Direct naar artikelinhoud
Muziek

The National blikt vlak voor TW Classic terug op 'Boxer': "We hebben het zwaar gehad"

The National.Beeld Damon De Backer

Volgende week verschijnt er een nieuw album van The National: Boxer (Live in Brussels), een liveplaat van hun doorbraakalbum, opgenomen in Vorst Nationaal. Aaron Dessner, geluidsarchitect van de Amerikaanse groep, groef voor ons in zijn vroegste herinneringen.

Met Boxer ruilde The National de subtop in voor de wereldtop. Het is wellicht de mooiste pleister voor de ziel die een dokter u sinds de release in 2007 kan voorschrijven. ‘Fake Empire’, ‘Mistaken For Strangers’ of ‘Brainy’: Boxer staat vol met songs die de medewerkers van uw interne tranenfabriek overuren laat draaien.

Toen Boxer, de vierde worp van de Amerikaanse groep, vorig jaar tien werd, vierde ze dat met een onuitgegeven show in Vorst Nationaal. Ze speelden nooit eerder een plaat van a tot z. Die show spelen, was een van de betere keuzes in de geschiedenis van The National, zegt multi-instrumentalist Aaron Dessner terugblikkend op Boxer en die show in Brussel. “Het was de eerste keer dat we zo’n concert speelden, en we hebben amper de tijd genomen om te repeteren. Maar aan het eind van die show voelde ik dat The National nog steeds een hechte groep is. Iedereen was voldaan, niemand binnen de groep klaagde, en dat was een fijn gevoel.”

'Het voelt vreemd dat het vluchtgedrag dat Boxer probeerde op te roepen na tien jaar nog steeds de tijdsgeest vat'
Aaron Dessner, The National

Waarom hebben jullie de tiende verjaardag van Boxer in Brussel gevierd?

Aaron Dessner: “Jan De Mars vertegenwoordigt ons platenlabel in België en is een goede vriend geworden. Het was de juiste plek om iets voor hem terug te doen, en we hebben een speciale band met jullie land. We krijgen in België veel van het publiek terug, dat speelde. We hebben toen ook enkele shows in Brussel moeten schrappen, nadat ons werd gevraagd om de Obama Foundation Summit af te sluiten. We wilden dat inhaalconcert in Brussel speciaal maken.”

Wat maakt dat vierde album speciaal?

Dessner: “Ik denk dat onze fans meer waarde hechten aan Boxer dan wij. Al vind ik het uiterst interessant dat de plaat in deze tijden opnieuw relevant is. Toen Barack Obama president was, had ik de indruk dat een song als ‘Fake Empire’ geen steek meer hield. It was a real empire. Niemand had verwacht dat Donald Trump plots zou opduiken. Dat is zeer bedroevend. Het voelt vreemd dat het vluchtgedrag dat Boxer probeerde op te roepen na tien jaar nog steeds de tijdsgeest vat.”

Herinner je je hoe het was om de nummers van Boxer te schrijven?

Dessner: Boxer was de moeilijkste plaat om te maken. Ik had op persoonlijk vlak een dieptepunt bereikt: ik zat middenin een scheiding. Ik verbleef bij een vriend in Brooklyn, sliep op de zetel en wanneer hij overdag ging werken, veranderde ik zijn appartement in een bescheiden studio waar ik aan de demo’s werkte. Toen ik de maquettes voor het eerst naar de groep stuurde, waren de meningen verdeeld. Matt (Berninger, zanger, ELV) vond ze geweldig, Brian (Devendorf, drummer, ELV) noemde het liftmuziek. We lachen nog steeds met die uitspraak, zeker als je ziet waar Boxer ons heeft gebracht. Die meningsverschillen zorgden ervoor dat de plaat geen vorm kreeg. Na zes maanden schrijven stond ik plots voor het blok – de ideeën waren op. Het ging gewoon niet vooruit.”

Brian Devendorf, drummer van The National, was geen fan van de demo's van 'Boxer'.Beeld Damon De Backer

Was het een optie om opnieuw te beginnen met een wit blad?

