Direct naar artikelinhoud
Politiek

De nederlaag van het nachtelijk conclaaf: ministers een nacht opsluiten werkt niet

Vlaams minister-president Geert BourgeoisBeeld Eric de Mildt

Ministers net voor hun vakantie allemaal samen in een kamertje van een kabinet of kasteel duwen, met de valiezen op de gang, om toch maar iets te beslissen: kan dat überhaupt goed beleid opleveren? Dat is de vraag na het mislukken van de Vlaamse superministerraad en het federaal begrotingsconclaaf.

Eerst wat statistieken: in het afgelopen bestuursjaar heeft de Vlaamse regering 47 ministerraden gehouden, ongeveer een per week, waarop 2.187 beslissingen zijn genomen. Liefst 390 beslissingen komen uit slechts drie ministerraden: die op de laatste vrijdagen voor het kerst-, paas- en zomerreces. De agenda’s daarvan waren drie tot vier keer zo lang als normaal en het ging dan ook nog over de allerbelangrijkste dossiers.

Tijdens de Vlaamse 'superministerraad' van vorig weekend stonden onder meer de betonstop, het klimaat- en energieplan, het afvalplan, het luchtkwaliteitsplan en de hervorming van De Lijn op de agenda.

"Superministerraden zijn traditie. Maar zo 'super' zijn die eigenlijk niet", vertelt Joris Vandenbroucke (sp.a). Hij kan het weten: de huidige oppositieleider was tijdens de vorige regeerperiode nog kabinetschef van minister Freya Van den Bossche. Vandenbroucke doet er dan ook niet flauw over: toen hij aan de macht was, speelde hij precies hetzelfde spelletje als de huidige meerderheidspartijen.

In de Wetstraat weet men al langer dat de limieten van 'het groot conclaaf' bereikt zijn

Trofeetjes

Hoe het spelletje werkt? "Een minister die niet tijdig klaar raakt met zijn eigen dossiers, blokkeert dan maar een aantal dossiers van zijn collega’s", zegt Vandenbroucke. "Zo wordt alles uitgesteld en krijg je voor de recesperiodes een ministerraad met een ellenlange agenda. Die wordt dan niet gewoon dossier per dossier afgewerkt, nee, alles wordt gekoppeld. Het principe: een trofeetje voor niemand of een trofeetje voor iedereen. Inhoudelijk houdt dit geen steek maar strategisch wel. Het eindresultaat is een vaag, rammelend akkoord dat met een saus van voluntarisme wordt overgoten, in de hoop de media mee te krijgen."

In de Wetstraat weet men al langer dat de limieten van 'het groot conclaaf' bereikt zijn. Of dit nu in een saai kabinet of in het statige kasteel van Hertoginnedal wordt georganiseerd. 

Vooraf gaan ministers maar wat graag op de foto met stapels dossiers onder de arm

Toch lijkt niemand een andere, betere modus operandi te vinden. Vlaams minister-president Geert Bourgeois blies afgelopen zaterdag dat hij "het liever anders had" maar dat een marathonvergadering van twintig uur blijkbaar 'onvermijdelijk' was. Federaal vicepremier Kris Peeters zei dinsdag, na vijf dagen onderhandelen op Hertoginnedal, dat hij de komende maanden geen kastelen meer wilde zien, "daar hebben we intussen genoeg gezeten".

Lees verder onder de foto.

Federaal vicepremier Kris Peeters zei dinsdag, na vijf dagen onderhandelen op Hertoginnedal, dat hij de komende maanden geen kastelen meer wilde zienBeeld BELGA

Dehaene in de mist

Wellicht heeft de hardnekkigheid van de praktijk om ministers ’s nachts samen op te sluiten voor een vergadering van alles of niets te maken met het theatrale, heroïsche sfeertje. Vooraf gaan ministers maar wat graag op de foto met stapels dossiers onder de arm. Leggen ze hun gezicht in de meest plichtbewuste plooi als ze zien dat de camera’s hen staan op te wachten. 

Achteraf volgt een jubelende tweet. Premier Charles Michel (MR) heeft hier zijn handelsmerk van gemaakt. Het beeld waarin premier Jean-Luc Dehaene op zijn eentje vanuit de mist opdoemt aan de poorten van Hertoginnedal – een door hemzelf vakkundig in scène gezet tafereel – behoort tot het canon van onze vaderlandse geschiedenis.

De zoektocht naar een beter beslissingsproces leidt volgens sommigen naar de bestuurskamers van grote bedrijven. Waar het management ook in een vingerknip moet kunnen beslissen over miljoenen euro’s en duizenden jobs. Daar kan het dus wel? Geert Noels, topman van Econopolis, tweette deze week dat het federale begrotingsconclaaf "pijnlijk duidelijk maakt dat de optelling van verschillende partijbelangen niet gelijk is aan het algemeen belang". 

'Het is onder bedrijfsleiders bon ton om te zeggen dat zij het anders zouden aanpakken, maar politieke partners zijn geen bedrijven'
Herman Daems, voorzitter van BNP Paribas en oud-kabinetschef

Maar dat is te makkelijk volgens Herman Daems, voorzitter van BNP Paribas en in de tweede helft van de jaren 90 kabinetschef van Vlaams minister Eric Van Rompuy (CD&V). "Het is onder bedrijfsleiders bon ton om te zeggen dat zij het anders zouden aanpakken. Maar bedrijven hebben altijd een duidelijk, gezamenlijk doel: winst maken. In de politiek ligt dat totaal anders. Daar zit je met partners die andere beloftes hebben gedaan en andere ideologieën aanhangen."

Daems aanziet een conclaaf als een noodzakelijk kwaad. "Partijen zullen pas een compromis sluiten als ze met de rug tegen de muur staan. Daarom heb je die deadlines nodig en zullen nachtelijke vergaderingen bijgevolg altijd inherent blijven aan politiek. Ik herinner me dat op Europese toppen in de tijd van melkoverschotten de klok letterlijk werd stil gezet. Bij wijze van ontkenning: zolang er tijd was, kon je blijven praten. (lacht) Vroeger was het zeker niet beter."

'We moeten uit die ijzeren logica van de klassieke partijpolitiek'
Joris Vandenbroucke (sp.a), oud-kabinetschef

Deense lessen

Vallen er lessen te leren in het buitenland? In Nederland heeft de vorige regering elkaar iets proberen te gunnen. Geen eindeloos verwaterde compromissen meer, maar elke partij haalde een paar dossiers volledig binnen. Daarmee mochten ze naar eigen goeddunken aan de slag. 

"Dit leek een heel interessant experiment", zegt politicoloog Nicolas Bouteca (UGent), "maar het botste snel op de sociale partners. Sommige partijleden waren ook niet akkoord. Dat is volgens mij ook een van de redenen waarom packagedeals in België steeds moeilijker liggen: leden en kiezers volgen partijen niet zomaar meer. De electorale strijd is meer gepolariseerd omdat je kiezers moet tonen dat je rechtlijnig je programma uitvoert."

Vandenbroucke ziet wel degelijk heil in buitenlandse voorbeelden. Vooral dan de manier waarop een land als Denemarken omgaat met klimaatbeleid. "Daar heeft men een Energy Agreement gemaakt. Met een vooraf vastgestelde timing en iedereen mee aan tafel – de meerderheid en oppositie, wetenschappers, het middenveld en de bedrijfswereld. Laat ons ook zo’n klimaatwet maken. We moeten uit die ijzeren logica van de klassieke partijpolitiek. Want de manier waarop het nu gaat, daar wint niemand bij."