Direct naar artikelinhoud
Politiek

Geeft Francken te veel prijs over zijn dossiers?

Theo Francken.Beeld Photo News

Op Twitter, in de krant, op tv, tijdens lezingen. Staatssecretaris Theo Francken (N-VA) communiceert graag en veel. Maar hoe ver kan hij daarin gaan met gevoelige dossiers?

Via sociale media becommentarieerde Francken vorige week uitgebreid de lopende rechtszaak van het Servische gezin dat als eerste in de speciale wooneenheden in Steenokkerzeel verblijft. "Die mensen worden opgestookt door advocaten om te blijven procederen", zei hij onder meer. "Ze zullen geen asiel krijgen, dus dat gezin moet terug."

In het editoriaal van De Morgen werd vervolgens de vaststelling gemaakt dat de communicatiestrategie van Francken ondertussen gekend is. "Hij valt aan. Hij is assertief. Hij zoekt de confrontatie op. Regelmatig tart hij de grens van het wettelijk toelaatbare. Ook nu weer, want eigenlijk is het illegaal om details over lopende asieldossiers vrij te geven." Waarop Francken – weer via de sociale media – reageerde dat hij "helemaal geen details over lopende asieldossiers vrijgeeft, wel over de juridische procedure in eerste aanleg over de opsluiting (van het Servische gezin in Steenokkerzeel)".

Welke informatie kan een staatssecretaris of minister bekendmaken en welke niet? Wanneer gaat hij zijn boekje te buiten? Waar alle specialisten het meteen over eens zijn: het is een lastig evenwicht. Zomaar details prijsgeven uit een persoonlijk asieldossier mag niet. Al is het maar omdat de familie van de betrokken personen in hun thuisland in gevaar kan komen hierdoor. Commentaar geven op een lopende juridische procedure zoals die van het Servische gezin? Daar is in principe geen probleem mee omdat, zoals Francken aanhaalt, er niet rechtstreeks informatie wordt meegedeeld uit het persoonlijk dossier zelf.

'Een politicus heeft het recht en de plicht om te communiceren, maar als men gevoelige feiten aan het licht brengt, dan is er wel een probleem'
Frankie Schram, professor bestuurskunde aan de KU Leuven

Gevoelig bij Mawda en Djellza

"Het is niet aangewezen om als eerste te communiceren", vat Frankie Schram, professor bestuurskunde aan de KU Leuven, samen. "Een politicus heeft het recht om te reageren – als er in de media iets staat over zijn dossiers, als er een rechtszaak loopt. In bepaalde gevallen heeft een politicus zelfs de absolute plicht om te reageren – als hij ter verantwoording wordt geroepen in de Kamer. Maar indien men zelf gevoelige feiten aan het licht brengt, dan is er wel een probleem. Als dit moedwillig gebeurt, kan het ook gewoon strafbaar zijn."

Volgens Ben Segers, de sp.a-migratiespecialist die al een paar jaar het beleid van Francken minutieus doorlicht op Twitter, heeft de staatssecretaris in het verleden wel een aantal keer als eerste informatie uit lopende, gevoelige dossiers bekendgemaakt. Hij haalt twee voorbeelden aan: dat van de overleden peuter Mawda en dat van het Kosovaarse meisje Djellza.

Tijdens een interview in De zevende dag in mei liet Francken weten dat de ouders van Mawda hem hadden gevraagd om hun retributies van 350 euro bij de indiening van een verblijfsaanvraag op te schorten. Dat element was nog niet bekend. Toen Francken hierover in het parlement een vraag kreeg van sp.a wierp hij tegen dat de ouders van Mawda eerst naar de pers waren gestapt, en dat "het verschuldigd zijn van een retributie per definitie openbaar is, aangezien de wet voor iedereen geldt en het een administratieve beslissing betreft".

In een interview met De Zondag, ook in mei, vertelde Francken dan weer over de inhoud van een brief van Djellza, het meisje dat bijna uitgezet werd omdat haar broers bij een reeks criminele feiten betrokken waren terwijl ze net zoals haar zonder wettig verblijf in het land verbleven. "Ze schreef dat ze haar broers niet eens leuk vindt", liet Francken weten. Toen sp.a navraag deed, antwoordde de staatssecretaris opnieuw dat het "de betrokkenen waren die zelf de media opzochten". Ook tijdens zijn lezingen haalt Francken de brief van Djellza aan.

'Het is bijzonder onkies om als politicus informatie die je over iemand hebt zomaar te delen. En dat doet Francken'
Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten

Perceptieoorlog

"Als een zestienjarig meisje een brief schrijft naar een politicus, dan heeft ze volgens mij wel de verwachting dat die niet strikt vertrouwelijk blijft. Ze wenst een politieke beslissing", reageert Benoit Allemeersch, specialist procesrecht aan de KU Leuven. Tegelijk pleit hij ervoor dat politici steeds voldoende terughoudendheid in acht nemen in hun communicatie. "Zeker als je weet dat het om dossiers gaat waar er nog in beroep kan gegaan worden."

Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten en als advocaat gespecialiseerd in vreemdelingenrecht, sluit zich hierbij aan. "Het is bijzonder onkies om als politicus informatie die je over iemand hebt zomaar te delen. En dat doet Francken. Ook in de zaak van het Servische gezin, vind ik. Hij noemt dan geen namen in zijn tweets, maar er is op dit moment maar één familie die opgesloten zit in zo’n terugkeerunit, waardoor iedereen meteen weet over wie het gaat. Voor mij gaat hij zo ter ver en schendt hij de privacy van dat gezin."

Critici merken op dat handige politici er altijd de kantjes vanaf kunnen lopen. Groen kamerlid Wouter De Vriendt: "Francken heeft er een handje van weg om bepaalde families, denk ook aan het Syrische gezin uit Aleppo, in diskrediet te brengen door informatie te lekken in de pers. Hij weet dan zelf zogezegd van niets, maar hij kan er later wel op reageren omdat het in de krant stond. Hij voert zo een perceptieoorlog."