Direct naar artikelinhoud
Vergrijzing

Vergrijzing kost op hoogtepunt nog meer dan verwacht

Pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR) lijkt nog wat werk voor de winkel te hebben.Beeld Photo News

De kosten van de vergrijzing zullen nog hoger liggen dan eerder geschat. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van de vergrijzingscommissie. De kosten voor de pensioenen en de gezondheidszorg lopen in 2040 op tot 28,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Dat er een hele hap uit het budget naar kosten voor pensioenen en gezondheidszorg zou gaan, was al langer duidelijk. Het aantal ouderen in de samenleving blijft immers toenemen. De kosten lopen volgens de vergrijzingscommissie echter nog wat hoger op dan ze eerder had geschat.

Nu ziet de commissie de totale kosten op het hoogtepunt in 2040 stijgen naar 28,7 procent van het bbp, in het rapport van vorig jaar was dat nog 28,5 procent. Als we die rekening vandaag zouden moeten betalen, zou dat 15,4 miljard euro kosten. Na 2040, wanneer het aantal ouderen naar verwachting weer afneemt, zouden de kosten verder dalen, tot 27 procent in 2070. Dat is 1,9 procentpunt meer dan in 2017.

De kosten voor de pensioenen en de gezondheidszorg nemen dus toe maar dat geldt niet voor alle sociale uitgaven. Het deel van het budget dat naar werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslag gaat, neemt bijvoorbeeld af. Ook het armoederisico van gepensioneerden daalt verder tot 2050. Vanaf dan zou dat risico stabiliseren. Die tendens valt onder meer te verklaren doordat de minimumuitkeringen voor ouderen werden opgetrokken. Een tweede verklaring ligt in het feit dat steeds meer vrouwen werken waardoor zij zelf steeds vaker een pensioen krijgen, en de pensioenbedragen gemiddeld ook stijgen.

Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) ziet in het rapport een bevestiging dat "de pensioenhervorming niet alleen de financiële houdbaarheid van ons pensioenstelsel versterkt, maar ook de sociale houdbaarheid ervan".