

De Raoul Servais Museumvleugel is nu open. muzee.be 

Panoramic is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts.https://www.muzee.be/nl/muzee/t210050/nieuw-in-muzee-raoul-servais-museumvleugel