Direct naar artikelinhoud
Kamping Kitsch

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

Het moet de hel geweest zijn: in het jaar van #MeToo en de nieuwe feministische golf een festival organiseren waar de grenzen van het fatsoen op allerlei manieren worden overschreden. Wat betekent ‘consent’ op Kamping Kitsch? En waar ligt nu in hémelsnaam de nieuwe grens? “Dit overkomt mij op andere festivals evenveel, hoor.” Uiteindelijk werden zes meldingen gemaakt.

No, no, no, no, no, no, no, no, no, no, no, no there's no limit.

Kamping Kitsch Club is sinds jaar en dag de uitlaatklep voor al uw meest bestiale sentimenten. Op het hoofdpodium speelt onder andere 2 Unlimited, in zwart lederen pakjes, tot ieders jolijt. Gelukkig is de herfst net ingetrapt, want mijn God: dat ziet er warm uit. 

Hun grote hit ‘No Limits’ zou het volkslied van Kamping Kitsch kunnen zijn. Hier worden de grenzen van het fatsoen één dag lang weggeveegd, met behulp van liters bier, campingsangria, en verkleedkledij. Jezelf verantwoorden hoeft niet, want je bent even iemand anders. De dresscode is glashelder: denk Johnny, Marina, Kenny, Kelly. De marginale stereotypes uit de jaren 80 en 90 gaan vandaag nog altijd mee. Misschien wel omdat in 2018 marginaliteit niet meer zo makkelijk te definiëren valt?

Marginaliteit in de straat en marginaliteit op Kamping Kitsch zijn duidelijk ook twee héél verschillende zaken
Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

“Marginaal zijn is nog steeds hetzelfde, hoor. In een marcelleke nen hotdog met ketchup eten, terwijl die ketchup in uw snor blijft kleven.” Ironisch genoeg kan de Kampingganger zelf geen hedendaagse definitie van ‘marginaal’ verzinnen. Hoe hij dan wist in welk thema hij moest gehuld zijn? “Wij hebben gewoon ‘marginaal’ gegoogeld en toen kwamen we op een Nederlandse site terecht. Daar hebben we onze outfits gekocht.” Héérlijk hersenloos hier: zelfs de voorbereidingen vragen om zo weinig mogelijk branie. 

Marginaliteit in de straat en marginaliteit op Kamping Kitsch zijn duidelijk ook twee héél verschillende zaken. Glitterrokjes, crunchies en panterprints – Carmen Waeterslaghers-galore, dus – dát is hier het soort ‘marginaal’ dat door de beugel kan. Al is een valse zwangere buik vergezeld door een pintje bier ook wel een populair tenue.

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

Niet alleen marginale outfits, ook marginaal gedrag is hier thuis. En wat is er in 2018 marginaler dan ongewenste intimiteiten? Hé-le-maal niets natuurlijk. Wij (en vele anderen) worden langs alle kanten gepakt en geprikt met plastic penissen – goedbedoeld en voor de grap – en billengeklets wordt alom getolereerd. Toch hebben de organisatoren voor de zekerheid een ‘meldpunt’ te midden van de wei geplant, omdat er vorig jaar een klacht – ja, slechts één – kwam van een vrouw die voortdurend werd lastiggevallen en dat op den duur niet meer zo grappig vond. 

Er wordt ons ook verzekerd dat er over het gehele terrein camera's hangen. Ook extra politiemensen zijn aanwezig – de cavallerie staat op wacht aan de ingang. Het is een compleet absurd tafereel: honderden mensen met nektapijten en fluoriserende joggings strompelen de festivalsite binnen onder het strenge oog van tientallen blauwe pakken – te voet en te paard. Het lijkt bijna een grap. Overkill ten bewijze van de goede wil? Waarschijnlijk.

Het meldpunt op de weide bevindt zich ironisch genoeg onder een grote, zwarte fallus. “Maar hier komen veel meer onnozelaars langs dan mensen die écht iets voorhebben”, zegt de dame achter het glazen raampje van het meldpunt, dat tevens fungeert als infopunt. “En als je tips wilt om niet lastiggevallen te worden, ga dan naar de politie. Die lopen rond in de buurt van het hoofdpodium. Veel kunnen wij niet doen.” Wat een teleurstelling! Maar zo gezegd, zo gedaan. Of wacht: waar is die politie? Hoe parmantig ze opgesteld stonden voor de ingang, zo onzichtbaar zijn ze in ons moment van ‘hoogste nood’.

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman
Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

We vragen hulp aan de dames van het Rode Kruis, de meest zichtbare hulppost voor het hoofdpodium. Kan iemand iets doen? Kunnen we, als het moet, bijvoorbeeld met iemand gaan praten? “Mensen komen vrijwillig naar dit festival, jongedame”, wordt ons gezegd. “Dat wil ook zeggen dat er geen psychologische hulpverlening aanwezig is.” Da’s… even slikken.

