Hilde Crevits: ‘Leerlingen moeten nog altijd perfect kunnen spellen’

'Ik ben net minister van Onderwijs geworden om de vrijheid van scholen te bewaken.' © Belga

Scholen die punten en vakken afschaffen, leerlingen van alle leeftijden die samen les krijgen of ouders die een nieuwe school opstarten: Hilde Crevits vindt het allemaal best. ‘Ons onderwijs mag nooit eenheidsworst worden’, zegt ze.

‘Dankzij de vrijheid van onderwijs mogen Vlaamse scholen een heel eigen weg volgen. Die vrijheid, die ook nu weer onder druk staat, moeten we blijven bewaken. Dat is zelfs een van de redenen waarom ik minister van Onderwijs ben geworden. Onderwijshervormingen mogen nooit tot eenheidsworst leiden.’ Daarmee reageert Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) op ons onderwijsdossier van vorige week (‘6 scholen die het anders doen’, Knack nr. 34), waaruit blijkt dat sommige Vlaamse scholen de vrijheid die ze krijgen wel erg oprekken. ‘Daar is niets mis mee’, aldus Crevits. ‘Doordat we hen zo veel mogelijk ruimte laten om hun eigen concepten uit te werken, kun je vandaag haast overal in Vlaanderen uit heel uiteenlopende onderwijsprojecten kiezen.’

Leerlingen moeten nog altijd perfect kunnen spellen, maar het maakt niet uit of ze dat binnen het vak Nederlands of op een andere manier aangeleerd krijgen.

Hebben schooldirecties en leerkrachten dan meer vrijheid dan ze zelf denken?

Hilde Crevits: Het Vlaamse onderwijs is in elk geval veel minder rigide dan vaak wordt beweerd. Natuurlijk zijn er een paar basisregels die de overheid oplegt. Scholen moeten bijvoorbeeld garanderen dat hun leerlingen aan het eind van de rit de eindtermen halen. Maar ze mogen kiezen of ze daartoe zelf een leerplan schrijven dan wel een beroep doen op dat van de onderwijskoepel waartoe ze behoren. Een andere vereiste, die vanaf dit schooljaar geldt, is dat er een degelijke leerlingenbegeleiding moet worden geboden. Maar verder hebben scholen een grote vrijheid. Sommige kiezen ervoor om dicht bij het traditionele onderwijssysteem te blijven, andere slaan heel nieuwe wegen in. Dat moet allebei kunnen.

U staat dus achter de vernieuwende aanpak van de zes scholen die Knack vorige week portretteerde?

Crevits: Het is niet omdat ik vind dat een school de vrijheid moet hebben om nieuwe concepten te gebruiken dat ik die ook allemaal omarm. Ik ben er bijvoorbeeld geen voorstander van om punten consequent door permanente evaluatie te vervangen. Of beter: niet alle kinderen hebben daar volgens mij baat bij. Het was in elk geval niets voor de jonge Hilde Crevits geweest. (lacht) Ook mijn eigen kinderen had ik nooit naar een school gestuurd die zweert bij permanente evaluatie, want ik geloof dat het goed is om naar piekmomenten toe te leren werken. Maar dat is mijn persoonlijke mening. Ik heb ook vrienden die punten en rapporten achterhaald vinden en net heel bewust voor een school met permanente evaluatie hebben gekozen. Beide systemen kunnen perfect naast elkaar bestaan.

Er zijn ook scholen die de leerdoelen niet langer in aparte vakken verpakken. Een goed idee?

Crevits: In het decreet over de nieuwe eindtermen staat expliciet dat de overheid de leerdoelen niet meer aan vakken vasthangt. Leerlingen moeten nog altijd perfect kunnen spellen, maar het maakt niet uit of ze dat binnen het vak Nederlands of op een andere manier aangeleerd krijgen. Dat mag de school of onderwijskoepel zelf bepalen. Nu al valt op dat zowel het GO! als het Katholiek Onderwijs Vlaanderen zoekt naar manieren om de traditionele aanpak in vakken te doorbreken.

Wat met scholen die kinderen van verschillende leeftijden in leefgroepen samenbrengen?

