© VITO

VITO boort naar ongekende diepten in Kempense ondergrond

De firma Smet-Daldrup heeft zopas haar derde boring op de Balmatt-site van VITO in Mol-Donk met succes afgerond. De put heeft een lengte van maar liefst 4.905 meter en is tot op een verticale diepte van 4.235 meter geboord. Nooit werd in de Kempen dieper geboord. Een groot deel van de put werd geboord onder een hoek van 45 graden, waardoor het uiteinde van de boring zich onder Mol-Sluis bevindt.

Marc HELSEN

De nu al derde boring op de geothermiesite in Mol startte op 10 oktober 2017 en heeft dus in totaal tien maanden geduurd. De vierde en laatste sectie van de boorput werd afgewerkt in minder dan een maand tijd.

“Die sectie heeft de hele Kolenkalklaag doorboord en heeft helemaal onderaan bovendien 150 meter aan zandsteen aangeboord met een vermoedelijke ouderdom van 360 à 370 miljoen jaar, het einde van het Devoontijdperk”, zegt VITO-woordvoerster Kristine Verheyen. “Deze zandsteenlaag werd in de oostelijke Kempen nog nooit aangeboord en is alleen gekend uit boringen in Loenhout en Booischot, waar ze zich veel minder diep bevindt, op respectievelijk 1.500 meter en 700 à 800 meter.

Ruimte tussen boorputten nodig

Het water dat door deze derde put wordt opgeboord, komt vanuit de buurt van dezelfde geologische breuklijn als waar de eerste put zijn water opboort.

© VITO

“Waarom die derde put nu zo schuin moest worden geboord?”, kaatst VITO-geoloog Ben Laenen de vraag terug. “Wel, het water voor je bovengrondse elektriciteitsproductie, dat je uit de diepe ondergrond ophaalt, wordt na afgifte van de warmte, opnieuw de diepte ondergronds gestuurd, naar de plek waar het vandaan kwam”, zegt Laenen uit. “Maar het terugsturen van het water mag je niet te dicht doen bij de plek waar het wordt opgeboord. De in- en de uitgaande put moeten minstens 1,5 km van elkaar verwijderd zijn.”

“Het is nog te vroeg om iets over het debiet van boorput nummer drie te zeggen”, aldus Ben Laenen, “maar we hebben al wel een goed zicht op de watertemperatuur van onze derde put: die ligt rond de 150 °C. De vuistregel is dat er elke duizend meter dat je dieper boort, er 30 °C bijkomt. Natuurlijk verlies je onderweg warmte. Bij onze eerste put was het water onderaan 138 °C, eens boven was het nog 128 °C.”

Een vierde boorput, om het water van put nummer drie na de warmteafgifte aan de geothermiecentrale bovengronds weer de grond in de pompen, is niet nodig: dat gaat via de bestaande boorput nummer twee.

Deze winter gebouwen verwarmen

De boortoren verhuist nu naar een andere boorsite, terwijl de VITO-experten de resultaten van de puttesten verder analyseren. Ze vergelijken de resultaten van de derde put met die van de twee eerste putten. De voornaamste activiteiten op de Balmatt-site richten zich nu op het in werking stellen van de geothermiecentrale voor de warmtevoorziening van SCK, Belgoprocess en VITO. “De inwerkingstelling is voor oktober”, zegt Laenen. “Eerst zullen we onze gebouwen verwarmen met water, daarna gaan we -op korte termijn al- elektriciteit produceren.”

VITO begon met het onderzoeksproject ‘geothermie’ in 2010.

© VITO