Minder kinderen met de fiets naar school, onveiligheidsgevoel overheerst

Het is nog even vakantie, maar binnenkort trekken weer duizenden kinderen naar school. Te voet, met de auto of met de fiets. Dat laatste gebeurt steeds minder.

“Als we naar de cijfers kijken zien we dat in 2017 iets meer dan 30% van de woon-school-verplaatsingen met de fiets gebeurde”, zegt Wies Callens van de Fietsersbond. In vergelijking met 2000, is dat een pak minder (40%).

Volgens Callens heeft die daling veel te maken met een heersend ‘onveiligheidsgevoel’. “We zien uit cijfers van de gemeentemonitor dat maar 1 op 3 Vlamingen het veilig vindt om een kind van 12 jaar zelfstandig te laten fietsen en dat slechts 50% van de Vlamingen het fietsveilig vindt.”

Voor Callens zijn dat signalen waaruit blijkt dat het heel erg onveilig aanvoelt voor fietsers om te fietsen en men toch maar weer kiest voor de auto. Maar net hierdoor versterkt men dat onveiligheidsgevoel. “Door voor de auto te kiezen komt men in een vicieuze cirkel”, zegt Callens, “want hoe meer auto’s aan de schoolpoort, hoe onveiliger het gevoel is en hoe minder fietsers er zullen zijn.”

Mensen kiezen dus niet voor de fiets door een onveiligheidsgevoel. Volgens Callens gaat dat niet alleen om situaties aan de school(poort) zelf, want schoolstraten zijn er in Vlaanderen steeds meer en meer.

“Het is vooral de veilige fietsroute, het hele traject van huis naar school waar nog altijd heel wat zwarte punten zitten voor fietsers, waar het onveilig is. Een route is maar zo veilig als de zwakste schakel. Als er één punt is waar je je kind niet wil laten fietsen, dan ga je het terug met de auto naar school brengen.”