Direct naar artikelinhoud
Auto's

Nieuw gesjoemel: fabrikanten laten hun auto nu juist onzuiniger lijken

Nieuw  gesjoemel: fabrikanten laten hun auto nu juist onzuiniger lijken
Beeld REUTERS

Waar autofabrikanten de afgelopen jaren op allerlei manieren probeerden hun auto’s tijdens tests zo zuinig mogelijk te laten lijken, proberen ze nu juist de uitstoot van CO2 op te krikken. Door hun auto’s onzuiniger te laten lijken, creëren fabrikanten voor zichzelf een gunstige uitgangspositie voor als in 2021 nieuwe Europese normen gelden.

Het lijkt de wereld op zijn kop: fabrikanten die tests manipuleren om hun auto’s onzuiniger te laten lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Toch denkt de Europese Commissie dat automakers massaal de CO2-uitstoot van hun auto’s opkrikken. Dat doen ze om een gunstige uitgangspositie voor zichzelf te creëren voor als in 2021 nieuwe Europese normen gaan gelden. Dat jaar geldt als een nulmeting voor het komend decennium. Als auto’s op dat moment relatief veel CO2 uitstoten, kunnen fabrikanten makkelijker later vereiste reducties halen.

Volgens de huidige voorstellen mogen auto’s vanaf 2025 gemiddeld 15 procent minder kooldioxide uitstoten dan in 2021. In 2030 moet dat zijn opgelopen tot 30 procent. Door de uitstoot van CO2 nu te vergroten, wordt het makkelijker de beoogde reducties te halen. De mogelijke manipulatie is gemeld door het Joint Research Centre (JRC), een instituut dat in opdracht van de Europese Commissie emissieonderzoek doet.

Hoge boetes

De problemen waren deels te voorkomen geweest als de EU niet had gewerkt met percentages maar met harde normen, zoals tot nu toe de gewoonte was. Daarbij werd een maximaal aantal gram CO2 vastgesteld dat auto’s gemiddeld mogen uitstoten. Voor 2021 geldt nu bijvoorbeeld een limiet van 95 gram CO2 per kilometer. Voor elke gram extra die de merkvloot uitstoot, legt Brussel hoge boetes op.

Door na 2021 over te stappen van harde cijfers op reductiepercentages, heeft Brussel de deur op een kier gezet voor nieuwe vormen van emissiemanipulatie. Fabrikanten kunnen daarnaast profiteren van het feit dat er tussen nu en 2021 twee normen worden gebruikt: de nieuwe WLTP en de oudere NEDC. De eerste wordt in 2021 gebruikt voor de nulmeting, terwijl de tweede wordt gebruikt om te kijken of fabrikanten in dat jaar de 95 grams-norm hebben gehaald. Door de WLTP-cijfers kunstmatig op te krikken en de NEDC-getallen zo laag mogelijk te houden, kunnen fabrikanten hoge boetes voorkomen, terwijl ze een gunstige uitgangspositie hebben voor het komende decennium.

Volgens het JRC gebruiken de fabrikanten auto’s met lege accu’s voor de testen. Daardoor moet de motor harder werken om de accu tijdens de test op te laden, waardoor meer kooldioxide wordt uitgestoten. Ook werd het startstopsysteem uitgeschakeld en werd later opgeschakeld dan normaal, waardoor het verbruik steeg. De CO2-uitstoot ligt hierdoor gemiddeld 4,5 procent hoger, aldus experts van het JRC. Er zijn ook uitschieters tot 13 procent gemeten.

Niet definitief

De uitstooteisen voor 2025 en 2030 zijn nog niet definitief; het Europees Parlement moet de voorstellen nog goedkeuren. Met hun brief willen eurocommissarissen Miguel Cañete van Klimaat en Elzbieta Bieńkowska van Industrie kennelijk een aanpassing forceren. Ze schrijven dat deze vorm van manipulatie onder meer bestreden kan worden door niet uit te gaan van cijfers die fabrikanten aanleveren, maar door ‘echte’ metingen.

"De auto-industrie is te lang door Europa als een partner beschouwd, maar keer op keer blijkt dat dit soort zaken niet aan de fabrikanten overgelaten kunnen worden", zegt commissaris Anne Knol van Milieudefensie. Onder meer Frankrijk en Nederland vinden de huidige voorstellen te slap en pleiten voor harde verkoopcijfers van emissievrije voertuigen. De Europese autokoepel Acea laat weten dat haar leden de commissie blijven helpen "de WLTP-regelgeving waar nodig te verbeteren en te fine-tunen".