Direct naar artikelinhoud
De sportzomer van Vandeweghe

Belgische renners spelen geen rol van betekenis meer en niks garandeert dat Evenepoel de nieuwe Merckx wordt

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Sportjournalist Hans Vandeweghe laat zijn licht schijnen op de Ronde van Frankrijk.

Ooit reden twee Belgen voorop in de koninginnenrit van de Tour de France. De onnavolgbare Thomas De Gendt won op de Ventoux, voor Serge Pauwels. Niet zeker dat hij het had gehaald als die zes kilometer na Châlet Reynard ook nog tot de rit hadden behoord, maar dat doet er niet toe, het was groot feest in koersland Vlaanderen. En terecht.

Dat is inmiddels al langer dan twee jaar geleden. Sinds die veertiende juli heeft geen Belg meer gewonnen. Jasper Stuyven kon dit jaar nog het meest aanspraak maken op een etappe, maar als de laatste klim er te veel aan is, dan heb je je misrekend of was je niet goed genoeg. Yves Lampaert gisteren: jammer, maar helaas, ook voorspelbaar dat de sprinters die waren overgebleven er nog over zouden komen.

Van Avermaet eindigde als eerste Belg, op meer dan een uur van de winnaar

En zo eindigt de editie 2018 zoals die van 2017: geen Belg die ook maar enige rol van betekenis speelde. Of moeten we echt blij zijn met die acht gele truien van Greg Van Avermaet op dagen dat de gele trui als een hete aardappel wordt doorgeschoven? Van Avermaet eindigde als eerste Belg, op meer dan een uur van de winnaar. De volgende Belgen in het algemeen klassement hadden al meer dan twee uur aan hun broek.

Alleen goed op kasseien

In 2016 droeg Van Avermaet ook de gele trui, drie dagen. Hij won toen een etappe op 6 juli (en De Gendt op 14 juli). Verder droegen Belgen negen dagen de bolletjestrui, tot de echt hoge bergen eraan kwamen. En o ja, we kregen ook drie keer de prijs van de strijdlust.

Belgisch kampioen Yves Lampaert en geletruidrager Greg Van Avermaet rijden voorop in de Roubaix-rit. John Degenkolb won uiteindelijk deze Tour-etappe.Beeld Photo News

In 2017: nul etappes, nul gele, groene of witte truien, nul bolletjestruien. Wel vier keer de prijs van de strijdlust. In 2018 acht dagen de gele trui, nul ritoverwinningen, nul groen of witte truien, drie keer de strijdlust. Misschien toch er even aan herinneren dat de overwinningen van QuickStep (vijf vorig jaar en vier dit jaar) geen Belgische overwinningen zijn. Conclusie: we zijn strijdlustig als nooit tevoren, maar we winnen niet.

In wielerwedstrijden waar het er echt om gaat, spelen Belgische renners geen rol van betekenis meer. Baanwielrennen: tellen we niet of nauwelijks in mee. De monumenten op de weg: nog goed dat Van Avermaet en Gilbert vorig jaar in Roubaix en Vlaanderen (op kasseien) aan het langste eind trokken of we hadden sinds 2012 niks meer gewonnen. Wereldkampioenschappen: geleden van 2012 met Gilbert in Valkenburg. Klimmen: alleen als het kort en op kasseien is. Tijdrijden: hebben wij een hekel aan. Gevolg: de laatste eindoverwinning in de Tour de France, de allergrootste wielerwedstrijd, is al geleden van 1976. Redelijk beschamend voor de zelfverklaarde wielerregio. 

Wij leiden geen talent op, wij schudden aan de grote wielerboom en kijken wat eruit valt

Nog goed dat die van organisator ASO kicken op valpartijen en andere malheuren en in deze Tour absoluut een mini-Parijs-Roubaix wilden, anders had dit jaar geen enkele Belg om de overwinning gesprint. Op kasseien zijn we echt wel nog goed. Jammer, maar John Degenkolb was dit jaar iets beter.

Toevalmodel

Is het structureel of conjunctureel, die Belgische dip? Zouden ze zich bij de wielerbond die vraag inmiddels hebben gesteld? Of zitten ze die lange wielerijstijd gewoon uit, wachtend tot er weer een supertalent uit de bomen valt? Greg Van Avermaet was een ex-voetballer die ineens ging fietsen en die wereldtop werd. Remco Evenepoel, die alles wint met minuten oorsprong, was jeugdinternational in het voetbal, tot hij zijn plaats in de nationale ploeg kwijtraakte en ging fietsen. Van Avermaet en Evenepoel zijn exponenten van een toevalmodel.

Wat judo is voor Japan, is wielrennen voor Vlaanderen: een nationale passie. Zoals de Japanners in de jaren 90 de weg kwijt waren (maar zich herpakten), is wielerland Vlaanderen de weg kwijt. Wij leiden geen talent op, wij schudden aan de grote wielerboom en kijken wat eruit valt. Of we passen de mand-met-eierenfilosofie toe: we gooien de eieren tegen de muur en met het ei dat niet breekt en over de Kwaremont geraakt, doen we verder.

Op het podium in Parijs staan alleen grote motoren. (v.l.n.r.) Tom Dumoulin, Geraint Thomas en Chris Froome.Beeld AFP

Bij de nationale bond werkt al een tijdje iemand die in Engeland in het talentontwikkelingssysteem heeft meegedraaid, die weet hoe ze aan Wiggins, Froome en Thomas zijn geraakt en vooral hoe ze steeds weer die grote motoren ontwikkelen en opvoeren om over de hele wereld de mooiste prijzen te winnen. Ik zou van de KBWB weleens een plan om uit die impasse te geraken willen lezen. Of wordt het echt wachten tot de oude krokodillen daar weg zijn vooraleer er wat beweegt?

Star Trek

Wat ik niet wil horen, is bondscoach Kevin De Weert die komt uitleggen wat voor een supertalent die Remco Evenepoel wel is. Ten eerste heeft niet De Weert te maken met Evenepoel, maar eerder juniorencoach Carlo Bomans. En ten tweede garandeert niks dat Evenepoel de nieuwe Merckx wordt, die eventjes de Tour voor ons gaat winnen.

De Nederlanders zijn een beetje in hetzelfde bedje ziek, maar die hebben ten minste nog Tom Dumoulin om blij mee te zijn. Tweede in deze Tour en winnaar in de Giro van vorig jaar, dan zou je denken: leg je eieren maar in het mandje van Dumoulin.

Dat wordt straks genieten op Alpe d’Huez, de Tourmalet en de Ventoux: Van der Poel tegen Evenepoel

Neen, Nederland wil Mathieu van der Poel in de Tour zien en hem die zo snel mogelijk ook zien winnen. Dat wordt straks genieten op Alpe d’Huez, de Tourmalet en de Ventoux: Van der Poel tegen Evenepoel, Mathieu tegen Remco. Met grote rondes is het evenwel zoals met de beurs: resultaten behaald in het verleden, garanderen… Drie weken presteren is Star Trek – je betreedt onontgonnen stelsels in je eigen fysiologie – en niks zegt dat Mathieu en Remco, spijts hun onmiskenbaar talent, drie weken lang de energietank kunnen aanvullen.

Toptalent Remco Evenepoel was tijdens de Tour op bezoek bij QuickStep, het team waarvoor hij volgend seizoen zal rijden.Beeld BELGA