Franse rederij CMA-CGM en KLM trekken zich terug uit Iran
Steeds meer bedrijven schrappen hun geplande investeringen in Iran uit vrees dat ze anders getroffen zullen worden door Amerikaanse strafmaatregelen. KLM ziet dan weer geen brood meer in een aanbod naar Teheran.
Dat de Verenigde Staten zich onder president Donald Trump teruggetrokken hebben uit het nucleair akkoord met Iran uit 2015 heeft nu al verstrekkende gevolgen. Steeds meer Europese en Aziatische bedrijven schroeven nu al hun geplande investeringen of samenwerking met Iran op. Ze vrezen dat ze anders het slachtoffer zullen worden van Amerikaanse maatregelen als Washington nieuwe sancties tegen Iran afkondigt.
De nieuwste in de rij is de Franse rederij CMA-CGM, de derde containerreder ter wereld. "Door de beslissing van de regering van Trump hebben wij besloten om een punt te zetten achter onze activiteiten in Iran", zegt Rodolphe Saadé, de CEO van CMA-CGM.
Nochtans had CMA-CGM grootse plannen in Iran. In 2016 had het bedrijf contracten gesloten met Islamic Republic of Iran Shipping Lines om samen scheepsruimte te huren, samen zeevaartverbindingen en haventerminals uit te baten. Dat wordt dus nu afgeblazen. Eerder hebben ook de Franse autogroep PSA (Peugeot-Citroën), oliemaatschappij Total en de Deense rederij Maersk-Möller dat al gedaan.
De VS hebben bedrijven uit derde landen 180 dagen de tijd gegeven om hun activiteiten in Iran stop te zetten. Als ze dat niet doen, dreigt Washington ermee om strafmaatregelen zoals boetes op te leggenof die ondernemingen uit te sluiten van het Amerikaans financieel systeem. In het verleden is gebleken dat dat geen loze dreigementen zijn. (Lees verder onder de foto).
Ook KLM schrapt vluchten naar Teheran
De Nederlandse luchtvaartmaatschappij KLM gaat dan weer alle vluchten van Amsterdam naar de Iraanse hoofdstad Teheran schrappen en dat vanaf 24 september. Officieel geeft KLM de slechte resultaten en financiële vooruitzichten als oorzaken, maar de facto heeft dat wellicht ook te maken met het feit dat de zakenwereld de banen met Iran doorknipt.
Concreet gaat het om een vorm van economische oorlogvoering van de VS tegen Iran, waarbij Washington Teheran op economisch en diplomatiek vlak wil isoleren. Zo wil de VS onder president Trump andere landen overhalen om geen Iraanse olie meer aan te kopen. Vanaf begin november wil Trump dat de Iraanse olie-uitvoer zo stilvalt.
De Iraanse minister van Olie Bijan Namdar Zanganeh zegt dat Trump op die manier de oliemarkt "destabiliseert door opmerkingen en berichten op Twitter. Vandaag is de prijs van een vat olie afhankelijk van het gedrag van Trump" beklaagt de minister zich op de Iraanse staatstelevisie.
De Iraniërs hadden veel hoop gesteld op het wegvallen van de sancties na het nucleaire akkoord van 2015, maar die hoop lijkt vooralsnog vervlogen. Dat heeft nu al gevolgen, want de voorbije weken was er in Teheran en andere steden protest tegen de economische achteruitgang. Wellicht hoopt de regering van Trump dat een brede sociaaleconomische omwenteling het huidige regime in Teheran zou wegvagen. Iran zelf zit niet stil. Zo heeft de (relatief) gematigde president Hassan Rouhani ermee gedreigd de scheepvaartroutes in de Straat van Hormuz -toegang tot de Perzische Golf- te blokkeren als Iran geen olie meer zou kunnen uitvoeren. Dat zou vrijwel zeker tot een gewapend treffen met de Amerikaanse vloot in de regio leiden.