Direct naar artikelinhoud
opinie

Het geval Koen Naert wijst op een onvoldragen sportbeleid

Bart CaronBeeld RV

Bart Caron en Imade Annouri zijn Vlaamse volksvertegenwoordigers (Groen).

en

De eerste Europese kampioenschappen nieuwe stijl zijn voor België een succes gebleken. België haalde 19 medailles waarvan 6 gouden. Proficiat. Nederland, anderhalve keer zoveel inwoners als België haalde 43 medailles. Nog een grotere proficiat. Nee, toeval is dat niet. Het is het gevolg van een krachtig en wetenschappelijk onderbouwd topsportbeleid. Australië is ook zo'n voorbeeld.

Dat sporttalent komt bovendrijven, is fijn, maar als dat talent niet ontdekt, niet goed begeleid en omkaderd wordt, gaat het meestal verloren. Dat vereist een grondige aanpak en kost geld aan de overheid, lees de belastingbetaler. De samenleving doet dat in toptalent in de wetenschappen, in muziek, literatuur, enz., waarom zo weinig in sport? Een hoogontwikkelde samenleving doet er alles aan om het menselijke talent maximale ontplooiingskansen te geven, ten bate van de samenleving en van de betrokken persoon. Dus ook in de sport. Niet ter ere van God en vaderland – ter bate van welke ideologie of natie dan ook – maar voor de sport zelf, en ook omdat het de breedtesport stimuleert.

Imade AnnouriBeeld RV

Vlaanderen heeft zo'n beleid al een paar decennia aangezet. Alleen, het duurt lang om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen en voldoende middelen vrij te maken. Je moet investeren in een professionele omkadering, in atleten, in infrastructuur, in medische begeleiding... Dat is op de eerste plaats het werk van de sportfederaties, de sportbonden dus. Maar zij zijn in grote mate afhankelijk van de subsidies die de overheid ervoor vrijmaakt. Die zijn, in vergelijking met de cultuursector bijv., nog steeds bescheiden.

'Dat sporttalent komt bovendrijven, is fijn, maar als dat talent niet ontdekt, niet goed begeleid en omkaderd wordt, gaat het meestal verloren'

Het geval Koen Naert – hij verloor zijn tewerkstellingscontract - staat niet alleen. In het verleden is het nog voorgevallen. Het wijst op een onvoldragen beleid. De huidige aanpak is immers zeer selectief. An sich is dat een verdedigbare aanpak, maar je mist talenten. Er mag zeker wat meer ruimte komen zodat potentiële topsporters minstens een ernstige kans krijgen om door te breken. Je moet investeren in zaaigoed. Sommigen groeien snel, anderen trager. Nu moet een topsporter een top 8 of top 12 (afhankelijk van de sporttak) kunnen halen op een WK/OS of een medaille op een EK. Er wordt rekening gehouden met de vooruitgang en de resultaten, met de Intrinsieke kwaliteiten, met het beleidskader, omkadering, ...De minister doet dat niet zelf, maar heeft een taskforce Topsport die hem bijstaat.

'De subsidies voor sport zijn, in vergelijking met de cultuursector bijv., nog steeds bescheiden'

33 sporters hebben vandaag een tewerkstellingscontract, 42 atleten hebben steun als topsportstudent (een onkostenvergoeding). Al bij al niet veel sporters. Al bij al met weinig geld, weinig meer dan pakweg 10 jaar geleden. Zo'n 24,5 miljoen euro per jaar. Als Vlaanderen, zoals Nederland, wil gaan voor een plaats in de top tien van de wereld in topsport, dan... Wil de Vlaamse regering dat wel?

Maar dit alles vereist ook een betere aanpak bij de sportfederaties zelf. Niet elke federatie is professioneel genoeg, zet hoogcompetente toptrainers in en maakt programma's voor topatleten. Her en der heerst er nog veel amateurisme. Minister Muyters schreef in zijn Topsportactieplan 2017-2020: “Enerzijds blijkt de kwaliteit en werkbaarheid van de verhouding tussen de Raad van Bestuur en het topsportpersoneel sterk persoonsgebonden te zijn, en dus zeer verschillend van sport tot sport en wisselend doorheen de tijd. Anderzijds blijkt de werking van de topsportcommissie (…) in de praktijk van sport tot sport zeer sterk te verschillen: van kloppend hart in de topsportwerking tot verplichte oefening pro forma.” Wie ook tussen de regels kan lezen, begrijpt het. Er zijn goede voorbeelden, dat bewijzen de uitslagen.

En, minister Muyters moet ook fors investeren in de trainingsinfrastructuur voor topsport. Dat belooft hij wel, maar het gebeurt traag en met mondjesmaat. Topsport heeft immers nood aan topsportexclusieve infrastructuur van hoge kwaliteit.

'En, minister Muyters moet ook fors investeren in de trainingsinfrastructuur voor topsport'

Blijkbaar werkt 'competitie', toch een wezenskenmerk van topsport, ook stimulerend in het topsportbeleid zelf. Zo kreeg Koen Naert nog een faire kans bij onze Waalse vrienden. Goed zo.