Direct naar artikelinhoud
Opvoedreeks

Genderneutraal opvoeden: zoonlief aan de nagellak en een dochter die Robbie heet

Hoe zit het nu met genderneutrale opvoeding?
Beeld Tine Schoemaker

Critici vinden het ‘tegennatuurlijke indoctrinatie’. Maar genderneutraal opvoeden zit in de lift. Wat is het, hoe doe je het en vooral: waarom zou je het doen?

“Het probleem met ‘genderneutraal’ opvoeden is dat woord. In al zijn zijige vreugdeloosheid ontneemt het in één klap van vier lettergrepen alle lust om een beetje lol te maken met je kinderen, laat staan ze iets bij te brengen.” Dat schreef krantenmaker Chris Buur recent in de Nederlandse de Volkskrant. Hij vat perfect samen wat wel meer mensen spontaan voelen wanneer ze ‘genderneutraal opvoeden’ horen.

“Het is ook een vreselijk woord. Niet toevallig was het vorig jaar in Nederland één van de meest gehate woorden van het jaar”, zegt Bieke Purnelle, directeur bij Rosa vzw, een kenniscentrum en bibliotheek voor gender en feminisme.

Vandaag maar een half pakske slaag

Opvoeden. Ouder of niet: iedereen heeft er een mening over. Maar hoe zit het nu met zaken als gender, straf, iPads of co-ouderschap? De Morgen bekijkt het in de reeks 'Vandaag maar een half pakske slaag'. 

Toch gaan we het begrip ‘genderneutraal opvoeden’ steeds meer tegenkomen. Want ondanks kritiek van tegenstanders die het ‘politiek correcte onzin’ noemen, is deze opvoedingsstijl aan een opmars bezig. Meer jongetjes zullen ‘mogen’ experimenteren met nagellak, meer meisjes zullen ‘mogen’ vechten en aan de slag gaan met zwaarden.

“Het leeft”, zegt Purnelle. “Je hoort en leest er meer over. Hema biedt enkel genderneutrale kinderkleding aan. Lego en Playmobil hebben nu mannelijke poppetjes die verpleger zijn en vrouwelijke poppetjes die astronaut zijn. Wij geven er binnenkort workshops voor bij de Gezinsbond. Op hun vraag. Dan is wel duidelijk dat een breed publiek er meer over wil weten.” Ook het drukbekeken kinderprogramma Karrewiet wijdde er een speciale uitzending aan en het Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning ziet eveneens dat de interesse groeit.

Genderneutraal opvoeden is niet: van je kinderen geslachtsloze wezens proberen maken

Maar wat is het precies en wat is het niet? We kennen genderneutrale toiletten en kledij, en er komen nu ook genderneutrale verkeersborden. Alle figuurtjes zullen er geheel en al geslachtsloos uitzien.

Toch is genderneutraal opvoeden niet: van je kinderen geslachtsloze wezens proberen maken. Dat denken sommigen door verhalen over ouders die het erg ver doordrijven. Zo zijn er die hun dochters jongensnamen geven en nooit sprookjes voorlezen waarin ridders en prinsessen de klassieke rolpatronen met verve bevestigen. In Zweden is er ook een genderneutrale crèche, Egalia, waar zelfs de voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zij’ en ‘hem en ‘haar’ in de ban zijn geslagen en vervangen door ‘vriend’ en een genderneutraal Fins voornaamwoord.

“Dat zijn uitzonderingen, vooral in Scandinavië”, zegt Purnelle. “Genderneutraal opvoeden is veel minder mistroostig en serieus als het klinkt en veel mensen die het doen, zouden het zelfs zo niet noemen. Het gaat er gewoon om dat je bij het opvoeden stereotypen in vraag durft stellen omdat ze kinderen verwachtingen opleggen die hun keuzes, hun zelfbeeld en hun kijk op de ander bepalen. Het zit overal. Niet alleen in de speelgoedwinkel maar ook in onze verwachtingen over hun hobby’s, onze manier van hen troosten of aanmoedigen.”

Bekrompen visie

We beginnen daar al mee voor de geboorte. Wordt het een meisje, dan zijn er meteen verwachtingen die zogezegd bij meisjes horen. Onbedoeld en subtiel krijgt het meisje dan bijvoorbeeld ingelepeld dat mooi zijn belangrijker is voor vrouwen dan voor mannen. Onderzoek toont zelfs dat mensen anders reageren op een huilende baby afhankelijk van het geslacht van die baby. Wanneer ze denken dat het een jongetje is dat huilt, laten ze het langer huilen. Want jongens moeten stoer zijn. Denken ze dat het een meisjesbaby is, dan gaan ze sneller troosten. 'Want meisjes zijn tere wezens.'

