Peumans herhaalt eis voor Vlaamse grondwet

© *

Jan Peumans (N-VA), de voorzitter van het Vlaams Parlement, heeft tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag de roep om een Vlaamse grondwet herhaald. Hij wil daarnaast dat 11 juli een betaalde feestdag wordt.

pvm

Peumans hield zijn toespraak in het stadhuis van Brussel, in het bijzijn van heel wat partijgenoten en andere Vlaamse en Brusselse politici. Voor het eerst was ook de burgemeester van Brussel, Philippe Close (PS), bij de viering aanwezig.

'De tijd is rijp om ook Vlaanderen een verklaring te schenken waarin de principes van een democratische, moderne en diverse samenleving worden opgenomen en grondwettelijk vastgelegd. Een eigen grondwet, die evenwaardig is aan de Belgische grondwet en waarin staat hoe we onze identiteit en eigenwaarde willen versterken', zei Peumans.

Hij riep daarbij de andere gemeenschappen in ons land op ook te werken aan een eigen grondwet. 'Zo kunnen we onze rol als voortrekker binnen de Europese Unie blijven waarmaken', meent Peumans.

Het voorstel is niet nieuw. Vorig jaar nog, en ook het jaar daarvoor, brak huidig Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) al een lans voor zo'n Vlaamse grondwet.

Investeringen in Brussel

Verder roemde Peumans de volgens hem blijvende inspanningen die Vlaanderen doet voor Brussel. Hij noemde onder meer de toenemende investeringen vanuit de Vlaamse regering in onder meer onderwijs en kinderopvang in Brussel, investeringen die richting het miljard euro per jaar zouden gaan.

'Zo zorgt de Vlaamse regering ervoor dat de rechten van de Nederlandstalige Brusselaars gevrijwaard blijven', zei de parlementsvoorzitter. 'Daardoor slaagt Brussel erin toch een multiculturele metropool te blijven, ondanks de pogingen van een andere taalgroep om onze hoofdstad te claimen.'

Politiek testament

Het was de laatste keer dat Peumans de verzamelde notabelen in het Brusselse stadhuis kon toespreken als voorzitter van het Vlaams Parlement, aangezien hij volgend jaar stopt als voorzitter van het Vlaams parlement. Hij bestempelde zijn laatste 11 juli-toespraak daarom als 'het politiek testament van zijn voorzitterschap'.