Direct naar artikelinhoud
Binnenland

Ri De Ridder, ex-topman Riziv wordt voorzitter van Dokters van de Wereld: "Mijn zorgen overstijgen de minister"

ri de ridder, portret, gent, damon de backerBeeld Damon De Backer

Als topman van het Riziv zat Ri De Ridder twaalf jaar lang aan de knoppen van onze gezondheidszorg. Nu wisselt hij van kamp: bij Dokters van de Wereld klaagt hij ontoegankelijkheid en inefficiëntie aan. "Wie niet tot onze groep behoort, wordt net niet in de steek gelaten."

Wist u dat de helft van de chronisch zieken – en die zijn met steeds meer – alleenstaand is? "Die mensen belanden sneller in het ziekenhuis omdat ze op zichzelf zijn aangewezen. Door hun ziekte verbrokkelen ook hun sociale relaties." Tegelijk, zegt De Ridder, wordt er bespaard op het sociale middenveld, op plekken waar deze mensen terechtkunnen. "Dat is nefast. Sociale steun is ook belangrijk voor de gezondheid." 

De Ridder is net verkozen als voorzitter van de ngo Dokters van de Wereld, die mensen verzorgt die moeilijk toegang hebben tot medische hulp. En er is heel wat waar de pas gepensioneerde directeur-generaal van het Riziv, de federale instelling voor de ziekteverzekering, zich zorgen over maakt. Zoals de toenemende individualisering van de gezondheidszorg ("iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen welzijn") en de peperdure maar geheime contracten met farmabedrijven. Zijn bredere diagnose? Ons zorgsysteem is te duur, inefficiënt en ontoereikend voor wie afwijkt van de norm. 

De drempels zijn te hoog en de regels te complex, zegt u.

"Een hoop mensen vallen niet onder de ziekteverzekering, maar zitten in aparte systemen: asielzoekers, mensen zonder papieren, daklozen. Dat is administratief ingewikkeld en  duur, en in de praktijk werkt het niet. Een dakloze kan zich voor de ziekteverzekering domiciliëren bij een OCMW, maar de OCMW's zijn daar niet altijd toe bereid. Zo worden daklozen aan het Brusselse Noordstation – grenzend aan Brussel, Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node – van de ene gemeente naar de andere gestuurd. Ook oudere mensen lopen heel wat rechten mis. Dat moet allemaal meer geautomatiseerd worden."

'Ik merk bij de huidige regering een sterker wij-zij-verhaal. Wie niet tot de eigen groep behoort, moet het met de minimale bijstand redden'

U heeft vooral voor socialistische ministers gewerkt. Merkt u het verschil met de huidige centrumrechtse regering? 

"Ik merk toch een sterker wij-zij-verhaal. Wie niet tot de eigen groep behoort, wordt niet in de steek gelaten, maar moet het wel met de minimale bijstand redden. Zoals de nieuwe wet die strenger de dringende medische hulp voor mensen zonder papieren controleert. Dat is ethisch moeilijk en het humanitaire aspect van de gezondheidszorg komt in het gedrang. Daar wil Dokters van de Wereld ijveren voor een meer aanvaardbare aanpak." 

Als hoofd van het Riziv voerde u mee het beleid uit. Met uw kritiek keert u zich tegen uw voormalige minister, Maggie De Block (Open Vld). Is uw nieuwe functie een statement? 

(lacht) "Die vraag krijg ik nog. Ik ben alleszins niet aan de slag gegaan als consultant voor een groot bedrijf. Toegankelijke zorg is een basisbezorgdheid doorheen mijn carrière – ik stond mee aan de wieg van de wijkgezondheidscentra – en er zijn zeker stappen vooruitgezet, zoals de der­de-be­talers­re­ge­ling, de ziekteverzekering voor geïnterneerden of de terugbetaling van psychologen. 

Maar mijn zorgen overstijgen de minister en gaan breder. En nee, er zijn geen beslissingen die ik onethisch vond om uit te voeren. Je moet ons systeem in zijn geheel bekijken. Er is binnen de strakke begrotingscontext altijd gezocht naar oplossingen. Waar ik wel mijn ongenoegen over heb geuit, zijn de geheime contracten met farmabedrijven "

'De geheime contracten met farmabedrijven houden die bedrijven comfortabel in de monopoliepositie'

Een onhoudbaar systeem, zegt u, dat vooral de farmabedrijven vrij spel geeft.

"Het geneesmiddelenbudget voor 2018 wordt geraamd op 4,5 miljard euro, meer dan gepland. Bijna een kwart, 1 miljard euro, gaat naar geneesmiddelen die onder contract liggen. Dat is zogenaamde innovatieve medicatie waarover nog geen duidelijke beslissing genomen is, omdat we niet weten of de middelen echt een meerwaarde zijn. Dus worden die voorlopig terugbetaald. 

Omdat de prijs zo hoog is, onderhandelt de overheid een korting met het farmaceutisch bedrijf, maar de details blijven geheim. Daardoor weet niemand hoeveel we werkelijk betalen voor die geneesmiddelen. Dat gebrek aan transparantie houdt zo bedrijven comfortabel in de monopoliepositie. Zelfs het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, dat wilde onderzoeken of die onderhandelingen een goed idee zijn, is vastgelopen op die geheime afspraken."

Onder De Block zijn die geheime contracten een steeds courantere praktijk. 

"We zijn niet de enige, elk land doet het. Het is echt een catch 22: het is de enige weg om als overheid die 'innovatieve' maar peperdure producten bij de patiënten te krijgen. De publieke druk is immers groot. Ik vind het wel goed dat België en Nederland nu een blok vormen en samen die onderhandelingen aangaan."

Nog iets waarover het ongenoegen groeit: de hoge verloning van artsen in tijden van budgettaire moeilijkheden. Ook daar raakt de minister voorlopig niet aan.

"Die verloningen blijven een taboe. Historisch gezien is die verloning verbonden aan de vrijheid van de patiënt. Concreet: er zijn zeventig ziekenhuizen die toch nog complexe en zeldzame pancreasoperaties aanbieden. Dat kost ons mensenlevens omdat sommige artsen te weinig ervaring hebben. 

Of neem de borstkankerscreening, die vandaag niet wetenschappelijk gefundeerd is. Acht jaar is er gewerkt aan een plan om dat te veranderen, maar de minister is gebotst op weerstand van de specialisten. Zij verdienen daaraan en voelen zich gesterkt door de vrees voor borstkanker bij vrouwen. Die vrijheid moet ingeperkt worden en daar wordt aan gewerkt, maar voor diepgaande hervormingen is heel veel politieke moed nodig. Maar mij gaat het allemaal te traag."