Antwerpse scheepsspotters vragen hun eigen plekje: “Een container naast het Deurganckdok, dat kan toch niet moeilijk zijn?”

Een jaar geleden liep het megacontainerschip CSCL Jupiter (366 m) vast in de Scheldebocht van Bath, net over de grens in Nederland. Duizenden kijklustigen zakten af naar de onheilsplek en heel wat mensen wandelden bij laagtij tot aan het droogliggende voorsteven. Tot de politie de omgeving afzette en het schip bij een volgend hoogtij werd losgetrokken.

Gelukkig was het een uitzonderlijk voorval en varen jaarlijks zo’n 14.500 zeeschepen wel veilig de Schelde op en af. Maar ook die vaarten trekken heel wat kijklustigen: de scheepsspotters. En het helpt als je in de haven werkt.

Beste locaties

Een van hen is Alec Sansen, al zo’n zeventien jaar aan de slag in de havenwereld. Vroeger regelde hij als ‘waterklerk’ documenten aan boord van aangemeerde schepen. Nu helpt hij schepen mee aan brandstof. “Het is door het werk in de haven dat ik geïnteresseerd ben geraakt in de scheepvaart. Om de zoveel weken trek ik er eens een paar uur tussenuit. Vaak zet ik me aan de Berendrecht- of Zandvlietsluis, en ook aan de nieuwe Kieldrechtsluis. Daar kan je tot op zo’n 10 meter van de giganten komen.”

Imposant

“Thuis weten ze dat ik er zo af en toe eens op uittrek. Ik doe dat voor de rust, voor de stilte. Lawaaierig zijn de schepen zeker niet. Ze varen 1 tot 2 km/u en de motoren hoor je nauwelijks.”

Maar het spotten is de laatste jaren wel veranderd. “Vroeger had je veel meer afwisseling, met schepen met algemene cargo van al snel 30 tot 40 jaar oud. Die zijn nu zowat allemaal uit de vaart gehaald. Daarnaast zie je nu bijna niets anders meer dan grote containerschepen, allemaal zo’n 400 meter lang. Of die dan 20.000 of 21.000 containers kunnen vervoeren, maakt weinig uit. Maar het blijft imposant, zeker als je voor de eerste keer gaat kijken.”

Fotograferen

Ook Luc van Haute is als bruggepensioneerde enthousiast spotter, nadat hij eerder bewakingsagent in

de haven was. “Het volumineuze, het machtige, het zijn niet zomaar bootjes hé”, motiveert hij zijn passie. Deze grote reuzen van 400 meter doen ook alleen maar de grote havens aan, waaronder Antwerpen. Ik trek er ook alleen maar op uit als een schip minstens 299 meter is. Dat zie ik op lijsten van het Loodswezen.”

Van Haute gaat ook specifiek op zoek naar schepen die nog niet vaak op de foto stonden. “Ik heb nu al zo’n 2.000 foto’s en plaats deze op www.marinetraffic.com. Hoe nieuwer een schip hoe meer kijkers”, klinkt het.

Boekje te buiten

Toch is hij niet helemaal tevreden over het spotten in Antwerpen, en ziet hij veel mensen naar Nederland trekken, bijvoorbeeld Terneuzen of Walsoorden. “Spotten zit in de lift, maar tegelijk heb je ook bewakingsagenten die naar spotters toe stappen en vragen om foto’s te verwijderen. Ze gaan hun boekje te buiten. Het is niet dat wij bezig zijn met drugssmokkel of zoeken waar er gaten in de hekken zitten”, zegt van Haute. “En waarom is er ook geen goede infrastructuur, bijvoorbeeld bij het Deurganckdok? Twee containers met een trap en relingen, dat is toch eenvoudig? In Zaventem is er infrastructuur voor vliegtuigspotters.”

Het Havenbedrijf Antwerpen laat alvast weten dat samen met de Vlaamse overheid - via het recreatieve project ‘Havenland’ - naar de mogelijkheden wordt gekeken. Concreet zijn de plannen nog niet.

Cruiseschepen

Een aanzienlijk jongere spotter is Sebastiaan Peeters (24), verkeersleider in spe bij spoorbedrijf Crossrail. Zijn interesse gaat vooral uit naar cruiseschepen, een verwondering die hij op zijn 11de ontwikkelde tijdens een gezinscruise. “Dat de schepen zo groot zijn en toch blijven drijven, dat fascineert me. Het zijn hele drijvende dorpen, inclusief botsauto’s.”

“Elk cruiseschip dat Antwerpen aandoet – zo’n 25 exemplaren per jaar – probeer ik te zien, tenzij ik op reis ben of zo. Ik fotografeer de schepen en hoop uiteindelijk te komen tot een databank met alle cruiseschepen die Antwerpen ooit aandeden. Soms krijg ik ook foto’s toegestuurd. Van voor 1996 is het niet zo eenvoudig, omdat er toen nog niet systematisch lijsten werden bijgehouden.

“Ik besef dat ik een zeldzame hobby heb – soms sta ik uren in de regen te wachten, en vrienden vonden het in het begin speciaal – maar ik kom nog andere mensen tegen - veelal oudere mensen - en die vinden het wel tof dat er ook iemand jonger zich met de cruiseschepen bezighoudt.”

Zijn interesse beperkt zich niet tot de cruiseschepen. “De andere schepen, daar moet je soms ver de haven in, en ik moet er ook de tijd voor hebben. Maar als het kan, ga ik al eens graag naar zo’n groot schip kijken. Ik kon ook mee om naar het recordschip te gaan kijken, maar ik ben helaas nog op reis”, besluit hij.

Aankomst nieuw recordschip

Maandag komt wellicht de Cosco Shipping Universe aan, het grootste containerschip ooit in de Antwerpse haven, na de vorige recordhouder, de Madrid Maersk (20.568 teu).

Het schip is 400 meter lang, 58,6 meter breed en kan tot 22 knopen (40,7 km/u) varen. Het is even groot als vorige schepen maar heeft onder en boven het dek een extra laag, goed voor bijna 1.000 containers extra. Momenteel is alleen een reeks schepen zoals de OOCL Hong Kong groter. Die kunnen nog 173 TEU meer vervoeren. Om dit soort schepen te ontvangen, zijn op de kade zes kranen 7 meter verhoogd, en zijn er extra kranen met een uitzonderlijk verre reikwijdte geplaatst.

Het komt aan op een kaai van DP World in het Deurganckdok. Hoeveel containers het schip zal moeten laden en lossen, is nog niet geweten. Na Antwerpen vaart het schip door naar Rotterdam.