Direct naar artikelinhoud
Neptijdschriften

Ignaas Devisch: "Ik zet mijn reputatie niet op het spel voor een neptijdschrift"

Ignaas Devisch.Beeld Eric de Mildt

In de val gelopen of gefraudeerd? Geen van beide, zegt Ignaas Devisch (UGent), die één onderzoek in een rooftijdschrift publiceerde, want wetenschappelijk schort er niets aan die publicatie. "De verantwoordelijkheid ligt niet enkel bij de wetenschapper."

Vier jaar geleden publiceerde de medisch filosoof een onderzoek in Journal of Political Sciences & Public Affairs. Reden tot wantrouwen zag Devisch niet: het tijdschrift had al wetenschappers gepubliceerd die hij kende, hij had het blad zelf gecontacteerd – zoals dat gaat in de wetenschappelijke wereld – en de wetenschappelijke toetsing verliep zoals het hoort. Dat het niet koosjer was, besefte hij nadat hij na de publicatie plots een rekening van ruim 1.000 euro toegestuurd kreeg. 

"Ik krijg elke week mails van tijdschriften met de vraag om te publiceren. Elk kind ziet dat er dan iets niet klopt, dus die gooi ik allemaal weg. Ik kan mij voorstellen dat sommige onderzoekers bewust in zo'n tijdschriften publiceren, en dat beginnende wetenschappers makkelijk in de val lopen. De suggestie dat ik dat ook deed, is stuitend."

Was het niet slimmer om die tekst in te trekken toen u door had dat er iets niet klopte?

"Ik vind van niet. Mijn onderzoek is voor die publicatie op wetenschappelijke basis bestudeerd door anonieme reviewers. Ik ben nog steeds trots op mijn werk en bovendien heb ik geen euro betaald. Daarna heb ik er geen acht meer op geslagen."

Professor emeritus endocrinoloog Frank Comhaire publiceerde regelmatig in rooftijdschriften. Het verschil met de gereputeerde bladen is niet meer zo groot, vindt hij.

"Die uitspraak vind ik schokkend. Met wetenschap heeft dat niets meer te maken, wel met commerciële zelfbediening. Een echt neptijdschrift, dat herken je meteen. Als je daaraan meedoet, dan weet je dat je fraude pleegt. Dat ik hier met hem op één lijn geplaatst word, is reputatieschade."

'Dat ik hier op één lijn geplaatst word met Frank Comhaire, die regelmatig in rooftijdschriften publiceerde, is reputatieschade'
Ignaas Devisch, professor medische filosofie, UGent

Het systeem van de peerreview is toch niet meer wat het geweest is, argumenteert Comhaire. Hij mocht van de gerenommeerde uitgeverij Elsevier zelf vrienden aandragen om zijn onderzoek te controleren.

"Bij veel journals mag je zelf reviewers voorstellen, maar uiteindelijk beslist het tijdschrift en weet je niet wie je onderzoek heeft nagekeken, net zoals zij niet weten van wie de tekst is. Moet dat transparanter? Als alle namen bekend zijn, dan loop je het risico dat mensen zich inhouden of net onterecht kritiek uiten. Die dubbelblind moet er voor zorgen dat niemand last heeft van vooroordelen."

Kritiek komt er van wetenschapsfilosoof Gustaaf Cornelis (VUB), die de wetenschappers een te groot ego en/of slordigheid verwijt. Er is immers een lijst met betrouwbare tijdschriften, Web of Science.

"Waarom zou ik mijn reputatie en 25 jaar werk op het spel zetten door in te gaan op het verzoek van een neptijdschrift dat tegen betaling teksten publiceert? Dan zou ik toch al lang door de mand gevallen zijn? Destijds wist ik ook niet dat er een zwarte lijst bestond, dus het lijkt me goed dat zo'n overzicht bestaat en bekender wordt. Maar dan nog: een tijdschrift dat niet in op de Web of Science staat is niet per definitie nep. Verre van.

"De afgelopen tien jaar zijn, door verschillende schandalen over wetenschappelijke integriteit, grote stappen vooruitgezet. Ik ben een grote voorstander van dit debat, maar ik vind niet dat je de verantwoordelijkheid alleen kan afschuiven op de individuele wetenschapper. Die heeft meer ruggensteun en omkadering nodig."

'Het is een goed idee om beginnende doctorandi een module over wetenschappelijke integriteit te laten volgen'
Ignaas Devisch, professor medische filosofie, UGent

Wat bedoelt u daarmee? 

"Als beginnend wetenschapper heb ik zelf moeten uitzoeken naar welke tijdschriften ik mijn teksten moest sturen. Daarin kreeg ik geen enkele steun of informatie. Het gebeurt dat kwalitatieve bladen een wetenschapper om geld vragen voor een open acces-publicatie, zodat de tekst voor iedereen toegankelijk gemaakt wordt. Een neptijdschrift dat ook geld vraagt, kan verwarring creëren en daar mikken ze natuurlijk op. 

"Vandaag bespreken we zo'n publicatie in ons departement waardoor de kans op fouten fel is afgenomen, maar het is niet overal zo. Daarom is het bijvoorbeeld een goed idee om beginnende doctorandi een module over wetenschappelijke integriteit te laten volgen." 

Als het mis gaat, wordt er vaak gewezen naar de grote publicatiedruk die wetenschappers verleidt om er af en toe de kantjes van af te lopen. Zo simpel is het niet, vindt u.

"Ik pleit al jaren voor een meer zuivere publicatiecultuur en het zal er zeker mee te maken hebben, maar het is soms een te gemakkelijke verklaring. Je zou eens moeten aftoetsen waarom mensen in zo'n neptijdschrift hebben gepubliceerd. Sommige tijdschriften krijgen zo veel aanvragen dat je tot twee jaar moet wachten voor publicatie. Dat ongeduld zal ook meespelen. Ik denk niet dat iedereen met slechte intenties in zo'n blad belandt."