“Wij wilden dat van bij het begin doorbreken”, zegt Merel Tuts (33). Zij en haar vriend Sven (36) hebben een dochter van één jaar, Berkana, en verwachten nu hun tweede kind. “Ik heb gezinswetenschappen gestudeerd”, zegt Merel. “Daardoor wist ik hoe rigide de man-vrouwbeelden kunnen zijn. Jongens huilen niet, meisjes zijn van dag één al mooie prinsesjes. Het zit in kleine dingen, maar de gevolgen zijn groot. Ik hoorde een vader naar zijn zoontje roepen: ‘Je gooit als een meisje!’ Ik word daar kwaad van. Waarom zou ‘gooien als een meisje’ per se negatief zijn? Die bekrompen visie wil ik niet voor mijn kinderen dus ik wijs mensen daar op, ook familie en vrienden.”

Lees verder onder de foto. 

Bekrompen visie
Beeld Tine Schoemaker

Toen Merel zwanger was, kenden zij en Sven het geslacht van de baby niet. “Het eerste kwartiertje na de bevalling wilden we ook niet kijken”, zegt Merel. “We wilden even met het kind samenzijn voor er een geslacht op geplakt werd. Onze omgeving vond die aanpak wel moeilijk. Ze wilden zo graag al meisjes- of jongenscadeautjes kopen en dat kind in een hokje stoppen.”

'Het eerste kwartiertje na de bevalling wilden we ook niet kijken. We wilden even met het kind samenzijn voor er een geslacht op geplakt werd'

Voor Merel en Sven is genderneutraal opvoeden tegen die stroom ingaan en hun kind haar eigen weg laten gaan. “Er zijn geen dictaten”, zegt Merel. “Wel willen we haar meer opties geven en wijzen op hobby’s, voorkeuren die velen al snel ‘iets voor jongens’ vinden. Berkana draagt jongens- en meisjeskleren en ook neutrale kleren. Ze speelt met alle soorten speelgoed en we zijn van plan haar ook te wijzen op een opleiding als IT'er omdat ik als businessanalist zie hoeveel toekomst daar in zit. Maar blijkt ze een heel typisch meisje dat voor een heel typisch vrouwenberoep wil gaan, dan is dat absoluut ook goed.”

Die aanpak zie je ook in Berkana’s boekenkast. “Sven en ik houden van viking- en piratenverhalen, dus dat kwam veel terug op ons kinderboekenlijstje”, zegt Merel. “Maar ik erger me eraan dat er niet vaak vrouwen in die boeken voorkomen. Ook in andere kinderboeken bulkt het van de clichés. We weren die niet, maar daarnaast kocht ik voor haar Bedtijdverhalen voor rebelse meiden. Daarin komen wel succesvolle vrouwelijke personages voor die niet gered hoeven te worden door een prins.”

Alleenstaande mama Natalie Lambrechts (29), moeder van een zoontje van vijf en een zoontje van zes, ziet het ook zo: “Mijn oudste zoon is thuis een gevoelige knuffelaar en op school een heftig, typisch jongetje. Ik vind het essentieel dat hij al die aspecten kan ontwikkelen zonder dat ik dat volgens vastgeroeste ideeën over mannen en vrouwen bijstuur.”

Merel en Sven met Bernanka.Beeld Aurélie Geurts

Deze ouders willen hun kind met andere woorden vooral leren omgaan met alle registers. “Berkana heeft een nichtje dat van roze prinsessendingen houdt en een ander nichtje dat voetbalt en jongenskleren draagt”, zegt Sven. “We hopen dat zij met beide nichtjes graag zal blijven spelen, maar ze moet haar vriendjes zelf uitkiezen en dus zien met wie het het beste klikt.”

Barbie in de ban

Opvoedingsexperts benadrukken dat het inderdaad niet de bedoeling is de Barbies en de brandweerwagens, laat staan mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden, af te voeren. Ook is genderneutraal opvoeden niet je zoon tegenstribbelend in een kleedje hijsen om te voldoen aan de maatschappijvisie van papa en mama. “Wie het erg rigide aanpakt, riskeert kinderen op te voeden die niet beseffen hoe de buitenwereld het ziet en dat kan pijnlijk worden”, zegt ontwikkelingspsycholoog Wim Van Den Broeck (UGent).

