Direct naar artikelinhoud
Syriëstrijders

België moet kinderen van IS-strijders niet repatriëren, advocaten gaan in beroep

Vrouwen en kinderen in het vluchtelingenkamp Al-Hol, waar de twee Belgische IS-vrouwen vastzitten. Foto ter illustratie.Beeld AFP

Ons land is niet verplicht om zes kinderen van twee Belgische IS-vrouwen te repatriëren. Dat heeft een rechter in kortgeding beslist, nadat de vrouwen een klacht indienden in een poging om de Belgische staat daartoe te dwingen. Hun advocaat laat weten dat ze in beroep gaan én België dagvaarden in een aparte zaak.

Tatiana Wielandt (25) en Bouchra Abouallal (25) volgden hun echtgenoten, die intussen overleden zijn, vijf jaar geleden naar het conflictgebied. Nu zitten ze met hun jonge kinderen vast in het Koerdische vluchtelingenkamp Al-Hol in het noordoosten van Syrië. 

Via een rechtszaak wilden ze de regering dwingen hun kinderen te repatriëren. Ze vinden dat de Belgische staat in gebreke blijft, aangezien hun kinderen er in erbarmelijke omstandigheden leven. Ze zouden een tekort aan water, voeding en medicatie hebben. Volgens hun advocaat, meester Walter Damen, bestaat het gevaar dat de vrouwen en hun kinderen binnenkort naar IS-gebied worden teruggebracht.

Hun vordering werd nu dus afgewezen. De Brusselse rechter stelt dat ons land wel een morele plicht heeft om zich het lot van kinderen in oorlogsgebieden aan te trekken, maar die morele plicht lijkt juridisch niet afdwingbaar te zijn omdat België in de vluchtelingenkampen geen rechtsmacht heeft. De moeders hebben daarnaast onvoldoende aangetoond dat hun kinderen zich in een gevaarlijke situatie bevinden. Het enige bewijs daarvan zijn volgens de rechter persberichten, waarvan de inhoud niet betrouwbaar is en die worden tegengesproken door andere berichten. 

'We zijn ervan overtuigd dat de kinderen wel in doodsgevaar zijn en dat we daar ondertussen meer bewijzen voor hebben'
Frederieke Cloet, advocaat van de twee moeders

"We gaan in beroep tegen de beslissing, want we zijn ervan overtuigd dat de kinderen wel in doodsgevaar zijn en dat we daar ondertussen meer bewijzen voor hebben", zegt advocate Frederieke Cloet, collega van Walter Damen. "We hebben extra berichten en foto’s ontvangen van ginder. En de Belgische veiligheidsdiensten hebben zelf aangegeven dat het risico bestaat dat ze naar IS-gebied worden teruggebracht." 

Deze zaak was opgestart in kortgeding, maar daarnaast wil Cloet de Belgische staat ook dagvaarden in een gewone procedure, "om diepere juridische argumentatie te kunnen voeren". "Dit gaat immers niet enkel om de kinderen van onze cliënten, maar eigenlijk over alle Belgische kinderen in dat oorlogsgebied."

Lees ook

De Morgen publiceerde in juni een interview met Fatiha, moeder en schoonmoeder van drie Syrië-strijders. Fatiha diende samen met Child Focus een klacht in. Haar zes kleinkinderen kwijnen weg in een kamp voor IS-aanhangers in Syrië. "België heeft beloofd hen terug te halen maar er gebeurt niets."

Veroordeeld

De twee IS-weduwen en hun kinderen werden in 2013 al een keer uit Syrië geëvacueerd. Nadat de twee vrouwen in Antwerpen waren bevallen, vertrokken zij opnieuw met hun kinderen naar Syrië. In maart 2018 werden ze door de Antwerpse correctionele rechtbank bij verstek nog tot vijf jaar cel veroordeeld voor deelname aan terroristische activiteiten. Beide vrouwen zijn begin dit jaar opnieuw bevallen, zodat het intussen over zes kinderen gaat. De oudste is 5 jaar en de jongste nog maar een paar maanden oud.

Op dit moment verblijven naar schatting 150 kinderen met een Belgische vader of moeder in Irak en Syrië. Child Focus wil dat ons land al die kinderen uit het conflictgebied terug naar België haalt en volgt deze rechtszaak nauw op.

"Wij helpen de naasten, meestal de grootouders, van een twintigtal kinderen die ter plekke zijn", zegt Dirk Depover van Child Focus. "De rechter had hier een belangrijk signaal aan hen kunnen geven, maar belangrijker is wat het beleid doet. In Frankrijk en Oostenrijk zijn er al kinderen teruggehaald en ook in Nederland is men daarmee bezig, dus er is zijn wel degelijk mogelijkheden. In die zin is het belangrijk dat de rechtbank heeft gezegd dat ons land wel de morele plicht heeft om zich het lot van de kinderen in oorlogszones aan te trekken."