Ja, er wordt hier al eens in het rond gegrepen. En trouwens: geheel in de lijn van het laatste #SheToo-schandaal houden ook de vrouwen hier niet altijd hun handen thuis. “Wij werden in het kruis gegrepen door een paar oudere dames”, zeggen Jeff en Jaro, beide 28. Grappig vonden ze het niet. “Sorry, ik zou zelf nooit een vrouw op die manier aanraken. Dat was best vettig. Ook een jonge vrouw zou zoiets niet bij me moeten proberen”, zegt Jeff.

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

“Als je bitchy genoeg kijkt, heb je daar geen last van”, zeggen een drietal meisjes, in lolitagewaad en bijna provocerend enthousiast likkend aan een knalrode lolly. “En als er toch iets gebeurt? Dan willen ze gewoon wat aandacht.”

“Ik ben die aanrakingen ook zo gewoon van in de Overpoort (de Gentse uitgaansstraat voor studenten, LG.) dat ik er hier in feite niet zo veel last meer van heb”, zegt een jong meisje in de buurt van de botsauto's. "Maar mijn beste vriendin heeft het er moeilijker mee." 

“Jep, ik werd nog vaker op mijn poep geklopt”, zegt die laatste. “Maar ik dans dan ook wel redelijk uitdagend. En ik sla zelf ook op de jongens hun poep. Dat vonden ze wel geestig”, geeft ze toe.

De meeste vrouwen lachen het weg. Het is ook onze natuurlijke reactie. “Dat klinkt fout”, zegt Jara, een blonde vrouw van dertig die heftig danst aan de Studio Brussel-stage. “Maar ik heb dat op andere festivals gewoon evenveel voor.”

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

Oké, Kamping Kitsch heeft een probleem: (on)gewenste intimiteiten horen al jaren stilzwijgend bij het DNA van het festival. Men loopt hier niet voor niets met kettingen en oorbellen rond in fallusvorm. De meningen erover lopen uiteen: van “je had de zwijnenstal vijf jaar geleden moeten zien, toen was het nog incrowd” tot “het wordt alleen maar erger; loop niet alleen rond na valavond”. Maar niemand die we spreken laat het de feestvreugde bederven, en de meesten zullen het morgen vergeten zijn. “Of iemand mij heeft lastiggevallen? Nee. Of wacht! Ja, iemand heeft daarnet in mijn kont geknepen. Ik was het al bijna vergeten. Maar morgen zeg ik het wel netjes tegen mijn lief.”

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

We horen het vaak genoeg: als je niet tegen een stootje kan, moet je niet naar hier komen. Op een festival waar mensen heenkomen voor de muzikale acts, ligt dat anders. Maar hier is de line-up om te lachen, en komen mensen om ongegeneerd fout te zijn. Dan zijn er dus twee opties: óf je doet er als festival alles aan om het niet meer te laten gebeuren óf je waarschuwt het publiek – wie de schunnigheden niet verdraagt, komt beter niet af. Is dat zo verschrikkelijk? In strenge, politiek correcte tijden is een vrijplaats misschien wel welkom, niet?

We durven het bijna niet te schrijven, maar hier gaat 'ie dan toch: veel festivals hebben te kampen met aanrandingen en zelfs verkrachtingen. En ja, er zijn gradaties in pervers gedrag, maar een klets op de billen en wat catcalling, dat is voor de meesten blijkbaar geen struikelblok als het effectief bij de identiteit van het festival hoort. Maar ieders grens ligt ergens anders, en overschrijd zélfs niet op Kamping Kitsch deze grens: don't ever grab 'm by the pussy. Of enig ander geslachtsdeel, want daar heb je bij iederéén consent voor nodig. 

Verwarring op Kamping Kitsch: waar moet nu eigenlijk de grens liggen?
Beeld Stefaan Temmerman

We draaien ons, na de laatste billenklets, om en vragen vriendelijk bij de jongen in kwestie naar de reden van ‘het vergrijp’. Hij wil zich niet kenbaar maken, al weten we zeker wie het is geweest. “Ik ben helemaal niet boos, alleen nieuwsgierig naar waarom je het deed”, proberen we vriendelijk. De jongen in kwestie wijst naar zijn vriend. “Ik was het niet”, zeggen ze allebei. De dader voegt er nog aan toe, “en ik zou dat ook nooit doen. Ik heb een vriendin.” Hé gast, als je in mijn kont knijpt, mag ik dan ook weten wie je bent? Of was het nooit de bedoeling om écht mijn aandacht te trekken?