Direct naar artikelinhoud
Filmrecensie

'Stalker': beangstigend en bloedmooi meesterwerk

Andrei Tarkovsky, 'Stalker'Beeld Lumière

Moeilijk gaat ook, vond Sovjet-cineast Andrei Tarkovsky. Stalker, zijn scifi-meesterwerk uit 1979, heeft nu een digitale opknapbeurt gekregen. Het is een uitgelezen kans om op het grote scherm een onmisbaar hoofdstuk uit de filmgeschiedenis te ontdekken. 

“Elk frame van de film staat op mijn netvlies gebrand”, heeft actrice Cate Blanchett ooit over Stalker gezegd. Als aanbeveling kan dat tellen – ook Björk en Frank Ocean zijn overigens grote fan van het meesterwerk van de Russische regisseur Andrei Tarkovsky. En nu de film, bijna 40 jaar na zijn première, opnieuw in de bioscoop komt, kunt u zich bij dat rijtje aansluiten. Want Stalker heeft zijn status als onbetwistbare klassieker wel degelijk verdiend.

De plot draait om de mysterieuze Zone, waar de natuurwetten niet meer gelden, en waarin zich een ruimte bevindt die de diepste wensen van de bezoekers waarmaken. De naamloze 'stalker' (Alexander Kaidanovsky) uit de titel is een mysterieuze figuur die als gids optreedt in deze zone: hij neemt een cynische schrijver (Anatoli Solonitsyn) en een sceptische wetenschapper (Nikolai Grinko) mee, voorbij de door soldaten bewaakte buitengrens, op zoek naar de wenskamer.

Tarkovsky's film draait niet om wat er in de Zone gebeurt, maar om wat de Zone betekent. 'Stalker' is evenveel filosofisch traktaat als sciencefictionfilm

Zonder actie, zonder aliens

Dit is sciencefiction, die erg hard doet denken aan het recente Annihilation – de Netflix-film waarin Natalie Portman met een patrouille aan onderzoekers een gemuteerd gebied in Florida onderzoekt. Maar in Stalker gebeurt er nauwelijks iets: dit is sciencefiction zonder actie, zonder aliens, en zonder special effects. Tarkovsky's film draait niet om wat er in de Zone gebeurt, maar om wat de Zone betekent. Wat de Stalker, de Schrijver en de Wetenschapper vooral doen, is praten: praten over zichzelf, praten over elkaar, praten over hun verlangens. Echt concreet wordt het zelden: Stalker is evenveel filosofisch traktaat als sciencefictionfilm.

Andrei Tarkovsky, 'Stalker'Beeld Lumière

Een filosofisch traktaat van maar liefst twee uur en veertig minuten. Dat is lang, ook omdat Tarkovsky een ongewone, unieke beeldtaal hanteert. Hij opent en eindigt zijn film in een industrieel decor waarvan de tristesse wordt benadrukt door de donkere sepiatinten die hij gebruikt (en die nu helderder dan ooit lijken). Voor de scènes in de Zone schakelt hij over op mistige kleuren, die de verwondering benadrukken. Daarnaast heeft de Rus een voorliefde voor lange shots - vaak langer dan een minuut - en laat hij de camera op een gezapig, bijna bezwerend tempo door de Zone bewegen.

Tarkovsky opperde ooit dat de Zone een metafoor is voor de bioscoop: een wereld met hoogst unieke regels, waar je diepste dromen bewaarheid worden

Het maakt van Stalker een lange, maar uiterst intrigerende zit waarin je wordt meegezogen in een universum dat tegelijk beangstigend en bloedmooi is. Tarkovsky opperde ooit dat de Zone een metafoor is voor de bioscoop: een wereld met hoogst unieke regels waar je diepste dromen bewaarheid worden. Het zou zomaar even kunnen kloppen. Of zoals filmgrootmeester Ingmar Bergman ooit over het oeuvre van zijn Russische collega: “Het is als een kamer die ik altijd al wilde binnengaan. Tarkovsky heeft een nieuwe taal uitgevonden die het leven vastlegt als een droom.”

Nu in de bioscoop.