Dessner: “Dat is nooit concreet besproken. We hebben na die zes maanden beslist om onze dure studioruimte te verlaten en even een pauze te nemen. Er was ademruimte nodig om het leefbaar te houden. Mijn broer Bryce (Dessner, gitarist, ELV) en ik zijn niet veel later met die eerste demo’s in onze kelder gedoken. Het doel was simpel: de nummers slechter maken. Bewust. Je wil toch niet met de perfecte vrouw trouwen, maar eerder met iemand met een hoek af? Als ik terugdenk aan de eerste versies van Boxer hadden we de drang om voor perfectie te gaan. We klonken te afgelikt. Daar verwijst de albumtitel ook naar: we hebben deze kamp gewonnen, maar met de nodige kleerscheuren. Eerlijk? We hebben het zwaar gehad.”

In het verleden praatten jullie in interviews zelden over de vermeende interne strubbelingen. Wat moeten we ons bij die zware tijd voorstellen?

Dessner: “Er was met de dag meer spanning binnen de groep en op een dag is het ontploft. We hebben middenin het schrijfproces een pauze genomen na een zware ruzie tussen Matt en mij. Ik had de muziek voor ‘Apartment Story’ geschreven, Matt schreef zijn tekst en bezorgde mij een ingezongen versie terug. Maar ik kon mij er niet in vinden en hij begreep de kritiek niet. Op een dag, na de zoveelste discussie, is Matt helemaal doorgedraaid en heeft hij de studio verlaten. Die ruzie was enorm intens, het had zomaar het einde van The National kunnen betekenen. (snel) Hij heeft later wel toegegeven dat hij fout zat.”

'Die bewuste ruzie was enorm intens'
Aaron Dessner, The National

Wanneer voelde je voor het eerst dat Boxer een speciale plaat zou worden?

Dessner: “Mmm, ik kan mij dat moment niet voor de geest halen. (denkt na) Ik weet alleen dat het schrijven meer frustrerend werd met de minuut. We hebben maanden naar een outro voor ‘Fake Empire’ gezocht. ‘Slow Show’ en ‘Brainy’ raakten maar niet klaar. Tijdens een barbecue in de zomer van 2006 deed ik mijn beklag bij Sufjan Stevens. Hij zag en voelde dat er spanning was binnen de groep, en zei: ‘Het is positief dat jullie botsen. De makkelijke weg is niet interessant. Neem de tijd om dit tot een goed einde te brengen.’ Hij bedoelde dat hij ons zag groeien als groep. Hij bleek achteraf gelijk te hebben.”

Sufjan Stevens speelt piano op sommige songs van Boxer. Heeft hij dat instrument bij jou geïntroduceerd?

Dessner: “Niet echt, ik speel al sinds mijn jeugd piano. Maar het zijn wel artiesten als Sufjan die mij lieten horen wat de magie en meerwaarde van het instrument is. Sinds Boxer is de piano de ruggengraat van The National. Op onze eerste releases klonken we anders, maar na de derde plaat Alligator wilden we het over een andere boeg gooien. Misschien liep het daarom niet zo vlot, omdat we te hard anders wilden klinken. Als je Boxer nu zou analyseren, is het de plaat waarop The National het meest uit haar comfortzone treedt. Je hoort een groep in beweging, en daar hou ik net van.”

Waren er, naast Sufjan Stevens, nog andere invloeden?

Dessner: “Bob Dylan. En de demo van ‘Mistaken for Strangers’ heette Pixies – drie keer raden waar die feedback van de gitaar vandaan komt. Brian is fan van Stephen Morris, de drummer van Joy Division en New Order, en dat hoor je. Ook klassieke muziek heeft een rol gespeeld. Boxer was de eerste plaat waarop we met arrangementen hebben geëxperimenteerd. Het ritme van ‘Fake Empire’ is bijvoorbeeld geleend van Philip Glass.”

Luister je soms naar Boxer?

Dessner: “Regelmatig, omdat die plaat veel emotionele waarde heeft. Ik heb mijn huidige vrouw leren kennen toen we met Boxer toerden. Ze is helemaal zot van dat album. Het gebeurt weleens dat ik thuiskom wanneer Boxer speelt.”

Is Boxer om die reden de beste plaat van The National?

Dessner:(resoluut) Nee! Voor Alligator was The National een groep die onbewust compromissen sloot bij het maken van muziek. Vanaf Boxer hebben we onze prioriteiten bijgesteld. We willen blijven evolueren, we groeien nog steeds. Ik ga liever de geschiedenisboeken in als een band die ook mindere dingen heeft gemaakt, dan mijn hele leven in herhaling te vallen.”

Boxer (Live in Brussels) is vanaf 13/7 beschikbaar. The National speelt op 14/7 op TW Classic.