En wie enkel dominante dictaten over mannen en vrouwen vervangt door alternatieve dictaten, riskeert ook de vruchten van deze opvoedingsstijl niet te plukken. “Het grote voordeel van genderneutrale opvoeding is net dat je de autonomie van je kind aanscherpt, niet dat je het inperkt”, zegt ontwikkelingspyscholoog Maarten Vansteenkiste (UGent). En dat blijkt uiterst positief. “Je biedt het kind de ruimte te kiezen wat best bij hem of haar past. Zo geef je mee dat je het onvoorwaardelijk aanvaardt”, zegt hij. “Bovendien leer je je kind beter kennen door de roze-blauwe bril af te zetten, want je laat veronderstellingen over wat een meisje of een jongetje ‘nu eenmaal’ is en doet achterwege.”

Onderzoek toont ook dat de genderneutrale aanpak leed kan voorkomen. In tegenstelling tot wat sommigen nog beweren, namelijk dat het kinderen zou verwarren over hun geaardheid, maak je ze net sterker omdat ze hun eigen voorkeuren mogen onderzoeken. “En als dan blijkt dat je kind homoseksueel is, dan zien we dat het er dankzij deze manier van opvoeden sneller voor zal durven uitkomen, vermoedelijk omdat een kind dan geen veroordeling voelt en zich voldoende veilig voelt om zijn of haar seksuele geaardheid te ontdekken”, aldus nog Vansteenkiste.

'Ik denk dat genderneutrale opvoeding voor ons voornamelijk dat is: je amuseren zonder grenzen'

Bovendien moet het plezant blijven, benadrukken ouders die het elke dag proberen. Natalie: “Ik heb twee echt typische jongens maar ze stofzuigen en afwassen, spelen met poppen en dragen soms mijn haarspeldjes omdat ze dat leuk vinden. Ik denk dat genderneutrale opvoeding voor ons voornamelijk dat is: je amuseren zonder grenzen.”

Maar dat wil niet zeggen dat je niet op grenzen botst.

Beschermen

Zo zitten ouders onderling niet altijd op dezelfde lijn. Papa Sven ziet het bijvoorbeeld ‘wel wat klassieker’ dan zijn vrouw. “Ik deel Merels visie, maar zij is in de praktijk wat fanatieker. We vinden het beiden ok dat Berkana ook ‘jongenskleren’ draagt. Maar Merel zou het met een zoontje dat graag typische meisjeskleren wil dragen minder moeilijk hebben dan ik. Niet dat dat niet mag van mij, maar je wil ook niet dat je kind al te felle reacties oproept in de buitenwereld.”

Dat blijkt ook een hindernis want een vrees bij velen. Thuis is het best dat Louis vlechtjes in zijn haar draagt, maar wat als ze hem daarom op school Louise gaan noemen?

“De meeste vragen die we over genderneutraal opvoeden krijgen, gaan daarover”, zegt Ilse de Block van de Opvoedingslijn. “‘Kan mijn zoon in een roze broek naar school?’, is een typische. Er is al snel onrust, terwijl kinderen gewoon nog veel speelser met gender omgaan. Maar je wil in de eerste plaats niet dat je kind gekwetst wordt en ook kleine kinderen kunnen hard zijn.”

Op de vraag hoe je dat het best aanpakt, zegt De Block: “Bekijk wat je zelf vindt en onderzoek hoe het zit bij je kind.” Want de ene jongen in roze broek is de andere niet. Hij kan plots enkel nog meisjeskleren aan willen omdat hij jaloers is op zijn jongere zusje, dat meer aandacht krijgt, bijvoorbeeld. Of hij kan een al dan niet tijdelijke fascinatie voor de kleur hebben omdat hij de juf die veel roze draagt zo mooi vindt.

De Block: “Ga dat dus na en zet je kind centraal, niet je eigen overtuigingen. Is het bestand tegen pesterijen? Ben jij genoeg overtuigd om het honderd procent te verdedigen in zijn keuze? Kun je er ook met de juf of meester over praten? Dan kan je zoon misschien toch in die roze broek naar school.”

