Direct naar artikelinhoud
Column

Kendrick Lamar in een Oasis-T-shirt? Het zaait verwarring, en dat spreekt me aan

Stijn Van De Voorde.Beeld Bob Van Mol

StuBru-presentator Stijn Van de Voorde loopt elke week voor de muziek uit.

Vorig weekend sloot Kendrick Lamar Pukkelpop af. Dat is de meeste festivalgangers die op dat ogenblik een pintje dronken voor het hoofdpodium niet ontgaan. Een vierduizendste analyse van de setlist en het lage energiepeil van de protagonist lijkt me eerder overbodig. Op een bepaald ogenblik heeft een mens alle mogelijke meningen gelezen. Som­mige festivalbezoekers vonden het leuk, anderen niet. What’s new?

Het T-shirt dat King Kendrick die bewuste avond droeg, verdient zeven dagen na de feiten wel nog steeds een volledig artikel.

Op de voorzijde van het zwarte stuk textiel prijkten in witte letters de woorden ‘Oasis’ en ‘Supersonic’. Op de keerzijde lazen we een inspirerend tekstfragment uit de bewuste britpop­klassieker: ‘I need to be myself / I can’t be no one else / I’m feeling supersonic / Give me gin and tonic…’

Ook op het Way Out West Festival in Göteborg op 10 augustus droeg ‘King Kendrick’ zijn Oasis-T-shirt.Beeld BELGAIMAGE

Er circuleren uitzonderlijk weinig foto’s van Kendricks opvallende vestimentaire keuze omdat geen enkele fotograaf de toestemming kreeg om officiële beelden te maken van de Amerikaanse superster.

In andere omstandigheden hadden behoorlijk wat Britse muziek­sites en magazines dit opvallende detail gegarandeerd opgepikt. Ik zie de foto’s met de ironische vragen en bedenkingen over de britpop­kennis van Lamar al staan. Het feit dat een dertigjarig hiphop­feno­meen uit Compton het podium beklimt in een T-shirt van mijn jeugdhelden uit Manchester, kan op mijn volledige steun rekenen.

Kendrick Lamar was zeven jaar toen ‘Supersonic’, de debuut­single van Oasis, op de wereld werd losgelaten, maar dat zegt weinig tot niets. The Beatles hielden het bijna 20 jaar voor mijn geboorte voor bekeken, maar mijn appreciatie voor de groep was altijd oprecht.

De algemene regel stelt vooral dat popsterren geen merchandise van zogenaamde ‘geloofwaardige’ rockbands mogen dragen. Er wordt hoofdzakelijk getwijfeld aan hun eerlijke interesse in de band in kwestie, een treurige poging om hun imago wat op te poetsen. Als ze dat toch doen, krijgen ze via de sociale media commentaar van mensen met veel vrije tijd. We kennen de voorbeelden: Justin Bieber met een Metallica-T-shirt en het Slayer-shirt van Rita Ora deden stof opwaaien in hippe koffiebars. Er bestaan tientallen voorbeelden. Bepaalde artiesten krijgen zelfs meer aandacht dankzij een welgemikte foto dan voor een nieuwe single.

Kendrick Lamar was 7 jaar toen de debuutsingle van Oasis op de wereld werd losgelaten, maar dat zegt niks

De bijbehorende buzz zal hun carrière op middellange termijn gunstig beïnvloeden, want belangstelling levert altijd iets op. Dat weet de stylist(e) van Kendrick natuurlijk ook. Al krijgen in dit concrete geval alle betrokken partijen van nature al voldoende aandacht. En Lamar is allesbehalve een popster.

Door een gebrek aan deelbare foto’s zal er niet snel naar de mening van de Gallagher-broers worden gepolst. Mocht dat toch gebeuren, zal hun reactie overwegend positief zijn. Noel Gallagher vertelde onlangs in een interview dat hij het fenomeen Kendrick Lamar vooral kent via zijn tiener­dochter en zijn goede vriend Bono. Die laatste werkte op het meest recente U2-album samen met Lamar. Gallagher leek muzikaal niet helemaal overtuigd, maar hij uitte zich niet negatief. Dat zal na Pukkelpop niet veranderen. Genre- en generatie-overschrijdende band­shirts houden muziek levend.

De verwarring die een populaire Amerikaanse rapper veroorzaakt door een T-shirt te dragen van een Britse gitaarband die midden jaren 90 zijn absolute hoogtepunt bereikte, spreekt me enorm aan. Mocht hij voor een typisch West Coast-shirt gekozen hebben, was er nog (!) minder over het concert te vertellen. Nu hebben we tenminste iets.

Misschien nam Kendrick Lamar nog nooit de tijd om ‘Definitely Maybe’ van Oasis aandachtig te beluisteren, maar als een van zijn fans het (naar aanleiding van het concert op Pukkelpop) wel eens probeert, vind ik dat alvast heel erg geestig. Met nog meer geluk vindt die fan het bewuste album zelfs te pruimen. Je weet nooit!

Al ben ik nu misschien wat aan het overdrijven.

Een mens mag dromen.