Direct naar artikelinhoud
Pukkelpop

Zwelgen in Belgen: onze nationale trotsen op de eerste dag Pukkelpop

Tourist LeMC op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

Op de eerste dag van Pukkelpop 2018 troffen we heel wat acts van bij ons die absoluut niet hoefden onder de doen voor de internationale kleppers die op de affiche staan te blinken. Hieronder een overzicht van de Belgen die de podia van Pukkelpop plat speelden.

Geppetto & The Whales (Club) ★★★☆☆

Ze zullen wel ergens een try-out hebben gespeeld, maar officieel was het optreden van Geppetto & The Whales pas het derde concert van de groep sinds ze in februari 2015 besloten eens diep te gaan nadenken. Het was kortom lang geleden dat we de finalist van Humo's Rock Rally 2012 nog eens aan het werk hadden gezien. De potige sound en de sanseveria's op het podium waren nieuw, of gewoon gegroeid natuurlijk, dat kan ook, planten en band. Geppetto & The Whales gooiden ons meteen een paar nieuwe liedjes voor de voeten die ze in Amerika waren gaan opnemen en waarvan ze hoopten dat we ze mooi zouden vinden. Beleefde jongens. En we vonden ze mooi. Potiger, dat hadden we al gezegd (The Whales grossierden een half decennium geleden vooral in Crosby, Stills, Nash en nog iemand), weids meanderend, en toch afgerond binnen de drie, vier minuten. Vakmanschap heet dat.

Geppetto & The Whales: een flink stuk gegroeid, maar nog geen toppers.Beeld Koen Keppens

Oudje '1814' bleef zonder meer overeind, 'I Know Who You Were', de nieuwe single (sinds deze week op de radio – kwamen we allemaal live te weten, zo zonder nieuwsapp) stak er mijlenver bovenuit.

Geppetto was, samen met zijn sanseveria's, een flink stuk gegroeid; dat werd in hun setje van een uur overduidelijk, maar zeggen dat hun concert in de Club over de hele lijn een triomftocht was, gaat te ver. Dat het geluid tot in de laatste song mankementen vertoonde, zat er zeker voor veel tussen. Die laatste song was overigens 'Juno', met de nogal clichématige openingszin: "I was lying on the railroad tracks". Komen altijd problemen van. (JUB)

Marquee Ouverture: Jef Neve & Crossbones (Marquee) ★★★☆☆

Het begon in de grootste Pukkeltent plechtig met zes blazers van het Crossbones Trombone Collective en met een étude van de in 1896 overleden Anton Bruckner.

Daarna begon Jef Neve een 18 man sterk strijkorkest te dirigeren. Tegen de tijd dat het in de 'Vier seizoenen' van Antonio Vilvaldi volop zomerde, hing het publiek aan de lippen van solist Peter Bogaert.

Jef Neve en Crossbones hadden geen Night of the Proms-pathos nodig om de volledige Marquee in te pakken.Beeld Stefaan Temmerman

Neve verkaste naar de vleugelpiano, zette het thema van 'Game of Thrones' in, en bracht de trombones terug in 'The Ground' van de Noor Ola Gjeillo (waar weinig van bleef plakken). Bij wervelend eigen werk van Neve zoals 'Beautiful Colours' en 'Spirit Control' klapte het publiek wél spontaan mee. Het uit de soundtrack van de serie In Flanders Fields gelichte 'Anthem for our Fathers' kwam met een sopraan die wellicht dé vocale prestatie van het weekend neerzette.

Jef Neve en Crossbones hadden geen Night of the Proms-pathos nodig, klonken modern zonder de ramen van de tegentonen te moeten openzetten, waren niet bang van een beetje geroezemoes, pakten de Marquee in en lieten niemand in de zaal achter met het gevoel dat-ie ergens op het verkeerde moment had staan applaudisseren. Hoedje af! (GVN)

Tin Fingers (Castello) ★★★☆☆

Een groot voordeel van de eerste Pukkelpop-dag: de marcellekes zijn nog hagelwit. Tin Fingers-frontman Felix Machtelinckx combineerde zijn hempie ook nog eens met een maagdelijk blanke broek, alsof hij de hipsterprins op het witte paard was, de ideale schoonzoon van de indiepop. Maar wij hadden de broeierige bedoelingen van Tin Fingers al door vanaf de opener 'Tropical'. "I'm living my wet dream / Making love to a coconut", zong Machtelinckx, en ook: "Do you want to be my jungle". Terwijl de frontman zijn rare fantasieën botvierde, lijmde zijn band ijle The xx-gitaartjes aan echoënde eighties-synths.

Tin Fingers: onderkoelde tropenpop in een bloedhete Castello.Beeld Stefaan Temmerman

In de tweede song – een nieuwe, die niet op hun fraaie ep'tje No Hero staat – bedreef Machtelinkcx de liefde op een bergtop, over een Hall & Oates-ritme waarvan onze schouders automatisch aan het schudden gingen. Tegen het eind van dat nummer liep Tin Fingers nog even de New Gold Dream van Simple Minds achterna, om uiteindelijk tegen een Sonic Youth-achtige muur van lawaai aan te botsen. Ook een andere nieuwe song – over een "bad bad world" en een meisje dat het plafond kust – baadde tegelijk in een knalrode popgloed én een sinistere schemering.

Daarmee trok Tin Fingers op Pukkelpop de lijn van zijn debuut-ep door: onderkoelde tropenpop die de belofte van wilde avonturen in zich draagt. "I wanna go where the owls go", zong Machtelinckx in het heerlijk androgyne 'Boy Boy' en ook al hadden we er geen idee van waar die uilen uithingen: wij wilden mee. U ook trouwens: toen de band 'Everywhere' van Fleetwood Mac coverde in een perfect tussen dip en trip balancerende versie, golfde de euforie door de Castello.

"I prefer to stay dry", klonk het nog in de zwierige indiedisco van setsluiter 'Swim', die de voorste rijen tot swingende danspasjes inspireerde. Tevergeefs: overal bezwete ruggen en natte koppen. (PC)

Tin Fingers op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

Tourist LeMC (Dance Hall) ★★★☆☆

Het voordeel aan resideren in 2000, in Antwerpen: je hebt de mogelijkheid om, indien bij je volle verstand, niet voor Bart De Wever te stemmen. En je voelt je nergens een zonevreemd object, omdat de moedermelk je geleerd heeft dat elke windstreek waar niet met de verkrachte A gesproken wordt parking is. En dus voelde Tourist LeMC zich prima op een podium in Hasselt, Kiewit City. 

Tourist LeMC, Antwerpenaar in Limburg, scoorde in de Dance Hall.Beeld Stefaan Temmerman

Zijn lazy ode aan de sympathieke jungle die Antwerpen – en bij uitbreiding: het leven – is, viel verbazend goed in de Dance Hall. Het bezadigde joie de vivre van le Tourist contrasteerde mooi met waar ze in die Dance Hall verslaafd aan zijn – adrenaline, beats, opgevoerde rhymes. "De klank van de stad maakt m'n ziel amoureus", zong Tourist LeMC, instant verslaafd aan uw warmte. Wat een mooie postcode 2000-Kendrick Lamar-cover. (JM)