Belgische turnvrouwen naar teamfinale, al geven ze volgens coach misschien forfait: "Er is veel om over na te denken"

Na drie subdivisies voerde België de voorlopige tussenstand aan. Er moest dan wel nog een subdivisie afgewerkt worden met daarin de acht sterkste turnlanden. Uit die top acht slaagden enkel Frankrijk (164.063) en Rusland (161.462) erin de totaalscore van de Belgen te overtreffen. Ook Groot-Brittannië (158.795), Nederland (158.529), Hongarije (154.130), Spanje (153.430) en Oekraïne (153.163) mogen naar de finale. 

Niettemin lanceerde coach Marjorie Heuls op het einde van de namiddag een 'bommetje'. "Zelfs al zijn we geplaatst, dan nog is het mogelijk dat we forfait geven voor de finale", aldus Heuls. "Ik ga erover praten met de federatie en de ploeg. Er is veel om over na te denken. Wat mij vooral stoort, is dat we geen vervangster hebben voor de grondoefening. We zijn hier met vier turnsters en slechts drie die voor de grondoefening gaan. Ik kan het mij niet veroorloven Nina (Derwael, red.) weg te houden van de grond."

Derwael sukkelt wat met de enkels, terwijl de grondoefening veel van haar lichaam vraagt. "Misschien moeten we een gemakkelijkere oefening turnen", aldus Heuls nog. "Ik ga het nog bekijken. Axelle Klinckaert is ook pas fit na een knieblessure. Je moet met alles rekening houden. Turnen is hard."

Een eventueel forfait wordt overwogen om de turnsters te sparen aangezien in oktober het WK in Doha op het programma staat. Dat toernooi geldt tevens als eerste kwalificatiemanche voor de Olympische Spelen van Tokio.

Derwael (brug met ongelijke leggers + balk), Brassart (balk) en Klinckaert (grondoefening) plaatsten zich voor de finales op de individuele nummers.

Derwael zette op de balk met 13.500 punten de beste score neer in de kwalificaties. Op de brug met ongelijke leggers, de discipline waarin ze haar Europese titel verdedigt, werd ze tweede met 14.400 punten. De Zweedse Jonna Adlerteg (14.600 punten) troefde de Limburgse af. Klinckaert (13.300) en Deriks (13.000), die Brassart verving op de brug, kwamen veel te kort.

 "Ik ben niet helemaal tevreden", gaf Derwael toe. "Ik heb altijd meer stress in de kwalificaties dan in een finale, omdat ik schrik heb de finale te missen. Eenmaal ik in de finale sta, zijn de zenuwen helemaal anders. Ik hoop dat ik zondag wel de perfecte oefening kan neerzetten. Tijdens de opwarming had ik te veel energie. Ik ging te ver en te hoog. Aanvankelijk had ik het allemaal onder controle, maar dan deed ik een element minder goed en begon ik te twijfelen. Ik heb tijdens de oefening dan maar beslist om een ander element uit te voeren", aldus de Limburgse, die ook toegaf moeite te hebben met de favorietenrol. "Het is makkelijker om een outsider te zijn."

Brassart mag bij haar Europees debuut wel meteen een finale aan haar erelijst toevoegen. De 17-jarige Brusselse zette op de balk de achtste score neer (13.066 punten). Klinckaert kwam in die discipline ten val. Haar 12.333 punten waren niet voldoende voor een finale.

Klinckaert hees zich wel bij de top 8 op haar favoriete discipline, de grondoefening. De 18-jarige Oost-Vlaamse zette met 13.400 punten de derde score neer, na de Russin Angelina Melnikova (13.833) en de Française Melanie De Jesus (13.400). Derwael (12.866), die 0.100 in vermindering kreeg omdat ze buiten de lijnen trad, en Brassart (12.633) vielen buiten de top acht.

Op de sprong grepen Brassart (13.513), Derwael (13.600) en Klinckaert (13.700) alle drie naast een finaleticket.