In Syrië dreigt een humanitaire ramp: 300.000 Syriërs op de vlucht in twee weken
Er dreigt een humanitaire ramp in Syrië. Bijna 300.000 mensen proberen weg te komen uit de regio.
Minstens 270.000 mensen zijn de afgelopen twee weken in het zuidwesten van Syrië op de vlucht geslagen. Dat meldden de Verenigde Naties gisteren. Zij verlieten hun huizen vanwege het geweld dat losbarstte toen het leger een aanval uitvoerde op gebieden in de provincies Deraa en Quneitra.
Lees ook: Massagraven met duizenden lijken ontdekt bij Raqqa: Human Rights Watch vraagt hulp
Met hulp van Russische luchtsteun wist het Syrische leger steden en dorpen in die regio in te nemen. Volgens het Syrische Observatorium voor de mensenrechten, dat in Groot-Brittannië is gevestigd, zouden daarbij ongeveer 130 burgers zijn gedood. De Verenigde Naties waarschuwen voor een humanitaire ramp in Deraa en heeft de buurlanden opgeroepen om de mensen die het geweld in Syrië willen ontvluchten een veilige doorgang te verlenen.
Gebrek aan water en voedsel
De vluchtelingen zijn naar Jordanië en de door Israël bezette Golanhoogte gevlucht. Maar beide landen houden hun grenzen gesloten.
Bij een van de grensovergangen met Jordanië, nabij de plaats Nasib, hebben zich alleen al 70.000 mensen verzameld. Ze hebben geïmproviseerde tenten opgezet, hulp ontbreekt. Er is gebrek aan water en voedsel. Jordanië zegt niet meer vluchtelingen aan te kunnen, omdat het land al honderdduizenden Syriërs opvangt.
Volgens de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ayman Safadi, heeft zijn land wel hulp gestuurd naar de Syrische grens maar kwam er tot nu toe geen toestemming uit Damascus om de spullen ook daadwerkelijk aan de andere kant van de grens te kunnen afleveren. Ook zou er een VN-hulpkonvooi vanuit Jordanië onderweg zijn naar de grensstreek.
Lees verder onder de foto.
Humanitaire hulp
Israël laat net als Jordanië geen Syriërs toe maar heeft wel humanitaire hulp toegezegd. Het land heeft tenten, voedsel, kleren en medicijnen naar de geïmproviseerde kampen bij de Golanhoogte gestuurd. "We zullen doen wat in onze mogelijkheden ligt om de humanitaire hulp uit te breiden, maar we zullen onze grenzen blijven verdedigen. We zullen geen toegang tot ons grondgebied verlenen", zei de Israëlische premier Benjamin Netanyahu afgelopen weekend.
Bij de Golanhoogte zijn inmiddels duizenden mensen neergestreken. Een van hen, Mirad Ghabahbi, zei tegen persbureau Reuters dat de grote weg in de Deraaprovincie is volgepakt met auto's en mensen die de provincie ontvluchtten. In zijn dorp Kheil was er zelfs geen tijd om de dode lichamen te bergen. Samen met 22 familieleden heeft hij nu een tijdelijk onderkomen gefabriceerd. "Ik verwacht niet dat er iemand teruggaat."
De Syrische regering riep juist gisteren alle vluchtelingen op om terug te keren, omdat ze grote delen van het land inmiddels had ontdaan van 'terroristen'.
Gisteren gingen onderhandelaars van de rebellen in het zuiden voor een nieuwe gespreksronde om de tafel met Russische officieren die Damascus steunen. Afgelopen weekend werden die afgebroken toen Rusland een aantal eisen op tafel had gelegd die de rebellen 'vernederend' hadden gevonden. Zij zouden hun wapens moeten inleveren en Russische militaire politie moeten toelaten tot hun steden.