Voor het eerst sinds 1989 weer invloed communisten in regering Tsjechië
Bijna negen maanden na de verkiezingen heeft de Tsjechische minister-president Andrej Babis een verplichte tweede vertrouwensstemming overleefd. Voor de minderheidsregering van zijn populistische ANO-partij en de sociaaldemocratische CSSD stemden donderdagochtend 105 van de 200 parlementsleden. De nieuwe regering is omstreden, omdat zij de gedoogsteun krijgt van de communisten.
Die krijgen zo voor het eerst weer regeringsinvloed sinds de communistische dictatuur eind 1989 ineenstortte in toenmalig Tsjechoslowakije. De conservatieve oppositie had kritiek op het gedoogakkoord met de linkse partij, die in haar programma een vertrek uit de NAVO bepleit. 'Hoever zal de macht van de communisten reiken?', vroeg de voorzitter van de Burgerdemocraten (ODS), Petr Fiala.
Onlusten
Aan de stemming ging een debat vooraf dat zestien uur duurde. Ondertussen protesteerden buiten honderden mensen. Toen Babis op een gegeven naar buiten liep om met de demonstranten te praten, werd hij bekogeld met waterflesjes.
Babis bezwoer de parlementariërs dat hij Tsjechië op een Westerse koers houdt. Hij kondigde ook aan de Tsjechische belangen in Europa actief te zullen verdedigen. 'We willen geen immigratie', zei de multimiljardair. Uiteindelijk kreeg zijn regering de steun van 105 van de 196 aanwezige afgevaardigden.
Stemming verplicht
De Tsjechische grondwet bepaalt dat de minister-president binnen dertig maanden na zijn beëdiging een vertrouwensstemming organiseert. De regering van Babis verloor in januari de eerste. Toen was er nog geen steun van een andere coalitiepartner. Daarna benoemde president Milos Zeman Babis voor de tweede maal.