Crevits: Ook dat mag. Als overheid leggen wij scholen niet op dat ze met studiejaren moeten werken. Al doen veruit de meeste het nog altijd zo. Het is ook maar een kleine minderheid van de ouders die onderwijs in leefgroepen verkiest.

Denkt u dat zulke alternatieve concepten op termijn ook in het reguliere onderwijs ingang zullen vinden?

Crevits: Vandaag gebeuren er op het terrein dingen, zoals tabletonderwijs en andere digitale innovaties, die waarschijnlijk mainstream zullen worden. Maar ik verwacht niet dat alle Vlaamse scholen zullen afstappen van het traditionele systeem met punten, klassen en studiejaren. Ik denk eerder dat veel van die concepten naast het klassieke onderwijs zullen blijven bestaan. Een beetje zoals nu het geval is met methodescholen – nogal wat van die concepten leunen trouwens nauw aan bij de aanpak in het Freinet- en Steineronderwijs. Er zullen altijd ouders zij die daar met veel overtuiging voor kiezen en andere die er niet in geloven. Als ik één ding heb geleerd sinds ik minister van Onderwijs ben, is het wel dat zo goed als alle Vlaamse ouders de school van kun kinderen héél bewust uitzoeken.

Sommigen richten zelfs een nieuwe school op voor hun kroost.

Crevits: Dat klopt, en er zijn mensen die dat onaanvaardbaar vinden. ‘Het kan toch niet dat vijf koppels samen een school beginnen omdat het bestaande onderwijs niet helemaal aan hun ideeën beantwoordt?’ klinkt het dan. Nochtans maakt ook dat deel uit van de vrijheid van onderwijs, die ik zo koester. We geven die nieuwe scholen ook geen blanco cheque: ze moeten gediplomeerde leerkrachten aantrekken, de leerplicht moet worden gegarandeerd, en ze worden ook door de onderwijsinspectie gecontroleerd. In de praktijk is een nieuwe school opstarten een pak minder romantisch dan het misschien lijkt.

Beginnen mensen een nieuwe school omdat ze de lat heel erg hoog leggen, of omdat er hiaten zijn in het aanbod?

Crevits: Allebei, denk ik. Er zullen altijd mensen zijn die graag nieuwe dingen uitproberen en bereid zijn daar veel energie in te stoppen. Net zoals er wellicht altijd jongeren zullen zijn die tegen het eind van de middelbare school afhaken en ervoor kiezen hun diploma voor de examencommissie te behalen. Natuurlijk vind ik het jammer dat sommige leerlingen in het klassieke onderwijs zogenaamd uit de boot vallen. Maar uit de pogingen om aan hun noden tegemoet te komen, ontstaan soms ook heel mooie, innovatieve projecten.

Veel vernieuwende scholen trekken opvallend veel leerlingen met leer- of concentratiestoornissen aan, die niet aarden in het klassieke onderwijs. Dat kan toch de bedoeling niet zijn?

Crevits: Dat zou inderdaad niet mogen. Ook in het klassieke onderwijs zijn er trouwens scholen waar een bovengemiddeld aantal zorgleerlingen terechtkomt. Dat is dan niet zozeer door het onderwijsconcept dan wel doordat het lerarenkorps de reputatie heeft erg veel in extra zorg te investeren. Het kan kloppen dat sommige zorgleerlingen zich in zulke scholen beter en rustiger voelen, maar een te hoge concentratie van kinderen die extra zorg nodig hebben, is voor niemand goed. Het probleem is natuurlijk dat ouders nog niet het gevoel hebben dat elke Vlaamse school goed met de zorgnoden van hun kind weet om te gaan. Terecht soms. We investeren meer dan 100 miljoen euro in de uitvoering van het M-decreet (waardoor elk kind het recht heeft zich in te schrijven in een gewone school, nvdr) maar ik besef heel goed dat we nog een weg af te leggen hebben. Zodra álle scholen – ongeacht hun pedagogisch project – daarmee weten om te gaan, zal er vanzelf een betere spreiding van zorgleerlingen zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content