'Zet je kind centraal, niet je eigen overtuigingen. Is het bestand tegen pesterijen?'

Wel wijzen ouders en experts erop ‘dat het voor jongens moeilijker is om meisjesdingen te doen en te dragen in vergelijking met meisjes die jongensachtig door hun jonge leven stappen'.

Dat komt volgens Purnelle omdat we gedrag, kenmerken en rollen die we met vrouwen associëren minder waardevol achten. Er zijn campagnes om meisjes meer in wetenschappelijke studierichtingen te krijgen maar er zijn er geen om jongens aan te trekken tot verpleegkunde, bejaardenverzorger of kleuterleider. “En er is nu wel een ‘ridderprinses’, Nella, terwijl er geen ridder bestaat met vrouwelijke trekken”, zegt Natalie. Thuis spelen haar zonen met hun Elsa-pop en roze eenhoorns. “Mijn omgeving vindt dat niet makkelijk ‘want het zijn toch jongens’?”

Maar ook meisjes lopen tegen de stereotypen in de buitenwereld aan.

Zo vertelt de negenjarige Anna: “Ik ben een meisje en ik draag graag rokjes en al eens een strik in mijn haar, maar ik klim ook graag in bomen en ik bouw graag kampen met de jongens. De meisjesdingen zoals dansen en liedjes zingen, vind ik minder leuk. Maar de laatste tijd willen de jongens niet altijd meer met mij spelen omdat ik een meisje ben. Ik vind in bomen klimmen gewoon plezant. Waarom zou een meisje dat niet mogen?”

Lees verder onder de foto. 

Natalie met Damien (5, links) en Alex (6, rechts).Beeld Aurélie Geurts

Papa Miguel vindt het jammer. “Vanuit haar opvoeding is het voor Anna evident dat meisjes ook klimmen en kampen bouwen. Wij hebben lak aan man-vrouwconventies. Maar de laatste twee jaar merken we dat de jongens met wie ze speelt die stereotiepe blik van volwassenen overnemen en haar uitsluiten. Ik hoop dat het een fase is en leer haar sowieso assertief te zijn.”

Verloren moeite

Maar of het nu tot gepest leidt of niet, dat de buitenwereld waar dominante genderstereotypen overheersen onvermijdelijk binnenbreekt, zeker wanneer ze ouder worden, noemen de meesten hoe dan ook het grootste obstakel. Sommigen met al wat oudere kinderen hebben daarom een erg beknopte mening over genderneutraal opvoeden: ‘Lukt toch niet.’

“Je leeft niet met ze in een bubbel”, zegt Natalie. “Wij bezochten een brandweercentrale en daar zag mijn zoon vrouwelijke brandweerlieden”, zegt Natalie. “'Mama, mag dat wel?’, vroeg hij. En onlangs kwam hij van school en zei hij tegen zijn broer: ‘Roze is voor meisjes.' Daar sta je dan met al je genderneutrale inspanningen.”

'Onlangs kwam mijn zoon van school en zei hij tegen zijn broer: ‘Roze is voor meisjes.' Daar sta je dan met al je genderneutrale inspanningen'

Heeft het dan allemaal geen zin?

Zeker wel, zeggen de experts. Kinderen zijn sponzen en van wat ze jong al meekrijgen, blijft hoe dan ook heel wat hangen. Ook staan de voordelen van vrijheid en autonomie bieden in de zoektocht naar wie hij of zij is buiten kijf. Dat het genderneutrale vaccin dat je ze geeft soms niet lijkt te werken, moet je erbij nemen, zoals dat ook op heel veel andere vlakken moet.

“Ja, het is frusterend. Je probeert hun kompas op een bepaalde manier in te stellen en dan krijg je schooluitnodigingen voor moeders in de knutselles en vaders in de sportles en clichématige cadeautjes voor vaderdag en moederdag”, zegt Miguel. “Bij je eigen kind kan ik dat nog counteren, maar op de anderen heb je geen grip. Maar je kunt de wisselwerking tussen wat je wil meegeven en de buitenwereld sowieso nooit uitschakelen. En wij vinden deze visie meegeven hoe dan ook essentieel omdat er wat genderstereotypen betreft nog heel wat moet verbeteren. Als mijn dochter al het buitenbeentje is omdat ze graag met de jongens in bomen klimt, hoe moet het anno 2018 dan nog altijd zijn voor kinderen met een andere geaardheid?”