Direct naar artikelinhoud
Sport

Weet u wat de ideale sport is voor uw kind? Deze app vertelt het u

Een jeugdploeg tijdens een voetbaltoernooi voor miniemen.Beeld Bas Bogaerts

Vanaf 2019 kunnen Vlaamse scholen of gemeenten met de oriënteringstest SportKompas aan de slag om kinderen naar de juiste sport te begeleiden. "Wat het kind zelf leuk vindt, raakt te vaak ondergesneeuwd."

Vraagje voor wie al lang een bepaalde sport beoefent: hoe kwam u daarbij terecht? De kans is groot dat een van de klassieke redenen wordt opgediept: 'een goede vriend(in) deed het al', 'moeder of vader nam me mee naar hun oude club' of 'in mijn gemeente was er alleen maar een voetbalclub'.

SportKompas, een oriëntatietest die aan de UGent is ontwikkeld, moet ervoor zorgen dat twee andere cruciale vragen niet meer ondergesneeuwd raken: "Wat vindt het kind leuk? En waar is het goed in?", vertelt professor Matthieu Lenoir van de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Via een drieluik – een reeks bewegingsoefeningen speurt naar talent, een vragenlijst en ontdekkings-app naar de zin – worden 7 sporten voorgesteld uit een totaal van 45. Van voetbal en tennis tot schermen en taekwondo.

"Vaak moeten ouders elk jaar op zoek naar een nieuwe sport voor hun kind, maar dat blijft ook niet duren. Soms staat de ideale sport gewoon niet op hun radar", zegt Lenoir. Zo kwam een jongetje die eerder aan voetbal dacht via een van de proeftrajecten (o.a. Kalmthout en Aalst) bij tafeltennis terecht. "Hij was wat klein en tenger, maar wel behendig en hij had veel balgevoel. Maar het blijft natuurlijk een advies."

I DO/LIKE/AM

SportKompas is een oriëntatietool die kinderen van 8 tot 10 jaar helpt bij het kiezen van de juiste sport. Drie luiken worden daarvoor aangewend. Het 'I DO' luik meet via vijftien oefeningen onder andere de lenigheid, kracht of coördinatie van een kind. Dat gebeurt door een SportKompas-coördinator die is aangesteld door de scholengroep of gemeente.

De resultaten worden dan verstuurd naar de sportleerkracht, die ter ondersteuning de twee andere luiken ter beschikking krijgt: 'I LIKE', een webapplicatie waarbij kinderen met de mascotte 'Sporti' verschillende sporten ontdekken, en 'I AM', een vragenlijst die naar de persoonlijke motivaties polst.

Op eigen houtje te werk gaan, kan echter niet. De SportKompas-methodiek wordt vanaf dit schooljaar aangeboden aan basisscholen of gemeenten en zou vanaf januari 2019 ook effectief uitgevoerd kunnen worden door wie zich inschrijft. Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) maakt 500.000 euro vrij onder het mom: "Sporten tegen je zin hou je zelden lang vol."

Afhaken of volhouden

Hoewel kinderen vaak al op 6-jarige leeftijd in een sportclub rollen, is de doelgroep van SportKompas het derde en vierde leerjaar. Eerder een pragmatische keuze, zegt Lenoir, omdat jongere kinderen de testvragen nog niet voldoende kunnen afwegen. "Bovendien is er voor die leeftijd van 8 à 10 jaar vooral nood aan bewegingsprikkels. De precieze sport maakt dan nog niet zoveel uit."

Pas vanaf een zekere leeftijd wordt de keuze dus ook belangrijk om te blijven sporten op lange termijn, met de gekende gezondheidsvoordelen op latere leeftijd als gevolg. Vooral de leeftijd van zestien blijkt in die zin een keerpunt. De Vlaamse sportparticipatie in clubverband kent dan een piek, in de twee volgende jaren volgt een grote uitval van bijna 10 procent. Andere activiteiten zorgen plots voor een spanningsveld – studies, werken of uitgaan –  en de juiste sportkeuze kan op dat moment het verschil betekenen tussen afhaken of volhouden.

'Voor de leeftijd van 8 à 10 jaar is er vooral nood aan bewegingsprikkels. De precieze sport maakt dan nog niet zoveel uit'
Matthieu Lenoir, UGent

Net daarom ziet sportsocioloog Jeroen Scheerder (KU Leuven) een "absolute meerwaarde" in SportKompas. "Want als je wacht tot de leeftijd van zestien sta je voor een voldongen feit." De juiste oriëntatie gebeurt volgens hem best voor het secundair onderwijs en met een gezonde balans in het achterhoofd. "Geen DDR-toestanden waarbij het enkel over talent of lichaamsbouw gaat, de pretfactor moet ook aanwezig zijn."

Muyters benadrukt alvast dat het "niet om talentdetectie gaat" en ook Lenoir lijkt zich bewust van die balans. "Een zekere succesbeleving kan bijdragen aan het plezier, maar dat verband is niet absoluut. Je kan iets graag doen zonder goed te scoren."