Direct naar artikelinhoud
Kenia

Woede in Kenia om peperdure WK-trip van parlementsleden

Senator Millicent Omanga woonde deze week de wedstrijd tussen Kroatië en Engeland bij.Beeld Facebook/Millicent Omanga

Keniaanse burgers reageren woedend op het nieuws dat 20 parlementsleden op kosten van de belastingbetaler het WK in Rusland bijwonen. De reis kost naar schatting honderdduizenden euro's – en dat terwijl de gemiddelde Keniaan moet rondkomen met omgerekend 128 euro per maand.

De parlementsleden wonen tijdens een twee weken durende reis in Rusland vier wedstrijden bij, waaronder de finale. Ze trokken de aandacht toen ze op sociale media selfies postten die ze gemaakt hadden in een stadion. Dat leidde meteen tot woedende reacties. 

Volgens minister van Sport Rashid Echesa gaf hij slechts zes parlementsleden toestemming om naar Rusland te reizen. De bedoeling is er lessen te trekken over de organisatie van dergelijke grote evenementen, zo zegt hij aan de BBC.

Kenia is geen groot voetballand. Het heeft zich nog nooit kunnen kwalificeren voor een WK-finale en staat op de 112de plaats (van 206) op de FIFA-wereldranglijst. Maar het land blinkt uit in atletiek, en is kandidaat om in 2023 het WK Atletiek te organiseren.

Volgens veel Kenianen is de reis echter pure geldverspilling. "Kenia verdrinkt in de schulden en toch kunnen we functionarissen naar het WK sturen. Zelfs Engeland heeft niemand gestuurd", schrijft politiek analist Odoyo Owidi op Twitter. 

Twitter bericht wordt geladen...

Geen plezierreisje

Politici verdedigen het tripje. Senaatsbediende Jeremiah Nyegenye noemt het "hun verantwoordelijkheid om sport te begrijpen, om te weten hoe zulke internationale toernooien georganiseerd worden". "Dit is geen vakantie en het is te simplistisch om het te bekijken als een plezierreisje."

Toch kunnen er vragen gesteld worden bij de kostprijs van de reis. Een parlementaire bron laat aan de BBC weten dat Keniaanse parlementsleden normaal in eerste klasse vliegen. Tijdens officiële reizen hebben ze daarnaast recht op een onkostenvergoeding van 1.000 dollar (860 euro) per dag. Dat zou de totaalprijs op honderdduizenden euro's brengen.