Het Brusselse Justitiepaleis: dertig jaar steigers zonder einde
Al sinds 1987 staat het Brusselse Justitiepaleis in de steigers en de einddatum is onlangs nog maar eens verlaat. "Als het effectief nog twintig jaar duurt, dan kunnen ze op het einde van de werken opnieuw stellingen plaatsen waar ze zijn begonnen." Hoe kan dat?
"Deze dag is voor het land een gelukkige gelegenheid om de waarde van onze aannemers en onze arbeiders vast te stellen. Dit grandioos monument is als een permanente tentoonstelling van onze nationale werkkracht."
Het waren profetische woorden van toenmalig minister van Justitie Jules Bara, bij de inhuldiging van het Brusselse justitiepaleis in 1883, 17 jaar na de eerste steenlegging. Ondertussen kennen de meeste Belgen het gebouw inderdaad als een permanente tentoonstelling van een work in progress.
Aanvankelijk was aangekondigd dat de stellingen zouden verdwijnen in 2028, maar volgens La Libre zullen de werken aan de buitenzijde pas klaar zijn in 2032, en de rest van het gebouw in 2040.
Vallende brokstukken
De Regie der Gebouwen, eigenaar van het gebouw, en minister van Justitie Koen Geens (CD&V) willen die nieuwe deadline niet bevestigen. In 2016 zijn er offertes uitgeschreven voor de renovatie en het bestuderen daarvan heeft meer tijd in beslag genomen.
"We doen alles om de renovatie vooruit te doen gaan, maar elke deadline is onder voorbehoud dat de vergunningen ook op tijd afgeleverd worden", zegt een woordvoerder van de Regie der Gebouwen. Voor alle herstellingen is toestemming nodig van de dienst Monumenten en Landschappen van het Brussels Gewest, want het gaat om een beschermd monument.
De problemen zijn nochtans niet van gisteren. Het gebouw staat al dertig jaar in de steigers, die voorlopig vooral dienen om de bezoekers te beschermen tegen vallende brokstukken. Aan de buitenkant is het niet zichtbaar, maar architect Joseph Poelaert heeft in de constructie gietijzer en staal verborgen. In de 19de eeuw een vooruitstrevende oplossing, vooral nodig voor het toegangsportaal en de centrale koepel van 24.000 ton. "Maar het staal roest, zet uit en doet de steen barsten", zegt architect Francis Metzger.
Stellingen rond stellingen
Het team dat in 1987 de stellingen plaatste, werd geleid door Michel Van den Brande, die later zijn eigen stellingbouwbedrijf oprichtte en bekend werd met tv-programma The sky is the limit. Op een bepaald moment moest Van den Brande zelfs de stellingen in de steigers zetten. 58.000 meter stellingen moesten hersteld, omdat het hout versleten was door vorst en wind.
"Een deel van die stellingen is uiteindelijk gekocht door de overheid, toen bleek dat dat goedkoper zou uitkomen dan ze te huren", zegt Luc Hennart, voorzitter van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Hennart werkt even lang in het Justitiepaleis als dat er stellingen staan. "Ik heb gelukkig een aantal verbouwingswerken gedaan, waardoor mijn gevel er beter uitziet dan die van het Justitiepaleis", grapt de 64-jarige Hennart. "Als het effectief nog twintig jaar duurt, dan kunnen ze op het einde van de werken opnieuw stellingen plaatsen waar ze zijn begonnen."
Hennart gelooft niet dat de renovatie binnen het budget van 100 miljoen euro zal passen. "Dat is de mensen zand in de ogen strooien. Uit de meest optimistische cijfers blijkt dat minstens een drievoud nodig is."
Het is nooit anders geweest. Poelaert, de architect van dit gebouw op wat vroeger in Brussel de Galgenberg was, weigerde aanvankelijk zelfs om zijn opdrachtgevers inzage te geven in de kostprijs. "Als u niet tevreden bent, laat ik u stikken. Noteer dat het om een kunstwerk gaat." Na lang aandringen stelde Poelaert uiteindelijk een budget voor van net geen 10 miljoen Belgische frank. Het kostte uiteindelijk 45 miljoen frank. En toen het klaar was, in 1883, was Poelaert al vier jaar dood.
"Vandaag moet men zich de vraag stellen of men het gebouw, dat als justitiepaleis is ingericht in 19de eeuw, nog altijd op die manier wil invullen", zegt Luc Hennart.
Verrottingsstrategie
Hennart vindt dat er bij de renovatie een gebrek aan visie is over de invulling van het gebouw. De afgelopen jaren zijn verschillende diensten al verhuisd naar andere locaties, zoals de Kamer van Koophandel, de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de parketten. "Wil men die diensten allemaal terugbrengen? Moeten ze allemaal nog hun eigen zittingszalen hebben en hun eigen bibliotheek, van cassatie tot eerste aanleg? Daar zijn te weinig gesprekken over en daardoor herstelt men hier een trap, renoveert daar een zaal… op goed geluk. Dat is niet ernstig."
Hennart spreekt zelfs van "een verborgen agenda", een verrottingsstrategie die om de magistratuur te overtuigen van de voordelen van telewerken. "Als de staat van de zittingszalen geen normaal proces meer toelaat, is videoconferentie nog de enige optie", zegt Hennart. "De advocaten zullen voor camera pleiten, geen overbrenging meer van de gedetineerden uit de gevangenis en de rechter beslist van thuis uit. Met digitale dossiers zijn archieven bovendien overbodig."
Die strategie weerlegt het kabinet-Geens ten stelligste, al maakt justitie inderdaad een digitale inhaalbeweging door. Videoconferencing kan al in zeven vergaderzalen en in acht zittingszalen, maar enkel in burgerlijke zaken. Een wetsvoorstel van Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) om dat ook mogelijk te maken voor strafzaken is recent tegengehouden door het Grondwettelijk Hof, dat verdere verduidelijkingen vraagt. "De videoconferencing is een bruikbaar middel, maar er zal altijd een fysieke rechtbank blijven", zegt het kabinet-Geens. "De regering heeft het echt goed voor met dat Justitiepaleis", benadrukt een bron.